klas 1 - H24

klas 1 - 16 februari - 
  • Even herhalen: kenmerken 'helden en schurken'
  • instructie H24 'personages'
  • aan de slag: opdrachten 'personages - karakters - typen'
  • verhalen 'helden en schurken' delen
  • lezen
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 16 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

klas 1 - 16 februari - 
  • Even herhalen: kenmerken 'helden en schurken'
  • instructie H24 'personages'
  • aan de slag: opdrachten 'personages - karakters - typen'
  • verhalen 'helden en schurken' delen
  • lezen

Slide 1 - Diapositive

kenmerken helden en schurken

Slide 2 - Diapositive

kenmerken van helden
  • Een held gedraagt zich meestal goed (soms laat een held wat minder goed gedrag zien: wraakzucht, ongeduld);
  • Een held redt de mensheid van het kwaad;
  • Een held heeft vaak kenmerkende kleding, speciale wapens of een bijzonder vervoermiddel;
  • Sommige helden hebben een hulpje of een raadsman;
  • Helden hebben ook vaak een zwakke plek.

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Schurken
  • Een schurk is een tegenpool van de held en is in- en inslecht.
  • Een schurk maakt een heldenverhaal nog spannender.

Slide 5 - Diapositive

H24 personages
Wat versta je onder een personage?

Slide 6 - Diapositive

personages:
verhaalfiguren in films en boeken

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Theorie
Personage
- verhaalfiguur in boeken en films
- komt van het Latijnse 'persona', wat masker betekent.

In een verhaal kom je verschillende soorten personages tegen:

1. typen - 2. karakters



Slide 9 - Diapositive

vraag
Wat is het verschil tussen een type en een karakter?

Slide 10 - Diapositive

Theorie
Type
- snel herkenbaar
- met versimpeling of overdrijving uitgebeeld
- maakt geen ontwikkeling door


Voorbeeld:
Helden en schurken zijn typen. Een held heeft goede manieren en een schurk slechte, ze zijn makkelijk te herkennen.


Slide 11 - Diapositive

Typen
Noem een voorbeeld van een 'type' dat je kent uit een boek of een film.

Slide 12 - Diapositive

Theorie 
Karakter
- heeft niet alleen maar goede, of slechte eigenschappen; hij/zij is menselijk
-  maakt een ontwikkeling door
- maakt keuzes en beleeft dingen waardoor hij/zij groeit en als persoon verandert

Voorbeelden
Katniss Everdeen (de Hongerspelen, zie afbeelding)
Rudolf Wega (Kruistocht in spijkerbroek)
 

Slide 13 - Diapositive

Theorie
Uiterlijk: 
- dat wat je aan de buitenkant kunt zien 

Innerlijk:
- alle gedachten en gevoelens van een personage
- geeft 'kleur' aan personage

Slide 14 - Diapositive

type of karakter?

Slide 15 - Diapositive

Aan de slag
1. Kies een personage (karakter) uit het verhaal dat je aan het schrijven bent, of uit het boek dat je aan het lezen bent.
Beschrijf het karakter van dit personage, maak daarbij gebruik van de woorden van de lijst.

2. Maak met het personage dat je bij 1 beschreven hebt opdracht 11 op blz. 101
 

Slide 16 - Diapositive