Adverbe (d/a)

  • Voca
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

  • Voca

Slide 1 - Diapositive

Dans ce cours...
  • Adverbe (bijwoord)
    Doel; je leert hoe je een bijwoord moet vormen in het Frans

Slide 2 - Diapositive

herhaling: Adjectif (bijvoeglijk naamwoord)

Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord.

Le chat est noir = De kat is zwart.


Slide 3 - Diapositive

L'adjectif
Het bijvoeglijk naamwoord

Slide 4 - Diapositive

adjectifs masculins

Slide 5 - Carte mentale

adjectifs féminins

Slide 6 - Carte mentale

Slide 7 - Vidéo

Adverbe (bijwoord)
Een bijwoord zegt iets over een bijvoeglijk naamwoord, een werkwoord, een hele zin of een ander bijwoord.
Bijvoeglijk naamwoord
C'est une très belle maison.
Dat is een erg mooi huis.
Werkwoord
Il court vite.
Hij rent snel.
Hele zin
Heureusement, elle n'est pas malade.
Gelukkig is zij niet ziek.
Ander bijwoord
Il court vraiment vite.
Hij rent echt snel.

Slide 8 - Diapositive

Adverbe (bijwoord)
Je maakt een bijwoord van een bijvoeglijk naamwoord. Dat kan op 3 manieren:

1. Het bijvoeglijk naamwoord eindigt op een klinker
Je zet er dan -ment achter. 

Difficile = difficilement (moeilijk)
Vrai = vraiment (echt)

Slide 9 - Diapositive

Adverbe (bijwoord)

2. Het bijvoeglijk naamwoord eindigt op een medeklinker
Je maakt dan eerst de vrouwelijke vorm en zet daar -ment achter.

Lent = lente = lentement (langzaam)
Heureux = heureuse = heureusement (gelukkig)
Sportif = sportive = sportivement (sportief)

Slide 10 - Diapositive

Adverbe (bijwoord)

3. Het bijvoeglijk naamwoord eindigt op -ent of -ant.
Je haalt -ent eraf. Dit wordt -emment.
Je haalt -ant eraf. Dit wordt -amment.

Prudent = prudemment (voorzichtig)
Brillant = brillamment (glimmend)

Slide 11 - Diapositive

Adverbe (bijwoord)
Er zijn natuurlijk ook een paar uitzonderingen. Leer deze uit je hoofd!



Vertaling
Bijvoeglijk naamwoord
Bijwoord
goed
bon
bien
slecht
mauvais
mal
beter
meilleur
mieux
snel
rapide
rapidement of vite
lang
long
longtemps

Slide 12 - Diapositive

Adverbe (bijwoord)
Er zijn natuurlijk ook een paar uitzonderingen. Leer deze uit je hoofd!



Vertaling
Bijvoeglijk naamwoord (adjectif)
Bijwoord (adverbe)
heel, erg
très

Slide 13 - Diapositive

Maak het bijwoord van: mauvais

Slide 14 - Question ouverte

Maak het bijwoord van: correct

Slide 15 - Question ouverte

Maak het bijwoord van: attentif

Slide 16 - Question ouverte

Maak het bijwoord van: facile

Slide 17 - Question ouverte

Maak het bijwoord van: violent

Slide 18 - Question ouverte

Maak het bijwoord van: malheureux

Slide 19 - Question ouverte

Maak het bijwoord van: lent

Slide 20 - Question ouverte

Maak het bijwoord van: rapide

Slide 21 - Question ouverte

Maak het bijwoord van: bon

Slide 22 - Question ouverte

Maak het bijwoord van: fort

Slide 23 - Question ouverte

Maak het bijwoord van: meilleur

Slide 24 - Question ouverte

Slide 25 - Vidéo

Exercices
p 168 nr 13
p 169 nr 14
p 169 nr 15

Slide 26 - Diapositive