zintuigen

Leerdoelen
  • Je kan de werking van zenuwen beschrijven met de reflexboog
  • Je kan de werking van zintuigen beschrijven. 
  • Je kunt aangeven waar de gezichts-, gehoor, en evenwicht zintuigen liggen 
  • Je kan uitleggen wat een adequate prikkel. 
  • Je kan beschrijven hoe de zintuigen in de huid, neus tong werken en de bijbehorende adequate prikkel noemen 
  • Je kunt de inwendige en de uitwendige delen van het oog noemen en de functies daarvan beschrijven. 
  • Je kan beschrijven hoe de pupilreflex de grote van de pupil regelt. 
  • Je kunt beschrijven hoe op het netvlies een scherp beeld ontstaat 
  • Je kan de cellen van het netvlies onderscheiden en uitleggen hoe deze werken. 
  • Je kan de onderdelen van het oor met hun functies en kenmerken benoemen
1 / 45
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 45 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Leerdoelen
  • Je kan de werking van zenuwen beschrijven met de reflexboog
  • Je kan de werking van zintuigen beschrijven. 
  • Je kunt aangeven waar de gezichts-, gehoor, en evenwicht zintuigen liggen 
  • Je kan uitleggen wat een adequate prikkel. 
  • Je kan beschrijven hoe de zintuigen in de huid, neus tong werken en de bijbehorende adequate prikkel noemen 
  • Je kunt de inwendige en de uitwendige delen van het oog noemen en de functies daarvan beschrijven. 
  • Je kan beschrijven hoe de pupilreflex de grote van de pupil regelt. 
  • Je kunt beschrijven hoe op het netvlies een scherp beeld ontstaat 
  • Je kan de cellen van het netvlies onderscheiden en uitleggen hoe deze werken. 
  • Je kan de onderdelen van het oor met hun functies en kenmerken benoemen

Slide 1 - Diapositive

Zenuwstelsel
Centrale zenuwstelsel:
hersenen en ruggenmerg




Slide 2 - Diapositive

Centraal zenuwstelsel
Hersenen
- grote hersenen
- hersenbalk
- kleine hersenen
- hersenstam


Ruggenmerg

Slide 3 - Diapositive

 Typen zenuwcellen
Drie typen zenuwcellen:
  • Gevoelszenuwcellen
  • Schakelcellen 
  • Bewegingszenuwcellen

Slide 4 - Diapositive

Reflex (en reflexboog)
Reflexboog


Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

de hoornlaag en de kiemlaag samen noemen we de ...........

Slide 10 - Question ouverte

In welke laag van de huid vinden we de bloedvaten?
A
in de kiemlaag
B
in de hoornlaag
C
in de opperhuid
D
in de lederhuid

Slide 11 - Quiz

In welke laag van de huid wordt een tattoo gezet?
A
in de opperhuid
B
in de kiemlaag
C
in de lederhuid
D
in het onderhuids bindweefsel

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Diapositive

Door Covid-19 ruiken sommige mensen niets meer.
Wat is het gevolg voor je smaak?
A
Dat maakt geen verschil
B
Je proeft veel minder
C
Je proeft niets meer

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Diapositive

oog

Slide 16 - Carte mentale

Slide 17 - Diapositive

Waarvoor dient je wenkbrauw?

Slide 18 - Question ouverte

Slide 19 - Diapositive

De bouw van de ogen
Het oog bestaat uit drie lagen: 
  • harde oogvlies
  • vaatvlies
  • netvlies

Slide 20 - Diapositive

Netvlies

Slide 21 - Diapositive

Accomoderen

Slide 22 - Diapositive

accomoderen

Slide 23 - Diapositive

Van buiten naar binnen is de volgorde van de lagen in het oog:
A
netvlies, harde oogvlies, vaatvlies
B
harde oogvlies, netvlies, vaatvlies
C
harde oogvlies, vaatvlies, netvlies
D
vaatvlies, harde oogvlies, netvlies

Slide 24 - Quiz

Welk nummer brengt voedingstoffen naar het oog?
A
1
B
4
C
3
D
2

Slide 25 - Quiz

Om te zien moet er licht in je oog komen. Via welke onderdelen van het oog komt het licht in je oog?
A
hoornvlies, pupil, lens, netvlies
B
lens, pupil, hoornvlies ,netvlies
C
pupil, lens, hoornvlies, netvlies
D
netvlies, pupil, lens, hoornvlies

Slide 26 - Quiz

Welk onderdeel van het oog zorgt voor de hoeveelheid lichtinval in het oog?
A
Netvlies
B
Iris
C
Hoornvlies
D
Lens

Slide 27 - Quiz

Lagen van de huid
Opperhuid
lederhuid
Onderhuids bindweefsel

Slide 28 - Question de remorquage

Elke keer als je met je ogen knippert, wordt traanvocht over de ogen verspreid. Als de traanklieren niet voldoende traanvocht produceren, ontstaan ‘droge ogen’. De ogen worden dan rood en branderig. Het voelt aan alsof er steeds iets in de ogen zit. Door te weinig traanvocht kan de buitenste, doorzichtige laag van het oog beschadigd raken. Hoe Hoe heet de buitenste, doorzichtige laag van het oog?

Slide 29 - Question ouverte

Antwoord geven op de volgende slide 

Slide 30 - Diapositive

Welke letter geeft de plaats van de traanklier aan?
A
P
B
R
C
Q
D
S

Slide 31 - Quiz

Geluid
Licht
Geurstoffen
Smaakstoffen
aanraking
Oor
huid
Tong
Neus
Oog
Als afsluiting: Sleep de prikkel naar de juiste zintuigen.

Slide 32 - Question de remorquage

Wat is een reflex?
A
Een vaste snelle reactie op een bepaald impuls
B
Een vaste snelle reactie op een bepaalde prikkel
C
Een afwisselende snelle reactie op een bepaalde prikkel
D
Een afwisselende trage reactie op een bepaalde impuls

Slide 33 - Quiz

Reflexen
Hieronder staan vier beweringen over reflexbewegingen.
1 Impulsen voor reflexbewegingen verlopen altijd via het ruggenmerg.
2 Een bepaalde reflexbeweging komt meestal sneller tot stand dan dezelfde bewuste beweging.
3 Reflexbewegingen kunnen niet worden onderdrukt.
4 Reflexbewegingen komen tot stand voordat of zonder dat het individu zich van de prikkel bewust wordt.

Welke beweringen zijn juist?

A
Alleen de beweringen 1 en 3.
B
Alleen de beweringen 2 en 4.
C
Alleen de beweringen 1, 2 en 3.
D
Alleen de beweringen 2, 3 en 4.

Slide 34 - Quiz

Zijn er nog dingen waar je extra uitleg over wilt, vragen, opmerkingen?

Slide 35 - Carte mentale

Afsluiten / examenvragen 

Slide 36 - Diapositive

Bij kinderen tussen 2 en 6 jaar is het plaatsen van een trommelvliesbuisje een van de meest voorkomende operaties. De reden voor het uitvoeren van zo'n operatie is dat de buis van Eustachius steeds verstopt is. 

De luchtdruk in het middenoor is dan niet gelijk aan de luchtdruk buiten. Het gevolg is dat het trommelvlies te strak gespannen staat. Ook hoopt zich vocht op waardoor een middenoorontsteking kan ontstaan. 

Door een buisje in het trommelvlies wordt de druk in het middenoor gelijk aan die van de buitenlucht.

Slide 37 - Diapositive

In de afbeelding zijn enkele delen van het
oor met letters aangegeven.

Met welke letter wordt de buis van
Eustachius aangegeven?
A
Q
B
S
C
T
D
U

Slide 38 - Quiz

En met welke letter wordt
het trommelvlies aangegeven?
A
R
B
Q
C
S
D
T

Slide 39 - Quiz


Als er vocht is opgehoopt in het middenoor, kun je minder goed horen.

Leg uit waardoor je minder goed kunt horen als er veel vocht in het middenoor is opgehoopt.

Slide 40 - Question ouverte

Een middenoorontsteking kan hevige pijn veroorzaken. Impulsen die door de pijnprikkels ontstaan, worden door een bepaald type zenuwcel vanuit het oor naar de hersenen geleid.

Hoe heet zo'n zenuwcel?
A
Een bewegingszenuwcel
B
Een gevoelszenuwcel
C
Een schakelcel

Slide 41 - Quiz

De pupil van het oog kan groter of kleiner worden, afhankelijk van de omstandigheden. Bij veel fotocamera's geeft de flitser vlak voor het maken van een foto een aantal kleine flitsen. Hierdoor worden de pupillen kleiner en zijn de ogen op de foto niet rood.
De pupil wordt kleiner door het samentrekken van spieren in de iris. In de iris komen kringspieren en lengtespieren voor.

Door het samentrekken van welke spieren wordt de pupil kleiner?
A
Alleen door het samentrekken van de kringspieren
B
Alleen door het samentrekken van de lengtespieren
C
Door het samentrekken van de kringspieren en door het samentrekken van de lengtespieren

Slide 42 - Quiz

Brandwonden kunnen ontstaan door heet water, vuur of door de zon. Bij ernstige brandwonden worden zowel de opperhuid, de lederhuid en het onderhuids bindweefsel aangetast. Deze brandwonden noemt men derdegraadsbrandwonden.

Veel patiënten met ernstige brandwonden voelen geen pijn.

Leg uit hoe dat komt.

Slide 43 - Question ouverte

Het syndroom van Sjögren is een ziekte waarbij onder andere de traanklieren langdurig ontstoken zijn. Daardoor werken de traanklieren minder goed.

Leg uit dat door zo'n ontsteking de ogen geïrriteerd raken en branderig aanvoelen.

Slide 44 - Question ouverte

Het syndroom van Sjögren is een ziekte waarbij onder andere de traanklieren langdurig ontstoken zijn. Daardoor werken de traanklieren minder goed. Bij het syndroom van Sjögren wordt het buitenste vlies van het oog geïrriteerd.

Hoe heet dit vlies?

Slide 45 - Question ouverte