Paragraaf 2.2: Politiek in Athene 1BB

§2.2 Politiek in Athene
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

§2.2 Politiek in Athene

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Monarchie 👑
Aan het begin waren de meeste poleis een monarchie.
Dit betekende dat een koning alle macht had.
Zijn macht werd geërfd door zijn kinderen.

Slide 3 - Diapositive

Aristocratie 💪
Na een tijd wilden de rijke burgers ook wat te zeggen hebben.
Zij hadden de wapens en zetten de koning aan de kant.
Deze aristoi namen dan met elkaar de beslissingen.

Aristocratie
Aristos (ἄριστος) = beste
Kratein (κρατεῖν) = heersen
Aristocratie= de beste heersen

Slide 4 - Diapositive

Tirannie 🗡️
Soms lukte het een aristocraat om alle macht te krijgen.
Vaak lukte dit met geweld.
Hij werd dan een tiran met alle macht voor zichzelf.

Slide 5 - Diapositive

Tirannie 🗡️
Soms lukt het een aristocraat om alle macht te krijgen.
Vaak lukt dit met geweld.
Hij wordt dan een tiran met alle macht voor zichzelf.
Pisistratos (607 v.Chr. - 527 v.Chr.):
  • Athena-tempel op Akropolis.
  • Aanleg waterleiding (-> betere hygiëne).
  • Streefde naar vrede met de naburige stadstaten (-> welvaart burgers).

Slide 6 - Diapositive

De Atheense 
democratie

- In Athene was het volk de baas.
- Er werd gestemd over 
   belangrijke beslissingen.
Directe democratie

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

0

Slide 9 - Vidéo


Atheense democratie 

≠ 

Nederlandse democratie!

Slide 10 - Diapositive

Atheense (directe) democratie
NL (indirecte) democratie
Alle 18+ mannelijke Atheense burgers doen mee.
150 politici gekozen door het volk.
Alle burgers in volks-vergadering meebeslissen.
1x in de 4 jaar kiest het volk de leden.
Alleen mannenmogen stemmen en meeregeren.
Vrouwen mogen stemmen en meeregeren.

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Alexander de Grote 

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

a. Een alleenheerser heeft alle macht.
b. Mensen die mee mochten stemmen over het bestuur. 
c. Situatie waarin de adel de samenleving bestuurt. 
d. Een erfelijke koning heeft de macht.
e. Het Griekse woord voor stadsstaat. 
Polis
Burgerrecht
Aristocratie
Monarchie
Tirannie

Slide 17 - Question de remorquage

Hoe verschilt de Atheense democratie met de Nederlandse?
Atheense democratie
Nederlandse democratie
Politici hebben de politiek als beroep
De burgers mogen zelf over wetten stemmen
Vrouwen mogen niet meedoen in de politiek
Politici hebben naast politiek nog een ander beroep
Vrouwen mogen wel meedoen in de politiek
Iedere 4 jaar komt een nieuwe regering
Iedere maand komt een nieuwe regering
De burgers kiezen wie over de wetten stemmen

Slide 18 - Question de remorquage

Volksvergadering hoort bij...
A
Monarchie
B
Aristocratie
C
Tirannie
D
Democratie

Slide 19 - Quiz

Raad van 500
Dagelijkse leiding 
Loting
één maand
Gekozen
één jaar
Bereiden wetten voor
50 personen

Slide 20 - Question de remorquage

Aan de slag!
2.2
Je maakt de opdrachten 3, 4, 7, 9, 10, 11 en 12.

Slide 21 - Diapositive