2.4 + Herhaling

Huiswerk H2
Voor de toetsresultaten moet ik jullie huiswerk nog aftekenen
1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Huiswerk H2
Voor de toetsresultaten moet ik jullie huiswerk nog aftekenen

Slide 1 - Diapositive

Huiswerk 2.1 (2.1 t/m 2.4)

Slide 2 - Question ouverte

Huiswerk 2.2 (2.6 t/m 2.9)

Slide 3 - Question ouverte

Huiswerk 2.1 (2.11 t/m 2.14)

Slide 4 - Question ouverte

2.4 Jaarrekening
Tijdens deze les gaan we alle stof herhalen van paragraaf 2.4, aan het einde zullen we aandacht besteden aan de opdrachten van het boek

Slide 5 - Diapositive

Wat is een balans?

Slide 6 - Question ouverte

De totaal van de debet en credit zijn altijd in ....

Slide 7 - Question ouverte

De balans
Een balans is een overzicht van alle bezittingen, schulden en het eigen vermogen op een bepaald moment

Links (debet): alle bezittingen (vaste activa, vlottende activa en liquide activa)
Rechts (credit): hoe/waarmee de bezittingen zijn gefinancierd (eigen vermogen, lang vreemd vermogen en kort vreemd vermogen)

Slide 8 - Diapositive

Een klant heeft een televisie gekocht op rekening. Het openstaande bedrag wordt volgende maand betaald
A
crediteuren
B
debiteuren

Slide 9 - Quiz

De onderneming heeft de bestelde goederen binnen samen met de factuur, het betalingstermijn is een maand, hier wordt volledig gebruik van gemaakt.
A
crediteuren
B
debiteuren

Slide 10 - Quiz

Inventaris
A
vlottende activa
B
lang vreemd vermogen
C
eigen vermogen
D
vaste activa

Slide 11 - Quiz

debiteuren
A
vlottende activa
B
lang vreemd vermogen
C
eigen vermogen
D
vaste activa

Slide 12 - Quiz

crediteuren
A
vlottende activa
B
lang vreemd vermogen
C
kort vreemd vermogen
D
vaste activa

Slide 13 - Quiz

hypothecaire lening
A
vlottende activa
B
lang vreemd vermogen
C
eigen vermogen
D
vaste activa

Slide 14 - Quiz

In je schrift
Maak een balans met de volgende gegevens: 


Winkelpand: €420.000
Voorraad: € 90.000
Bank: €26.000
Crediteuren: € 26.000
Debiteuren: € 10.000
Bestelbus: € 25.000
Inventaris: € 120.000
Kasgeld: € 2.000
Hypothecaire lening: € 299.000
Banklening: € 37.000
Eigen vermogen: €??
timer
5:00

Slide 15 - Diapositive

Upload een foto van jouw balans

Slide 16 - Question ouverte

Het resultaat

Slide 17 - Diapositive

Wat is een winst- en verliesrekening?

Slide 18 - Question ouverte

Hoe wordt de winst- en verliesrekening in evenwicht gebracht?

Slide 19 - Question ouverte

Kosten zijn groter dan de opbrengsten
A
verlies
B
winst

Slide 20 - Quiz

Opbrengsten zijn groter dan de kosten
A
winst
B
verlies

Slide 21 - Quiz

Winst- en verliesrekening
Een winst- en verliesrekening is een overzicht van de totale opbrengsten, de totale kosten en de winst of het verlies over een bepaalde periode

In balans doordat winst/verlies de sluitende post is

Slide 22 - Diapositive

In je schrift
Maak een winst- en verliesrekening m et de volgende gegevens:
Verkoop fietsen: €60.000
Verkoop onderdelen: €10.000
Ontvangsten reparaties: €30.000
Huur bedrijfspand: €12.000
Afschrijvingen: €3.000
Inkoopwaarde van verkopen: €30.000

Rentekosten:€2.000 
Gas en elektriciteit: €1.000
Diverse kosten: €4.000
timer
5:00

Slide 23 - Diapositive

Upload een foto van jouw winst- en verliesrekening

Slide 24 - Question ouverte

Het resultaat

Slide 25 - Diapositive

Wat is een balansmutatie?

Slide 26 - Question ouverte

De totaal van de debet en credit van een balansmutatie zijn altijd in ....

Slide 27 - Question ouverte

Balansmutaties
De balans verandert vrijwel dagelijks maar moet altijd in evenwicht blijven

Deze veranderingen kun je weergeven in hun eigen persoonlijke mini-balans: balansmutatie

Slide 28 - Diapositive

Belangrijk!
Als je winst maakt, is dat geld wat jij weer in je onderneming kunt stoppen, het eigen vermogen neemt dus toe

Kosten zorgen voor een lagere winst, en dus minder geld wat je aan je eigen vermogen kunt toevoegen. Kosten zorgen dus voor een afname in eigen vermogen

Slide 29 - Diapositive

Privéopnamen en stortingen
Eigen vermogen wordt ook beïnvloed door wat de eigenaar doet

  • Privéopname - geld uit het bedrijf halen voor privégebruik
  • Privéstorting - geld uit eigen zak in het bedrijf storten

Slide 30 - Diapositive

In je schrift
Stel de balansmutaties op van de volgende financiële feiten:

  1. Op 8 januari ontvangt Veerle een bankafschrift met daarop de verwerking van de betaalde loonkosten van een medewerker: € 2.540

  2. Op een bestelbus wordt € 1.000 afgeschreven
timer
3:00

Slide 31 - Diapositive

Upload jouw balansmutaties

Slide 32 - Question ouverte

Het resultaat

Slide 33 - Diapositive

Upload foto's van je gemaakte huiswerk (2.16 t/m 2.19)

Slide 34 - Question ouverte

Alvast een fijne vakantie!
Huiswerk voor na de vakantie: 2.16 t/m 2.19
Klaar? Maak herhalingsopgave 10 en 12

Slide 35 - Diapositive