Tess Keulemans, Richelle van Vugt, Naomi Sinke, Kelly Maesen, Peggy Brocatus, Annelieke van der Hurk, Natascha Kort
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
MentorlesHBOStudiejaar 4
Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
Tess Keulemans, Richelle van Vugt, Naomi Sinke, Kelly Maesen, Peggy Brocatus, Annelieke van der Hurk, Natascha Kort
Slide 1 - Diapositive
Geesteswetenschappelijke pedagogiek
Slide 2 - Carte mentale
Opbouw
Kern van geesteswetenschappelijke pedagogiek
Kindbeeld
pedagogische relatie
opvoeddoel
opvoedersbeeld
filmpjes
Slide 3 - Diapositive
onstaan gw ped + 3 uitgangsmodellen
Geesteswetenschappelijke pedagogiek
Een stroming vergelijkbaar met een familie
De denkers en pedagogen delen niet alle kenmerken, net zoals dat in een familie ook is.
Bij andere stromingen is dit veel strikter en duidelijker te zien.
Slide 4 - Diapositive
onstaan gw ped + 3 uitgangsmodellen
Geschiedenis
Vanuit de filosofische inzichten ontwikkelde zich het geesteswetenschappelijk denken
Een tegenreactie op het materialisme en een natuurwetenschappelijke benadering, ontstaat de levensfilosofie
Idealisme: de mens is zingever
Historicisme: de mens ontwikkelt zich in en door de geschiedenis
Slide 5 - Diapositive
onstaan gw ped + 3 uitgangsmodellen
Ontstaan
Aan het eind van de 19e eeuw was er nog geen zelfstandige pedagogiek
Als er over opvoeding of onderwijs werd nagedacht, ging dit altijd gepaard met theologie, filosofie of psychologie
Geesteswetenschappers waren hier niet tevreden over
Er werd te vaak vanuit een vooringenomen, onbetwijfelbaar standpunt ingenomen, waarbij de opvoedeling als object werd beschouwd
Slide 6 - Diapositive
onstaan gw ped + 3 uitgangsmodellen
Ontstaan
In Duitsland in het begin van de 20e eeuw bestaat grote ontevredenheid over de geestelijke situatie.
Ook in de opvoeding en het onderwijs is dit gebrek merkbaar.
Er ontstaat in de opvoeding en het onderwijs een onsamenhangend karakter, omdat er een gebrek is aan een dieperliggende idee, die alle opvoedings- en onderwijsvormen kan omvatten en richting geven.
Overheersing van het rationeel denken.
Slide 7 - Diapositive
onstaan gw ped + 3 uitgangsmodellen
Kern
Het gaat om wat de mens tot mens maakt
Kind-zijn dreigt te worden gedegradeerd tot een soort voor-fase van het echte mens-zijn
Hierdoor lopen we het gevaar om vooral te kijken naar wat het kind nog niet is
De omgeving is onmisbaar in het ontwikkelingsproces
De drang van het kind om zelf iemand te willen zijn
De drang om zelf actief deel te nemen aan het eigen wordingsproces
Slide 8 - Diapositive
Quiz: vul het ontbrekende woord in:
Slide 9 - Diapositive
Het gaat niet om wat het kind is (essentie) en ook niet om wat het kind kan zijn (identiteit), maar ......... het kind kan zijn in een wereld met anderen (existentie).
A
waar
B
hoe
C
wie
D
waarom
Slide 10 - Quiz
Kindbeeld
Het is kind als een andere, maar gelijkwaardige actor die het ‘kind zijn’ mee construeert en de samenleving beïnvloedt (Uprichard 2008; Tisdaal & Punch 2012; McGrill 2019)
Het gaat niet om wat het kind is (essentie) en ook niet om wat het kind kan zijn (identiteit), maar hoe het kind kan zijn in een wereld met anderen (existentie). (https://wij-leren.nl/gert-biesta-wereldgericht-onderwijs.php)
Het kind is de menselijke bestaansvorm met specifieke kenmerken en eigenschappen die hem positief doen onderscheiden van andere leeftijdsfasen. Hoewel het kind hulpbehoevend is op velerlei gebied biedt deze openheid aan de kant van het kind de essentiële voorwaarden voor exploratie en emancipatie. (Uit het boek ‘Pedagogiek in Meervoud')
Slide 11 - Diapositive
Zonder relatie, geen .....
A
frustratie
B
manipulatie
C
prestatie
D
imitatie
Slide 12 - Quiz
Pedagogische relatie
De pedagogische relatie heeft een eigen bijzondere aard
De pedagogische relatie is voorbij als mondigheid en zelfstandigheid bij opvoedeling is bereikt
Is gericht op de opheffing van zichzelf
(uit: Inleiding in de pedagogiek, deel 2)
Slide 13 - Diapositive
Pedagogische relatie
Wordt gekenmerkt door antinomie (spanningsvolle verhouding) van ideaal en werkelijkheid.
Alléén als er balans is tussen ideaal en werkelijkheid, dan is er opvoeding
(uit: Inleiding in de pedagogiek, deel 2)
Slide 14 - Diapositive
“We mogen het heden niet opofferen aan de toekomst; het is niet de bedoeling dat de kindertijd de volwassenheid ‘.....'.”
A
produceert
B
nabootst
Slide 15 - Quiz
Opvoeddoel
Volgens Langeveld:
Zelfverantwoordelijke zelfbepaling
Slide 16 - Diapositive
Inleiden in de cultuur
zelfstandig
mondig
eigen verantwoordelijkheid
Slide 17 - Diapositive
"Wees een zelf!" (Biesta, 2022, p 80)
subjectificatie
vrijheid
"Het kind moet mens worden en leren omgaan met een bestaan in en met de wereld, met ander mensen, levende wezens en de fysieke omgeving” (Biesta, 2022, p 84).
Slide 18 - Diapositive
Bildung
begeleide zelfvorming
hier en nu
“Of en hoe de kinderen de cultuur waarin zij vandaag worden ingeleid in de toekomst zullen voortzetten, dat is de verantwoordelijkheid van de volwassenen van de toekomst” (Smeyers, & Ramaekers, 2017. p 118).
Slide 19 - Diapositive
Opvoeding als vorm van menselijk handelen moet dan ook eerder ..... dan verklaard worden.
A
gezien
B
gevoeld
C
gehoord
D
begrepen
Slide 20 - Quiz
Opvoedersbeeld
Opvoedersbeeld
Van binnen uit beleven en ervaren
Emancipatiebeginsel
Begrijpen - waarom - waartoe
Theorie en praktijk
Slide 21 - Diapositive
Slide 22 - Vidéo
00:00
Kijkvraag: Hoe zou een geesteswetenschapper reageren op juf Ank?
Slide 23 - Diapositive
01:00
Hoe zou een geesteswetenschapper reageren op juf Ank?
Slide 24 - Question ouverte
Slide 25 - Vidéo
00:01
Kijkvraag: Hoe zou vader volgens de geesteswetenschappelijke pedagogiek kunnen reageren op het advies van de docent?
Slide 26 - Diapositive
00:33
Hoe zou vader volgens de geesteswetenschappelijke pedagogiek kunnen reageren op het advies van de docent?
Slide 27 - Question ouverte
00:35
Antinomie van ideaal en werkelijkheid
Spanningsveld tussen twee polen (balans).
Liefde voor het ideaal in evenwicht met liefde voor het kind zoals het nu werkelijk is.
Uitsluitend gericht op ideaal: kind moet op zijn tenen lopen, steeds aan het ideaal voldoen.
Uitsluitend gericht op de werkelijkheid van nu: Het kind wordt niet tot leren uitgedaagd. Dit bevordert de ontwikkeling en toename van zelfstandigheid niet.
Uit: Inleiding in de pedagogiek deel 2. p. 111
Slide 28 - Diapositive
Hoe zie je de stroming terug in diverse beroepspraktijken en onderzoeken?
Slide 29 - Diapositive
Welke inzichten, ideeën of visies uit de geesteswetenschappelijke pedagogiek spreken je aan?
Slide 30 - Question ouverte
Welke ideeën, inzichten of visies uit de geesteswetenschappelijke pedagogiek spreken je helemaal niet aan?