02 VWO5 Zin in zin hoofdstuk 3 les 3 p. 43 t/m 46




Ethiek en moraal

Inleiding 
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
GodsdienstMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon




Ethiek en moraal

Inleiding 

Slide 1 - Diapositive

Huiswerk deze week
- Lezen pagina's 43 t/m 46 (H3)
- Maken: opdrachten 10 & 21 hoofdstuk 3

- schrijven van het Essay (inleverdatum uiterlijk 15 oktober 2022)

Slide 2 - Diapositive

Eerdere lesdoelen
  • Je kunt het verschil tussen ethische optiek en visie uitleggen
  • Je kent het verschil tussen "normen" en "waarden" 
  • Je kunt uitleggen wat ethiek is en een voorbeeld geven van een "ethische discussie"
  • Je kunt een ethisch dilemma oplossen aan de hand van het argumentatiemodel

Slide 3 - Diapositive

Vorige les: 'het ethisch dilemma'
Een ethisch dilemma is een dilemma waarbij er voor beide kanten goede argumenten te bedenken zijn.

Slide 4 - Diapositive


Optieken

Slide 5 - Diapositive

Ethiek
''Nadenken over wat goed en fout handelen is''

Ethiek is onderdeel van filosoferen. Grondlegger: Socrates, Athene (469 v.Chr.)

Slide 6 - Diapositive

Christelijke ethiek


Elk mens is door God gewild
bepaald doel

Normen en waarden veranderen bijna niet.

Want God verandert niet.

Slide 7 - Diapositive

Ethische Optieken
  • Dit is een invalshoek hoe je Ethiek kan kijken --> dit heeft directe invloed op het handelen van de mens 
  • Visie --> standpunt die we uiteindelijk innemen binnen een optiek

Slide 8 - Diapositive

Optieken
-Medisch: gezondheid en uiterlijk
- Juridisch: wetten, rechten van de mens
-Economisch: geld, verzekerd of niet

Slide 9 - Diapositive

Ethishe optiek --> Goed
  • Kern is --> De mens hoort goed te handelen
  • menswaardigheid  is een keywoord 

Slide 10 - Diapositive

Ethische optiek --> Behoren
  • Ethiek zelf houdt ons een norm voor --> we behoren  te goed te handelen
  • Ethiek kent geen vrijblijvendheid
  • Het zijn 'moet uitspraken'  kennen dus een vorm van uthopie --> zo dien de werkelijkheid eruit te zien --> is uitspraak  is dan ook de feitelijke situatie zoals die nu is. 

Slide 11 - Diapositive

Twee ethische visies
We kennen twee ethische visies

1. Gevolgenethiek 
2. Beginselethiek 

Slide 12 - Diapositive

Drie ethische theorieën
Het utilisme
De plichtethiek
De deugdenethiek

Slide 13 - Diapositive

Gevolgen Ethiek
Het gaat niet om het handelen zelf maar om het gevolg --> handeling mag dus goed of fout zijn --> zolang het gevolg positief is 

Twee grote stromingen zijn:
  • Hedonisme 
  • Eudemonisme 
  • Utilisme 

Slide 14 - Diapositive

Beginselethiek
  •  Ander woord beginsel--> recht of principe
  • Bij een ethisch probleem moet gekeken worden naar één of meerdere beginselen (rechten, principes)
Voorbeelden beginselethiek
recht op privacy
recht op gelijkwaardigheid
recht op leven
recht op eerbied van het leven 
recht op de waardigheid van de mens
etc.

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo

Drie ethische theorieën
Het utilisme
De plichtethiek
De deugdenethiek
https://www.youtube.com/watch?v=UQ0bRHFvOM0

Slide 17 - Diapositive

Hoe kun je vanuit één optiek toch verschillende visies krijgen? leg dit uit

Slide 18 - Question ouverte

Utilisme
Een handeling is moreel juist als als ze bijdraagt aan het vergroten van het geluk van zoveel mogelijk mensen.
Het gaat dus om het gevolg van de handeling.

Slide 19 - Diapositive

Plicht ethiek
Hier gaat het om je innelijke plicht om iets goeds te doen.
bv je geweten verplicht je om iets te doen.
Bij twijfel: vraag je af of jouw manier van handelen een algemen wet zou moeten worden.
Het gaat hier niet om de gevolgen van de handeling , maar om de poging/handeling zelf.
je handelt als een autonoom mens

Slide 20 - Diapositive

De deugdenethiek is de oudste vorm van ethiek.
  • Deze ethiek vertelt je hoe je als mens moet zijn.
  • Als je een goed mens bent bezit je deugden (kwaliteiten) en een goed mens doet automatisch het goede.

Slide 21 - Diapositive

Wat betekent (denk je) het woord "utilisme"?
A
zingeving
B
doel
C
moreel handelen
D
nuttig

Slide 22 - Quiz

Welk begrip hoort niet bij utilisme
A
meerderheid
B
geluk / genot
C
eigenbelang
D
Bentham

Slide 23 - Quiz

Kan volgens het utilisme een 'leugentje om bestwil' toegestaan zijn?
A
Ja, zolang je door te liegen het totale nut in de wereld vergroot.
B
Nee, liegen is altijd verkeerd ook al is je motief juist.

Slide 24 - Quiz

Goed of Fout 
Goed

Fout

Bij institutionalisering van levensbeschouwing heeft alles te maken met het feit dat mensen tegenwoordig veel minder dan vroeger bereid zijn zich met een organisatie te verbinden. 
Nietzsche maakt een onderscheid in drie soorten onderwijs. 
Zo veel mogelijk kennis en cultuur leidt tot zoveel mogelijk productie en  consumptie – leidt tot zoveel mogelijk welvaart.
De maatschappij moet volgens Nitzsche beschaving, cultuur en gevoel voor kunst bijbrengen.

Slide 25 - Question de remorquage