2hv - Les 6 P1 - das Perfekt

   Deutsch!    

2hv
Les 6 P2
Gutentag
1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

   Deutsch!    

2hv
Les 6 P2
Gutentag

Slide 1 - Diapositive

Planung
Woche 2 - Schritt 30
Woche 3 - Schritt 32
Woche 4 - Schritt 33
Woche 5 - Schritt 34

Woche 6 - Prüfung Schritt 29 -34

Slide 2 - Diapositive

Heute
Voorbereiding voor les 5:

maken: Schritt 32

in de les:
de voltooide tijd

verwerkingsopdrachten na les 5:
maken: Schritt 33

HAVO: Opdracht 2 slaan we over!











Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

werden -> betekenis (1)
worden

  • Morgen werde ich 16.
  • Ich will später Lehrerin werden.
  • Mein nächstes Fahrrad wird blau.
  • Ich werde verrückt!

uitleg

Slide 5 - Diapositive

werden -> betekenis (2)
zullen, gaan ..., van plan zijn

  • Das werde ich nicht machen. 
  • Wir werden dich morgen besuchen. 
  • Thomas wird seine Hausaufgaben machen. 
  • Werdet ihr das Buch noch lesen?
uitleg

Slide 6 - Diapositive

  • Morgen ga ik je bellen. (van plan zijn -> werden)
  • Morgen ga ik naar oma. (naartoe -> gehen)
  • Gaan we nog afspreken? (zullen -> werden)
  • Gaan we nog? (naartoe -> gehen)

gaan: werden of gehen?
werden: zullen, gaan ..., van plan zijn
gehen: ergens naartoe
uitleg

Slide 7 - Diapositive

Jij wordt later dierenarts.
Du ... später Tierarzt.
3/8
A
werdest
B
wirst
C
wirdst
D
wirdest

Slide 8 - Quiz

Thomas gaat ons helpen.
Thomas ... uns helfen.
4/8
A
werdet
B
wirst
C
werdest
D
wird

Slide 9 - Quiz

werden- wurden- würden
ich werde
du wirst
er wird
wir werden
ihr werdet
sie werden
ich bin geworden
ich wurde
du wurdest
er wurde
wir wurden
ihr wurdet
sie wurden
ich würde
du würdest
er würde
wir würden
ihr würdet
sie würden

Slide 10 - Diapositive

Zet het Nederlandse werkwoord wonen in de voltooide tijd (hij vorm).

Slide 11 - Question ouverte

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Welke tijd geven we aan met het hulpwerkwoord 'werden'?
A
de toevallige tijd
B
de toekomende tijd
C
de gekonjunctiveerde tijd
D
de imperatieve tijd

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Wat is de juiste hij-vorm in Perfekt van het werkwoord duschen?
A
er hat geduscht
B
er hat geduschtet

Slide 20 - Quiz

Wat is de juiste du-vorm in Perfekt van het werkwoord 'glauben'?

Slide 21 - Question ouverte

Slide 22 - Diapositive

Wat is de juiste hij-vorm in Perfekt van het werkwoord 'bringen'?
A
er hat gebringt
B
er hat gebracht

Slide 23 - Quiz

Wat is de juiste jullie-vorm in Perfekt van het werkwoord 'gewinnen'?
A
ihr habt gewonnen
B
ihr hat gewonnen

Slide 24 - Quiz

Slide 25 - Diapositive

Wat is de juiste hij-vorm in Perfekt van het werkwoord 'antworten'?

Slide 26 - Question ouverte

Slide 27 - Diapositive

Wat is de juiste wij-vorm in Perfekt van het werkwoord 'organisieren'?

Slide 28 - Question ouverte

Slide 29 - Diapositive

Wat is de juiste ik-vorm in Perfekt van het werkwoord 'schwimmen'?

Slide 30 - Question ouverte

Slide 31 - Diapositive

Wat is de juiste hij-vorm in Perfekt van het werkwoord 'aussteigen'?
A
er ist ausstiegen
B
er hat ausstiegen
C
er ist ausgestiegen
D
es hat ausgestiegen

Slide 32 - Quiz

Wat is de juiste ik-vorm in Perfekt van het werkwoord 'benutzen'?

Slide 33 - Question ouverte

Schritt 33 + module in Learbeat

Havo: Opdracht 2 overslaan

Slide 34 - Diapositive