1E 8 sept - 1.3 deel 3

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Als je 

binnenkomt:

BEN IK RUSTIG LOPEND DE KLAS INGEKOMEN?

BEN IK ZONDER LAWAAI TE MAKEN DE KLAS BINNENGEKOMEN?

HEB IK MIJN TELEFOON IN DE TAS GESTOPT?

ZIT IK AAN TAFEL, LIGT MIJN BOEK, SCHRIFT, PEN OP TAFEL?

STAAT MIJN TAS NAAST ME OP DE GROND? 

BEN IK STIL AAN HET WACHTEN TOT DE LES BEGINT?  Zo ja  --> 

Wat gaan we doen vandaag:

• Namen en spullen checken
• 10 minuten lezen
• Verder met paragraaf 1.3 uit het Talent boek: opdrachten bespreken en zelfstandig werken

• Hoe leer je voor de toets?  
• Lesafsluiting

10 minuten lezen

Je leest mee

Je weet waar we zijn als ik je een beurt geef

Open je boek, pag. 30

Ik zet de antwoorden van opdracht 10 t/m 18 op het bord.

Dit doe ik omdat ik wil laten zien hoe goede antwoorden geformuleerd zijn (dus hoe je een goed en volledig antwoord opschrijft)

Op toetsen moet je volle zinnen maken die ik begrijp. Als je antwoord 'een beetje' goed is, krijg je aftrek van punten. 

Opdracht 10

Maak nu opdracht  19, 21 en 23

Maak de opdrachten zelfstandig! Niet overleggen met je buurman/vrouw. 

Nabespreken

opdracht  23

SO maandag 13 sept.

Zie Magister.

Gaat alleen over hoofdstuk 1.3: LEZEN, wat we t/m vandaag behandelen. 

Hierin leer je:

• een titel en een tussenkopje herkennen; 

• hoe je het onderwerp van een tekst vindt; 

• een alinea herkennen.

Dit is dus waar je vragen over krijgt tijdens het SO. Ook zal je soms de betekenis van woorden in de tekst moeten zoeken. 

Hoe leer je voor de toets?

1. Lees de leerdoelen op de eerste pagina van de paragraaf. Dan weet je wat je moet kunnen. 

2. Leer de 'leerteksten' in de blauwe vlakken. In deze paragraaf staan ze bij opdracht 4, 7 en 9. 

3. Ga terug naar de leerdoelen. Heb je geleerd wat je moet leren? Overhoor jezelf!

4. Bedenk 3 vragen die je kan krijgen op de toets. Kijk naar de opdrachten die je al hebt gemaakt, als voorbeeld. Bedenk ook antwoorden op deze vragen!

Drie toetsvragen bedenken

Schrijf drie vragen en de antwoorden in je schrift.

Maak het niet te simpel. Een toets is niet makkelijk!

Toetsvragen nabespreken

AFSLUITEN 

JE PAKT JE  SPULLEN PAS IN ALS IK ZEG DAT HET KAN. 

Wat hebben we gedaan vandaag?

Wat hebben we geleerd vandaag?

Wat is het huiswerk voor morgen?

 ?                        ?????