MA H1 1.1 en 1.2

WElKOM BIJ MAATSCHAPPIJLEER






    introductie Wat is maatschappijleer?
1 / 39
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

WElKOM BIJ MAATSCHAPPIJLEER






    introductie Wat is maatschappijleer?

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Praktisch
- Wel een examen vak, maar geen centraal examen
- SE en PO 
- Compensatiepunt
- Let op begrippen
- Boeken elke les mee! 
- Huiswerkcontroles
- Elke 2 weken een nieuwsquiz + beloning

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar denk je aan bij:
maatschappijleer

Slide 4 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar denk je aan bij:
Politiek

Slide 6 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar denk je aan bij:
criminaliteit

Slide 8 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Samenleven (1)
  • Maatschappijleer gaat over de samenleving

  • Samenleven doe je in grote en kleine groepen.

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Samenleven (2)

  • Deze kleine groep mensen in je omgeving noemen we: sociale omgeving

  • Zo'n grotere groep heet de maatschappij

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Je hebt anderen nodig

  • Mensen zijn afhankelijk van elkaar: school, winkels, je sociale omgeving

  • Omdat mensen met miljoenen samenleven én omdat we afhankelijk zijn van anderen, moeten er afspraken zijn

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions



Samenleven kan 
niet zonder regels

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Gedragsregels
  • Regels die je automatisch toepast en vanzelfsprekend vindt

  • Zijn zelden opgeschreven

  • Hebben vaak met fatsoen te maken: fatsoensregels

Slide 14 - Diapositive

Bijvoorbeeld: iemand een(voor corona) een hand geven of opstaan in een volle bus voor iemand die slecht ter been is
Wetsregels
  • Regels die in wetten zijn vastgelegd.

  • Deze regels zijn opgeschreven

Slide 15 - Diapositive

Bijvoorbeeld: niet door rood fietsen of je verdient het minimumloon als je werkt

Slide 16 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

1.2 Met wie ben je verbonden

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kernbegrippen bij paragraaf:
  • Uitleggen met wie je verbonden bent aan de hand van de vier verschillende bindingen.
  • Het begrip sociale cohesie uitleggen en hier een voorbeeld bij noemen.
  • Het begrip polarisatie uitleggen en hierbij een voorbeeld noemen.
  • Informatie uit een filmpje halen en deze koppelen aan de begrippen sociale cohesie, wij- gevoel en polarisatie.

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Met wie ben je verbonden?
  • Levensonderhoud              economische bindingen​
  • Kennis                kennisbindingen​
  • Steun en liefde              gevoelsbindingen​
  • Overheidstaken            Politieke bindingen​

​In de samenleving zijn we afhankelijk van elkaar. Je hebt met verschillende mensen, verschillende soorten bindingen.​

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Gevoelsbindingen
Iedereen heeft liefde en vriendschap nodig. Daarom hebben we gevoelsbindingen. Bijvoorbeeld met:​
  • familie.​
  • vrienden.​
  • geliefden.

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Economische bindingen
Om in je levensonderhoud te voorzien heb je een hoop economische bindingen. Bijvoorbeeld:​
  • met je baas (voor je salaris).​
  • met je ouders (die een aantal dingen voor je betalen).​
  • met winkels (waar je spullen kunt kopen).​
  • met fabrikanten (die producten voor jou maken).

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kennisbindingen
Kennisbindingen heb je met alle mensen die jou iets leren. Bijvoorbeeld met:​
  • je school.​
  • je ouders.​
  • sportcoaches.​
  • media.

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Politieke bindingen
Politieke bindingen gaan over afhankelijk zijn van de overheid. Van de overheid zijn wij bijvoorbeeld afhankelijk voor:​
  • veiligheid.​
  • snelwegen.​
  • gezondheidszorg.​
  • goed onderwijs.

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

welke binding heb je met je
leraren ?
A
Gevoelsbinding
B
politiek
C
economisch
D
Kennisbinding

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke binding heb je niet met je ouders?
A
kennisbinding
B
gevoelsbinding
C
economische binding
D
politieke binding

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Met wie heb je een economische binding?
A
Messi
B
Een politie-agent
C
Je werkgever
D
Je mentor

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke binding heb je met je beste vriend?
A
Economische binding
B
Kennisbinding
C
Gevoelsbinding
D
Politieke binding

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Afhankelijkheid binnen de samenleving
Sociale cohesie: bindingen tussen mensen zijn sterk en mensen hebben het gevoel dat ze bij elkaar horen (wij - gevoel)


Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 30 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

werkboek

Maken 1.1 ( blz. 4 in je werkboek) 
Opdracht 2 t/m 5
Maken 1.2  (blz 6 & 7 in je werkboek)
Opdracht 2 t/m 8
timer
10:00

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is maatschappijleer?


2. Kernbegrippen bij maatschappijleer

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan het einde van de les kun je:
  • Met een voorbeeld uitleggen wat de begrippen waarden en normen zijn.
  • Uitleggen wat de basiswaarden van de Nederlandse samenleving zijn. 
  • Een voorbeeld geven van een belangentegenstelling. 
  • Uitleggen wat macht is en wat machtsmiddelen zijn. 
  • Met een voorbeeld uitleggen wat sociale ongelijkheid is. 

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarden en normen 
Iets wat je belangrijk vind om na te streven
Een regel over hoe jij en anderen zich moeten gedragen

Basiswaarden: 
  • vrijheid 
  • gelijkheid 
  • solidariteit

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Belangen 
Iets waar je een voordeel uithaalt.

Belangentegenstellingen:

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Macht 
De mogelijkheid om gedrag van anderen te beïnvloeden 

Machtsmiddelen: 
De manier waarop je het gedrag van anderen kan beïnvloeden 

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

  • Macht:
  • is de mogelijkheid om het gedrag van anderen te beïnvloeden.
  • Machtsmiddelen:
  • Middelen waarmee je het gedrag van anderen kunt beïnvloeden
1
2
3
4
5
6
7

Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

  • Je functie/beroep
  • Je specifieke kennis en vaardigheden
  • Je aanzien of status
  • Je overtuigingskracht
  • De hoeveelheid geld die je hebt
  • Het aantal mensen dat gezamenlijk iets wilt
  • Het gebruik van geweld
Machtsmiddelen:

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Sociale ongelijkheid 
Niet iedereen heeft dezelfde kansen in de samenleving

Garanderen door:
  • grondwet
  • internationale verdragen 

Slide 39 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions