Zakelijke brief / zakelijke email QUIZ

Welkom 
start je device en log in op LessonUp
Lezen 15 minuten - pak een leesboek
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3,4

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Welkom 
start je device en log in op LessonUp
Lezen 15 minuten - pak een leesboek

Slide 1 - Diapositive

Zakelijke email schrijven

Slide 2 - Diapositive

Opmaak zakelijke email
aan: mailadres geadresseerde
onderwerp: Waar gaat de email over?

Aanhef: Geachte heer, mevrouw,
Inleiding: Wie ben je? Waarom schrijf je?
Kern: Belangrijke informatie, vragen etc.
Afsluiting: bedankje en wat verwacht je?

Met vriendelijke groet,

Naam + Achternaam

Slide 3 - Diapositive

De aanhef van een zakelijke email schrijf je zo:
A
Hoi meneer/mevrouw,
B
Geachte,
C
Geachte heer/geachte mevrouw,
D
Geachte heer/mevrouw,

Slide 4 - Quiz

In de inleiding van een zakelijke email staat:
A
Jezelf voorstellen, waarom je de mail schrijft
B
Kort maar krachtig alle informatie
C
Het onderwerp van de mail
D
De slotformule

Slide 5 - Quiz

Bij een zakelijke email geef je altijd aan waar het over gaat in de regel:
A
onderwerp
B
slotgroet
C
slot
D
inleiding

Slide 6 - Quiz

Wat is de slotgroet van een zakelijk email?
A
met vriendelijke groet
B
hartelijke groet
C
groetjes
D
groet

Slide 7 - Quiz

Een zakelijke email is vooral
A
formeel
B
informeel

Slide 8 - Quiz

Waar komt er verplicht een komma in een email?
A
na de aanhef
B
achter je eigen naam
C
na het onderwerp
D
er komt nergens een verplichte komma

Slide 9 - Quiz

Een zakelijke email bevat:
A
Geen adresgegevens, wel email adres en onderwerp
B
Wel adresgegevens, geen email adres en onderwerp
C
Geen adresgegevens, geen email adres wel een onderwerp
D
Wel adresgegevens, wel een email-adres en geen onderwerp

Slide 10 - Quiz

Wat is een goede aanhef van een zakelijke email?
A
Geachte klachtencommissie,
B
Geachte meneer van der Veen
C
Geachte heer, mevrouw,
D
Beste meneer Wagteveld,

Slide 11 - Quiz

Onder je email zet je
A
je voornaam
B
je achternaam
C
je voor- en achternaam

Slide 12 - Quiz