Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactif, diapositives de texte et 1 vidéo.
Aan het einde van deze les kun je vertellen hoe de seizoenen ontstaan
Aan het einde van de les ken je het verschill tussen weer en klimaat
Begrippen:
BK:
- aardgas
- atmosfeer/dampkring
- het weer
- klimaat
KGT en TH:
- aardas
- poolcirkel
HV:
- keerkringen
- breedteligging
- luchtstreken
Weer: Temperatuur, Neerslag, Wind en Zonneschijn.
Atmosfeer: luchtlaag om de aarde heen. Bestaat voornamelijk uit stikstof en zuurstof
Vindt plaats op één plek en op één moment en kan elk moment veranderen.
Soorten klimaten:
Onderwerp: Klimaatzones van de wereld
Vraag: waarom zijn er verschillende klimaatzones?
Maken:
Klaar:
Leerdoelen behaald?
Aan het eind van deze les kun je vertellen hoe dag en nacht ontstaat.