2m P3 Vorbereitung auf TW

Vorbereitung auf Mondeling Duits klas 2
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Vorbereitung auf Mondeling Duits klas 2

Slide 1 - Diapositive

Duits spreekvaardigheid
- A2 niveau
- vocabulaire, grammatica, uitspraak
- fouten maken is niet erg
- weet je een woord niet - omschrijf het
- leer een paar standaard zinnen uit je hoofd - Redemittel
- wat je zegt hoeft niet persé helemaal waar te zijn


Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Familie
Vater /Mutter / Großeltern
Hast du Geschwister?
Schwester
Bruder


Slide 5 - Diapositive

Wo wohnst du?

Slide 6 - Diapositive

Haustiere

Slide 7 - Diapositive

Freizeit

Slide 8 - Diapositive

das Hobby, die Freizeit

Slide 9 - Diapositive

Schulfächer
Physik (natuurkunde), Chemie( scheikunde) Geschichte
Wirtschaft (economie), Sport
Mathematik
Französisch
Niederländisch
Welches Schulfach magst du am liebsten/ am wenigsten?
Schwierig/leicht/ interessant


Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Hoe vertaal je wanneer?
A
Wohin?
B
Woher?
C
Wann?
D
Was?

Slide 12 - Quiz

Hoe vertaal je hoe?
A
Wer?
B
Wann?
C
Welche?
D
Wie?

Slide 13 - Quiz

Instinkers?

Slide 14 - Diapositive

Wie geht es Dir?

Slide 15 - Carte mentale

wann? 
was? 
wer? 
wie?
wo?
woher?
wohin? 
wanneer?
 wat?
 wie?
 hoe?
waar?
waarvandaan?
waarheen? 

Slide 16 - Question de remorquage

(Heb jij) Lust zu grillen?
(Ik ben) gern am Strand.
Im Dezember (is het) kalt.
Julius (heeft) nur abends Zeit.
(Zijn) die Straßen heute glatt?
(Hebben) deine Eltern die Reise schon gebucht?
ist es
ich bin
hat
sind
hast du
haben

Slide 17 - Question de remorquage

S. 149, Auf. 19
Lesen
1. In welk land is Claudio geboren?
A
Frankreich
B
Italien
C
Deutschland
D
Russland

Slide 18 - Quiz

S. 149, Auf. 19
Lesen
Waarom is Claudio naar Duitsland gekommen?
A
Er hat in Deutschland gearbeitet
B
Er hat sich in einer deutschen Frau verliebt
C
Er findet Deutschland schön
D
Er ist in Deutschland geboren

Slide 19 - Quiz


A
Er ist ein Lehrar
B
Er ist ein Arzt
C
Er verkauft Eis
D
Er ist arbeitslos

Slide 20 - Quiz

Spaghettieis staat op de kaart van elke ijssalon in Duitsland. Waar zou het naar smaken, denk je?

Slide 21 - Question ouverte

Findest du Eis lecker?

Slide 22 - Question ouverte

Grammatik 
S. 150, Auf. 20 

DER-DIE-DAS-DIE 

Slide 23 - Diapositive

Wo bestellst du am liebsten dein Essen?

Slide 24 - Question ouverte

Findest du Sushi lecker?
ja, das ist mein Lieblingsessen
JA, aber nur mit viel Wasabi
Sushi schmeckt mir nicht
Ich esse lieber Nudel

Slide 25 - Sondage