H3.2 samengestelde rente

timer
3:00
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

timer
3:00

Slide 1 - Diapositive

Lesopzet 
- Huiswerkcontrole 
- quiz --> rekenmachine
- Instructie met herhaling --> 15 minuten 
- Zelfstandig aan de slag --> 5 minuten absoluut stil
- Opdrachten bespreken 
- Afsluiten 

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen 
- Je weet het verschil tussen de enkelvoudige rente en de samengestelde rente 
- Je kunt het samengestelde rente uitrekenen 
- Je kunt het gevolg van inflatie op jouw spaargeld uitleggen

Slide 3 - Diapositive

Korte Quiz
Rekenmachine 

Slide 4 - Diapositive

Spaarrekening: € 1.500
1,2% rente
Hoeveel (enkelvoudige) rente ontvang je na 3 jaar?
A
€ 54
B
€ 54,65
C
€ 1.554
D
€ 1.554,65

Slide 5 - Quiz

€12000,- op spaarrekening. 1,3% enkelvoudige rente. Hoeveel rente na 10 jaar?
A
1654,50
B
1560
C
156
D
13560

Slide 6 - Quiz

Wat denk je dat vaste rente betekent?
A
Rente die kan veranderen in de loop van de tijd
B
Rente die voor een lange tijd vaststaat

Slide 7 - Quiz

Op een spaardeposito heb je altijd een vaste rente.
A
waar
B
niet waar

Slide 8 - Quiz

sparen met variabele rente betekend dat deze elk moment kan worden aangepast
A
waar
B
niet waar

Slide 9 - Quiz

Laatste vraag

Slide 10 - Diapositive

Bij welke spaarrekening-/vorm krijg je een variabele rente?
A
Vrij opneembaar.
B
Spaardeposito.
C
Gewone spaarrekening
D
Vaste rente

Slide 11 - Quiz

Leerdoelen 
- Je kunt het gevolg van inflatie op jouw spaargeld uitleggen
- Je weet het verschil tussen de enkelvoudige rente en de samengestelde rente 
- Je kunt het samengestelde rente uitrekenen 

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Enkelvoudige rente. Wat was dat ookalweer? Hoe bereken je dat?

Slide 14 - Diapositive

3.2 waarvoor zou je sparen?
Twee manieren van sparen
Gewone spaarrekening
Variabele rente
- vrij opneembaar

Slide 15 - Diapositive

3.2 waarvoor zou je sparen?
Twee manieren van sparen
Gewone spaarrekening
Variabele rente
- vrij opneembaar

Spaardeposito
Vaste rente voor vaste looptijd
- tussentijds niet opnemen


Slide 16 - Diapositive

3.2 waarvoor zou je sparen?
Twee manieren van sparen
Gewone spaarrekening
Variabele rente
- vrij opneembaar
- samengestelde rente
(rente boven rente)
Spaardeposito
Vaste rente voor vaste looptijd
- tussentijds niet opnemen
- enkelvoudige rente

Slide 17 - Diapositive

Samengestelde rente = rente boven rente 
Samengestelde rente= spaarbedrag wordt steeds meer en het rentebedrag wordt elke keer hoger 

Enkelvoudige rente = Spaarbedrag blijft altijd hetzelfde voor een lange periode
Enkelvoudige rente= simpel en snel te berekenen 

Slide 18 - Diapositive

Leerdoelen 
- Je kunt het gevolg van inflatie op jouw spaargeld uitleggen
- Je weet het verschil tussen de enkelvoudige rente en de samengestelde rente 
- Je kunt het samengestelde rente uitrekenen 

Slide 19 - Diapositive

Je spaart 3 jaar 
 1 januari 2022 heb je 50 euro op de spaarreking. De rente percentage is 2%. Bereken hoeveel euro aan rente je naar 3 jaar hebt met de samengestelde rente.


Slide 20 - Diapositive

Bereken de gegevens van jaar 3
Bedrag                    rentebedrag                   bedrag eind van het jaar
5 euro                      1,00  euro                          51 euro 
51 euro                    1,02  euro                          52,02 euro
.....                               .....                                            ......

Jaar 1 -->    50 : 100 x 2 = 1 euro.   nieuwe saldo na jaar 1= 51 euro 
Jaar 2 -->   51 : 100 x 2 = 1,02 euro. Nieuwe saldo na 2 jaar= 52,03                

Slide 21 - Diapositive

Hoeveel euro 
Bedrag                    rentebedrag                   bedrag eind van het jaar
5 euro                      1,00                                      51 euro 
51 euro                    1,02                                      52,02
52,02                        1,04                                      53,06       

 2 : 100 x 52,02 = 1,04
52,02 + 1,04 = 53,06                  

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Vidéo

In stilte 5 minuten zelfstandig 
hw - Maak opdracht 8 t/m 13. Sla opdracht 10 over. 9 wordt besproken.
hw - maak op blz 92 opdracht 7 + 8 + 9  
Klaar? Maak op blz 90 opdracht  5 t/m 7


timer
5:00

Slide 24 - Diapositive

blz 76 

Slide 25 - Diapositive

Afsluiten 

Slide 26 - Diapositive

Manon heeft een bijbaantje bij een supermarkt. Het geld dat ze hiermee
verdient, spaart zij om later een scooter te kunnen kopen. Haar moeder
heeft ook geld gespaard. “Je weet nooit waarvoor je het nodig hebt”, zegt
haar moeder.

Van welke twee spaarmotieven is hier sprake?
A
van sparen voor een doel en sparen voor de rente
B
van sparen voor een doel en sparen uit voorzorg
C
van sparen voor de rente en sparen uit voorzorg
D
van sparen uit voorzorg en voor een doel

Slide 27 - Quiz