Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Quiz H3 & H4 woordenschat en tekstverbanden
Quiz
1. Je speelt mee met je voornaam (en eerste letter achternaam).
2. Voor elke meerkeuzevraag krijg je 10 seconden.
Succes!
1 / 27
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Cette leçon contient
27 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Quiz
1. Je speelt mee met je voornaam (en eerste letter achternaam).
2. Voor elke meerkeuzevraag krijg je 10 seconden.
Succes!
Slide 1 - Diapositive
De betekenis van:
desastreus
A
vervelend
B
jammer
C
mislukt
D
rampzalig
Slide 2 - Quiz
De betekenis van:
intrigeren
A
Sterk boeien
B
zeer gewild
C
erg indrukwekkend
D
toegeven
Slide 3 - Quiz
De betekenis van:
floreren
A
planten
B
bloeien
C
bomen
D
groen
Slide 4 - Quiz
De betekenis van:
attaqueren
A
verdedigen
B
beschermen
C
aanvallen
D
vluchten
Slide 5 - Quiz
De betekenis van:
recalcitrant
A
enthousiast
B
moedig
C
gedreven
D
opstandig
Slide 6 - Quiz
De betekenis van:
kwalijk
A
kwaad zijn
B
erg bleek zijn
C
slecht/negatief
D
vreemd
Slide 7 - Quiz
De betekenis van:
panisch
A
zeer angstig
B
zeer gedreven
C
zeer vluchtig
D
zeer opgewekt
Slide 8 - Quiz
De betekenis van:
teloorgang
A
verstoppen
B
verdwijning
C
vermissing
D
vergeten
Slide 9 - Quiz
De betekenis van:
restrictie
A
algemene voorwaarden
B
regelement
C
beperkende voorwaarde
D
handleiding
Slide 10 - Quiz
De betekenis van:
enerverend
A
opwindend/spannend
B
vermoeiend/traag
C
enthousiast/gedreven
D
saai/ slaapverwekkend
Slide 11 - Quiz
De betekenis van:
boekdelen spreken
A
verschillende delen van een serie
B
erg duidelijk zijn
C
hardop voorlezen
D
spreken over een boek
Slide 12 - Quiz
De betekenis van:
een verschil van dag en nacht.
A
donker/licht
B
slapen/wakker zijn
C
een zeer groot verschil
D
de verschillen zijn acceptabel
Slide 13 - Quiz
ten eerste, ten tweede, om te beginnen, bovendien, verder, en, niet alleen....
Deze signaalwoorden horen bij een:
A
opsommend verband
B
tegenstellend verband
C
chronologisch verband
D
toelichtend verband
Slide 14 - Quiz
Als er extra informatie wordt gegeven bij een onderwerp, vaak in de vorm van een voorbeeld, dan hebben we het over een:
A
Chronologisch verband
B
Tegenstellend verband
C
Opsommend verband
D
Toelichtend verband
Slide 15 - Quiz
Vroeger, later, nu, eerst, daarna, vervolgens, nadat, terwijl, dadelijk, intussen, binnenkort.
Deze signaalwoorden horen bij
A
Doel-middelverband
B
Chronologisch verband
C
Voorwaardelijk verband
D
Toegevend verband
Slide 16 - Quiz
De betekenis van:
climax
A
het uiterste
B
hoogtepunt
C
heel veel
D
plechtig
Slide 17 - Quiz
De betekenis van:
voltrekking
A
iets afmaken
B
samenvatting
C
uitvoering
D
betekenisgeving
Slide 18 - Quiz
De betekenis van:
zegswijze
A
dialect, streektaal
B
informeel spreken
C
manier van praten
D
gezegde, uitdrukking
Slide 19 - Quiz
De betekenis van:
ritueel
A
plechtige handeling
B
traditie
C
afspraak
D
formele bijeenkomst
Slide 20 - Quiz
De betekenis van:
consonant
A
klinker
B
leestekens
C
medeklinker
D
interpunctie
Slide 21 - Quiz
De betekenis van:
gadeslaan
A
een harde klap/slag
B
bekijken/observeren
C
iemand tot ridder slaan
D
deelnemen
Slide 22 - Quiz
De betekenis van:
interpretatie
A
gelijkmatig
B
eenvoudig
C
duidelijk
D
betekenisgeving
Slide 23 - Quiz
De betekenis van:
realiteit
A
werkelijkheid
B
verleden
C
toekomst
D
fantasie
Slide 24 - Quiz
De betekenis van:
schipbreuk lijden
A
pech hebben met je boot
B
mislukken/niet doorgaan
C
zeeziek zijn
D
falen
Slide 25 - Quiz
De betekenis van:
haaks staan op
A
een scherpe hoek
B
in tegenspraak zijn met
C
oneens zijn met
D
tegendraads
Slide 26 - Quiz
Fijne vakantie!!
Slide 27 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Ondersteuningsles woordenschat
Février 2023
- Leçon avec
18 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Het beschrijvend verband
Mars 2021
- Leçon avec
11 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
Lezen
Août 2023
- Leçon avec
10 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Oefentoets Woordenschat H3-5
Février 2022
- Leçon avec
26 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Les 17: standpunten en argumenten
Octobre 2023
- Leçon avec
29 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
Toets tekstverbanden
Octobre 2024
- Leçon avec
19 diapositives
Nederlands
Secondary Education
Woordenschat H4
Décembre 2021
- Leçon avec
14 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Signaalwoorden Toets November 2023
Novembre 2023
- Leçon avec
16 diapositives
PAV
Secundair onderwijs