H 7.3 Eenheden van oppervlakte

7.3 Eenheden van oppervlakte
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

7.3 Eenheden van oppervlakte

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen

- Je kunt rekenen met eenheden van oppervlakte

Slide 2 - Diapositive

Welke eenheden horen bij de grootheid lengte?
Gebruik de afkortingen.

Slide 3 - Question ouverte

Welk rijmpje kun je gebruiken als ezelsbruggetje?

Slide 4 - Question ouverte

Wat betekent 'kilo'?
A
1
B
10
C
100
D
1000

Slide 5 - Quiz

Wat betekent 'milli'?
A
0,1
B
0,01
C
0,001
D
0,0001

Slide 6 - Quiz

Wat betekent 'deca'?
A
1
B
10
C
100
D
1000

Slide 7 - Quiz

Dus.. wat zijn de eenheden van lengte?

Slide 8 - Question ouverte

7,45 cm = ... mm
A
7,45
B
74,5
C
0,745
D
745

Slide 9 - Quiz

80 000 cm = ... km
A
0,8
B
8
C
80
D
800

Slide 10 - Quiz

2,73 m = ... cm
A
0,273
B
0,0273
C
27,3
D
273

Slide 11 - Quiz

Hoe reken ik de omtrek uit?

Slide 12 - Question ouverte

Welke stap maak je van een grote eenheid naar een kleine eenheid bij lengte? (van km naar hm bijv.)
A
x10
B
x100
C
:10
D
:100

Slide 13 - Quiz

Welke stap maak je van een kleine eenheid naar een grote eenheid bij lengte? (van mm naar cm bijv.)
A
x10
B
x100
C
:10
D
:100

Slide 14 - Quiz

Wat is de omtrek?

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo

Hoe rekenen we dus
het oppervlakte uit?
A
Lengte + de breedte
B
Alle zijden bij elkaar
C
Lengte x de breedte
D
Alle zijden keer elkaar

Slide 17 - Quiz

Het oppervlakte is 
lengte x breedte

Slide 18 - Diapositive

Eenheden van oppervlakte

Slide 19 - Diapositive

Oppervlakte
Bij het oppervlakte doe je dus twee zijden keer elkaar:
Lengte x breedte

Daarom krijg je bij de eenheid een kleine 2

Bij elke stap komen er 2 nullen bij (x100) of 2 nullen af (:200)

Slide 20 - Diapositive

Eenheden van oppervlakte

Slide 21 - Diapositive