Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Thema uiterlijk
taak 2
Slide 1 - Diapositive
Wat gaan we doen?
Huiswerk laten zien.
Woorden herhalen.
Nieuwe woorden leren.
Taak 2 maken.
Slide 2 - Diapositive
Type hier een titel
Wat ga je in dit thema leren?
Je geeft een beschrijving, stelt vragen en beantwoordt vragen.
Je doet een onderzoek naar kleding op school.
Je voert een discussie over kleding.
Je schrijft een tekst over geld uitgeven.
Je beschrijft verschillen, bedenkt argumenten en geeft je mening.
Slide 3 - Diapositive
Doelen
Aan het einde van deze les:
- Kun je de woorden van les 3 vertalen en er een Nederlandse zin mee schrijven.
- Kun je een onderzoeksvraag bedenken en opschrijven.
- Kun je een onderzoek uitvoeren en de resultaten opschrijven.
Slide 4 - Diapositive
Type hier een titel
Woorden les 2
Sophie wil model worden. Ze denkt dat haar huid egaal genoeg is voor de camera. Ze loopt graag rond in het park. Haar broer is ziek, maar gelukkig is het geen erge ziekte. Sophie vraagt hem naar de oorzaak van zijn griep. "Ik was te lang buiten zonder jas," zegt hij. Sophie vindt dat heel dom. "Maar je blijft tof hoor," zegt ze lachend. Samen praten ze over het verleden toen ze klein waren. Daarna eet Sophie van een lekkere schotel pasta. Ze denkt na vanwege haar grote dromen.
Slide 5 - Diapositive
Type hier een titel
Het model
Iemand die kleren laat zien of op de foto staat.
Een soort van iets.
Hij heeft het nieuwste model van die auto.
Slide 6 - Diapositive
Type hier een titel
Egaal
in één kleur; zonder plekken die anders zijn
Ze heeft een egale huid.
Slide 7 - Diapositive
Type hier een titel
Rondlopen
Lopen zonder dat je ergens heen gaat.
Ik ga na school een beetje rondlopen.
Slide 8 - Diapositive
Type hier een titel
De oorzaak
Waardoor het komt.
Wat is de oorzaak van het probleem?
Slide 9 - Diapositive
Type hier een titel
Tof
Leuk, aardig, goed of cool
Dat is echt tof.
Slide 10 - Diapositive
Type hier een titel
Het verleden
De tijd die al geweest is, alles wat vroeger is gebeurd
In het verleden was dat anders.
Slide 11 - Diapositive
Type hier een titel
De schotel
Een klein bord, waarop je bijv. een kopje kunt zetten
In het verleden was dat anders.
Slide 12 - Diapositive
Type hier een titel
Vanwege
Met die reden
Vanwege het slechte weer, kunnen wij niet voetballen.