6.5 Vorsten met macht

Lesplanning hf.6 §5 vorsten met macht
Lesdoel; Aan het einde van de les kan je uitleggen waarom Lodewijk XIV de Zonnekoning werd genoemd en weet je wat een absoluut vorst is met absolute macht.


1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Lesplanning hf.6 §5 vorsten met macht
Lesdoel; Aan het einde van de les kan je uitleggen waarom Lodewijk XIV de Zonnekoning werd genoemd en weet je wat een absoluut vorst is met absolute macht.


Slide 1 - Diapositive

Check in
  • hoeveel gewesten zijn er in de Republiek?
  • waarover beslisten de gewesten in het eigen gewest?
  • waarover beslisten de gewesten samen?
  • wie bestuurde de gewesten?
  • wie bestuurde de Republiek?

Slide 2 - Diapositive

Absoluut vorst
Lodewijk XIV is een voorbeeld van een vorst met absolute macht:

  • Hij is zo machtig dat hij alleen regeert.
  • Droit Divin (Goddelijk recht)              

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

De Zonnekoning
  • Bijnaam de Zonnekoning; 'Zoals de planeten om de zon draaien, zo draaide alles in Frankrijk om hem. Hij is het stralende middelpunt.'
  • L'état, c'est moi! (De staat, dat ben ik!)

Slide 5 - Diapositive

4

Slide 6 - Vidéo

01:30
Wat wilde Lodewijk XIV uitstralen met het paleis?

Slide 7 - Question ouverte

02:22
Wat was de bijnaam van Lodewijk XIV?

Slide 8 - Question ouverte

03:34

Slide 9 - Diapositive

03:34
Wat had Lodewijk meegemaakt dat hij 'bang' was van de adel?

Slide 10 - Question ouverte

belangrijk!!
Lodewijk XIV had absolute macht.
Hij vond dat hij als een vader over zijn volk moest regeren en God had hem daar de macht voor gegeven. Daarom was zijn wil wet!

Slide 11 - Diapositive

Lodewijk XIV
Vraag 7 doen we samen:
Hoe kun je zien dat hij de koning is?
1. hij heeft mooie koninklijke kleding aan. 
2. Hij wordt helemaal afgebeeld niet alleen zijn gezicht
3. hij draagt hoge hakken
4. er ligt een kroon op het bankje.
5. hij kijkt erg streng



Slide 12 - Diapositive

Werken
maak van 6.5 vraag 1 tm 11 (2 en 10 hoeven niet)
timer
15:00

Slide 13 - Diapositive