TH5D week 37

Nederlands
11 september
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 27 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Nederlands
11 september

Slide 1 - Diapositive

Programma
- Wat gaan we doen dit jaar?

- SE en CE

- Syllabus

- Literatuurlijst opstellen

Slide 2 - Diapositive

Wat gaan we doen dit jaar?
Periode 1: lezen blok 1 tot en met 3 herhalen, lezen blok 4 en 5, literatuur 
Periode 2: geschreven betoog, lezen oefenen, mondelinge presentatie
Periode 3: mondelinge presentatie, mondeling literatuur, examenvoorbereiding

Slide 3 - Diapositive

SE en CE
- SE1: oefenen met lezen en aandacht voor literatuur, geen SE
- SE2: geschreven betoog
- SE3: mondeling literatuur

- CE: begrijpend lezen (lezen blok 1 tot en met 5)

Slide 4 - Diapositive

Syllabus
- Classroom: o11or7p

- Welke vaardigheden word je geacht te bezitten?
- Welke begrippen word je geacht te weten?
- Wat wordt getoetst en wat niet?

Slide 5 - Diapositive

Literatuur
- Voor je mondeling: 8 boeken (hoeft niet voor 1880, mag wel, goed geen poezie, mag wel)

- Vier vorig jaar gelezen, vier dit jaar
- Samen een boek met de klas lezen
- Heb je vorig jaar echt gelezen en wat heb je gelezen?

Slide 6 - Diapositive

Opdracht (15 minuten)
- Zoek de titels en de schrijvers op van de boeken die je vorig jaar hebt gelezen.
- Als je ze niet hebt gelezen of niet leuk vond, kun je nog andere titels kiezen, die hoef je niet meteen op te schrijven

- Zoek alvast het boek uit dat je vrijdag tijdens de eerste 20 minuten van het blokuur wilt lezen

Slide 7 - Diapositive

Lezen voor de lijst
- Niveaus
- Onderwerp
- Samenvattingen
- Andere informatie over het boek

Niveau 4, 5 of 6 als je uitdaging zoekt

Slide 8 - Diapositive

Opdracht (5 minuten)
Schrijf op:

- Wat verwacht je van dit jaar?
- Wat vind je makkelijk en waar heb je moeite mee?

- Waar heb je hulp bij nodig?
- Wat moet ik van je weten?

Slide 9 - Diapositive

Voor morgen
- Neem je laptop mee

Slide 10 - Diapositive

Nederlands
12 september

Slide 11 - Diapositive

Wat gaan we doen?
- Leesniveaus: welke niveaus zijn er?

- Bepaal je eigen leesniveau

- Wat wordt er van je verwacht?

- Stel je leeslijst voor komend jaar samen

Slide 12 - Diapositive

Leesniveaus
Lezen voor de lijst.nl heeft 6 niveaus

Eind H4: in ieder geval niveau 4 (3F)

Academisch, belevend, letterkundig, reflecterend, interpreterend, herkennend lezen
- leerlingkenmerken
- doelen
- boekenkenmerken

Slide 13 - Diapositive

Opdracht (15 minuten)
We lezen eerst in stilte de zes kaartjes die je hebt gekregen.

Daarna leg je voor jezelf de kaartjes op volgorde van wat bij jouw manier van lezen past tot wat echt niet bij je past

Bepaal ook voor jezelf wat je leesdoel is dit jaar

Slide 14 - Diapositive

Niveaus
Niveau 1: belevend lezen
Niveau 2: herkennend lezen
Niveau 3: reflecterend lezen
Niveau 4: interpreterend lezen
Niveau 5: letterkundig lezen
Niveau 6: academisch lezen
--> wat wordt er van je verwacht?

Slide 15 - Diapositive

Niveau 3

- Alleen maar nette mensen
- Het smelt 
- Magnus
- Niemand in de stad (ook een film van)
- Oeroeg (ook een film van)
- Sonny boy
- Verborgen gebreken



- Wees onzichtbaar
- De tweeling
- Het bittere kruid
- Het schnitzelparadijs (ook een film van)
- Kom hier dat ik u kus
- Turks fruit


Slide 16 - Diapositive

Niveau 4

- Alles wat er was
- Bezonken rood
- De aanslag
- De avonden
- De consequenties
- De engelenmaker
- Dit zijn de namen
- Een schitterend gebrek




- El negro en ik 
- Wij de mens
- Joe speedboot
- Warenar (voor 1880)
- Nooit meer slapen

Nooit in je leven lezen:
- Knielen op een bed violen

Slide 17 - Diapositive

Niveau 5

- De procedure
- De stille kracht
- La superba
- Max Havelaar
- Oorlog en terpentijn

Niveau 6

- De ontdekking van de hemel
- Grand hotel Europa
- Rituelen
- Lof der zotheid
- Het verdriet van België

Slide 18 - Diapositive

Opdracht (15 minuten)
Maak je literatuurlijst af in de google spreads.

Klaar?
Maak opdracht 1, 2 van Woordenschat blok 4.

Dit is huiswerk voor morgen.

Slide 19 - Diapositive

Voor morgen
- Maak je literatuurlijst af in de google spreads 
- Maak opdracht 1, 2 van Woordenschat blok 4
- Neem je leesboek mee (eerst 20 minuten lezen)

Slide 20 - Diapositive

Nederlands
13 september

Slide 21 - Diapositive

Wat gaan we doen?
- Leesmoment: half uurtje lezen

- Opdracht 1 en 2 woordenschat blok 5 bespreken

- Opdracht 3 woordenschat blok 4 maken + korte tekst schrijven

- Lezen blok 1 herhalen

Slide 22 - Diapositive

Leesmoment
- We gaan lezen tot 11:10 uur.

Slide 23 - Diapositive

Opdracht (15 minuten)
Woordenschat opdracht 1 en 2 

- Strategie: hoe haal je een woordbetekenis uit de tekst?

- Wat is een antoniem?

Slide 24 - Diapositive

Lezen blok 1
[3] manieren van lezen
[4] onderwerp, deelonderwerp, hoofdgedachte
[5] titel, ondertitel, tussenkopjes
[6] alinea en kernzin
[7] citeren en eigen woorden
[8] schrijfdoelen, tekstsoorten en tekstvormen
[9] feitelijke en waarderende uitspraken
[10] intentie van de schrijver

Slide 25 - Diapositive

Opdracht (15 minuten)
Zijn de onderstaande beweringen juist of onjuist en waarom?
1. Door een tekst oriënterend te lezen, haal je de hoofdzaken uit die tekst.
2. Wanneer je je afvraagt of de argumentatie logisch en overtuigend is, lees je de tekst kritisch.
3. Bij globaal lezen let je ook op de verwijswoorden en de woordbetekenissen in de tekst.
4. De kernzin van een alinea staat vrijwel altijd vooraan (eerste of tweede zin).
5. Je formuleert de hoofdgedachte van een tekst in een mededelende zin.
6. Om de hoofdgedachte vast te stellen, let je vooral op de titel en de inleiding.
7. De belangrijkste functie van een titel is de lezer informeren over het onderwerp van de tekst.
8. Tussenkopjes kunnen de deelonderwerpen aangeven, maar ze kunnen ook vooral de aandacht van de lezer trekken.
9. Een nieuwsbericht is een voorbeeld van een uiteenzettende tekst.
10. Een ingezonden brief is meestal betogend.
11. Als je wordt gevraagd in eigen woorden te antwoorden, mag je geen woorden uit de tekst overnemen.
12. Om te bepalen voor welk publiek een artikel is geschreven, kijk je goed naar de bron en de tekstvorm waarin het is verschenen.

Slide 26 - Diapositive

Huiswerk
Maak de juist/onjuist vragen af.

Slide 27 - Diapositive