1.3 Werken met grootheden en eenheden bk 1

• Natuurkunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

meten is weten

pak je spullen 

Wordt stil.

2a

Welkom

telefoon  in de bak
 zoek je eigen plek op

pak je spullen 

Wordt stil.

2d

Welkom

telefoon  in de bak
 zoek je eigen plek op

pak je spullen 

Wordt stil.

2b

Welkom

telefoon  in de bak
 zoek je eigen plek op

pak je spullen 

Wordt stil.

2c

Welkom

telefoon  in de bak
 zoek je eigen plek op

pak je spullen 

Wordt stil.

so 1.2

Het practicum lokaal

succes!

Je werkt stil.

Je mag niets lenen.

Je kijkt voor je.

als je een vraag hebt steek je je vingen op

Als je klaar bent leg je je toets op zijn kop op de Hoek van je tafel.

Je mag geen telefoon gebruiken.

pak nu je plenda

Zoek op: 

2a: wo 11- 10

2b: vr 13-10

2c: wo 18-10

2d: di 17-10

so 1.3

waar: blz 32 t/m 38.

+  blz 46 en 47

Neem je rekenmachine mee!

doelstelingen in som

noteer dit in je plenda 

laat je plenda open op tafel liggen

pak nu je plenda

Zoek op: 

2a: wo 4-10

2b: vr 6-10

2c: do 5-10

2d: do 5-10

schatten en meten

Meenemen: Neem je rekenmachine mee naar de les!

schatten en meten

Lezen:  blz. 32 t/m 34

Wat: mk. Opdracht 1 t/m 11

Waar: blz. 33 t/m 34 en 26

Termen lijst:

Neem de termen

over in je schrift en schrijf de betekenis er achter

Vandaag

Je kent het verschil tussen meten en schatten.

je weet wat een grootheid is en kan voorbeelden geven.

je weet wat een eenheid is en kan voorbeelden geven.

uitleg

begeleid oefenen

zelfstandig oefenen

Welke blauwe lijn is langer?

1. de bovenste
2. de onderste
3. geen van beide

schatten is onnauwkeurig

Door te meten weet je zeker wat de maat van iets is

Meten is weten

  Hoe lang je bent met een meetlat. (meten)

  

De temperatuur buiten met een thermometer.

  

Het gewicht met een weegschaal. (wegen)

Meten geeft je belangrijke informatie.

 

Als je bijvoorbeeld wilt weten hoeveel je bent gegroeid in een jaar, of het buiten warm genoeg is voor een korte broek of hoeveel gram suiker je nodig hebt voor het bakken van de koekjes. 

lees

wat is beter: schatten of meten (blz 32)

meet instrument

Evaluatie

1. Wat ging goed?
2. Wat kan beter ?
3. Wat kan anders?