Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Disk thema 21 - vakantie
Slide 1 - Diapositive
Als ik aan vakantie denk dan word ik ....
😒🙁😐🙂😃
Slide 2 - Sondage
Als ik aan school denk dan word ik
😒🙁😐🙂😃
Slide 3 - Sondage
Wat is jouw favoriete vakantieland?*
Slide 4 - Carte mentale
Naar welk land(en) zou je graag willen reizen?*
Slide 5 - Carte mentale
app.diskmethode.nl
Slide 6 - Lien
Waar is de jongen?
A
op het strand
B
bij het zwembad
C
op het schoolplein
D
in bed,hij droomt
Slide 7 - Quiz
Wat doet de jongen?
A
hij slaapt in bed
B
hij slaapt in de zon
C
hij luistert naar muziek
D
hij denkt aan zijn docent
Slide 8 - Quiz
Je ziet veel cirkels bij de jongen. Wat zijn die cirkels?
A
ballen
B
parasols
C
paraplu's
D
pizza's
Slide 9 - Quiz
Slide 10 - Diapositive
In welke situatie zou jij scannend lezen/skimmen/*
Slide 11 - Carte mentale
Scannend lezen => skimmen
Bij skimmen probeer je in korte tijd zo veel mogelijk informatie uit een tekst te halen.
Je leest dus niet de hele tekst
Slide 12 - Diapositive
Beantwoord de vragen
Hoeveel tijd krijg je om het antwoord te vinden?
roze = 60 seconden
groen = 45 seconden
blauw = 30 seconden
Slide 13 - Diapositive
Hoeveel kosten de appartementen?
timer
1:00
timer
0:45
timer
0:30
Slide 14 - Question ouverte
Waar kun je een appartement boeken?
timer
1:00
timer
0:45
timer
0:30
Slide 15 - Question ouverte
Waar liggen de appartementen?
timer
1:00
timer
0:45
timer
0:30
Slide 16 - Question ouverte
Hoeveel zwembaden zijn er?
timer
1:00
timer
0:45
timer
0:30
Slide 17 - Question ouverte
Op welke dingen in de tekst let je bij scannend lezen?
Slide 18 - Carte mentale
Bronnen
Slide 19 - Diapositive
niveau groen
Luister naar de tekst
beantwoord daarna de vragen
Slide 20 - Diapositive
app.diskmethode.nl
Slide 21 - Lien
Elke dag laten mensen dingen in de trein liggen. Welke dingen worden in de tekst genoemd? telefoon - computer - portemonnee - tas - schoenen -paraplu - jas
Slide 22 - Question ouverte
Welk voorwerp verliezen reizigers het meest in de trein?
A
portemonnee
B
tas
C
telefoon
D
schoenen
Slide 23 - Quiz
Waarom is het moeilijk om de spullen weer aan de mensen terug te geven?
A
omdat de mensen van de NS vaak alleen maar een naam weten
B
omdat het veel geld kost om de spullen op te sturen
C
omdat veel mensen iets laten liggen in de trein
D
omdat de mensen van de NS de spullen zelf willen houden
Slide 24 - Quiz
De meneer van de NS vertelt dat hij een match heeft. Om welk voorwerp gaat het?
A
een scootmobiel
B
een aapje
C
een ID-kaart
D
een telefoon
Slide 25 - Quiz
Spreekopdracht
Werk samen. Lees de vragen. Bespreek het antwoord met elkaar.
In de trein is ook een scootmobiel gevonden.
Bedenk een verhaal:
- Van wie is deze scootmobiel?
- Wat is er gebeurd?
- Vertel jullie verhaal aan de klas (kies wie van jullie twee dat doet).
timer
5:00
Slide 26 - Diapositive
niveau blauw
Luister naar de tekst
beantwoord daarna de vragen
Slide 27 - Diapositive
app.diskmethode.nl
Slide 28 - Lien
Wat kan je achterlaten in de trein? helm - huis - koffer - telefoon - wasmachine - tas - bankpasje - portemonnee - kindergitaar - school
Slide 29 - Question ouverte
Welk voorwerp verliezen reizigers het meest in de trein?
A
portemonnee
B
tas
C
telefoon
D
schoenen
Slide 30 - Quiz
Waarom is het moeilijk om de spullen weer aan de mensen terug te geven?
A
omdat de mensen van de NS vaak alleen maar een naam weten
B
omdat het veel geld kost om de spullen op te sturen
C
omdat veel mensen iets laten liggen in de trein
D
omdat de mensen van de NS de spullen zelf willen houden
Slide 31 - Quiz
De meneer van de NS vertelt dat hij een match heeft. Om welk voorwerp gaat het?
A
een scootmobiel
B
een aapje
C
een ID-kaart
D
een telefoon
Slide 32 - Quiz
Spreekopdracht
Werk samen. Lees de vragen. Bespreek het antwoord met elkaar.
Meneer Bakker vertelt over een kinderwagen:
Bedenk een verhaal:
- Van wie is deze kinderwagen?
- Wat is er gebeurd?
- Vertel jullie verhaal aan de klas (kies wie van jullie twee dat doet).