Spelling toetsweek 5

Leren voor de laatste toets
  • persoonsvorm (tt/vt), voltooid deelwoord, infinitief 
  • spelling bijvoeglijk naamwoord 
  • interpunctie (hoofdletters, komma's en aanhalingstekens
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Leren voor de laatste toets
  • persoonsvorm (tt/vt), voltooid deelwoord, infinitief 
  • spelling bijvoeglijk naamwoord 
  • interpunctie (hoofdletters, komma's en aanhalingstekens

Slide 1 - Diapositive

Zelfstandig oefenen + leeroverzicht maken:
Oefen met de onderdelen die je lastig vindt  Maak een overzicht van de leerstof.

  • jufmelis.nl
  • cambiumned.nl
  • opdrachten opnieuw maken uit de methode

Slide 2 - Diapositive

Vandaag
1. uitleg bijvoeglijk naamwoord (spelling)
2. herhaling voltooid deelwoord en infinitief (werkwoordspelling)
3. Lezen in je leesboek (online mag dan vergadering verlaten)

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Spelling van het bijvoeglijk naamwoord
Er zijn 3 soorten bijvoeglijke naamwoorden:
  1. gewone bnw: de rode stoel
  2. een stof als bnw: de betonnen muur
  3. het voltooid deelwoord als bnw: de gewitte muur

Slide 5 - Diapositive

Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
Het stoffelijk bijvoeglijk naamwoord geeft aan van welk materiaal iets is gemaakt. 

Oude stoffen krijgen -en achteraan:
De glazen deur, de houten stoel, de stenen trap

Nieuwe stoffen veranderen niet:
Een plastic tas, de nylon hoes, een kunststof map

Slide 6 - Diapositive

Voltooid deelwoord als bnw

Slide 7 - Diapositive

Schrijf het juiste bijvoeglijk naamwoord op:
een .....(lood) pijp

Slide 8 - Question ouverte

het .....(suède) jasje

Slide 9 - Question ouverte

een .....(mooi) ontwerp

Slide 10 - Question ouverte

de .... (stro) hoed

Slide 11 - Question ouverte

een ....(goud) ring

Slide 12 - Question ouverte

Een ....(polyester) jurkje

Slide 13 - Question ouverte

een ...(rotan) stoel

Slide 14 - Question ouverte

de ...(vergroten) foto's

Slide 15 - Question ouverte

een ...(uitknippen) plaatje

Slide 16 - Question ouverte

het ...(lezen) boek

Slide 17 - Question ouverte

Wat is een voltooid deelwoord?
A
heel werkwoord
B
persoonsvorm
C
ge-be-her-ver-ont woorden
D
werkwoordelijk gezegde

Slide 18 - Quiz

Een voltooid deelwoord begint altijd met ge.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quiz

Wat is het voltooid deelwoord van "interviewen"?
A
geinterviewd
B
geïnterviewd
C
geinterviewt
D
geïnterviewt

Slide 20 - Quiz

Wat is het voltooid deelwoord van stofzuigen?
A
Stofgezogen
B
Gestofzogen
C
Stofgezuigd
D
Gestofzuigd

Slide 21 - Quiz

Wat is het voltooid deelwoord van chillen
A
gechild
B
gechilt

Slide 22 - Quiz

Wat is het voltooid deelwoord van vertellen?
A
verteld
B
vertelt
C
vertelde
D
vertelte

Slide 23 - Quiz

Wat is het voltooid deelwoord van:

BELONEN
A
Beloond
B
Beloont
C
Belonen
D
Belonend

Slide 24 - Quiz

Wat is het voltooid deelwoord van gebeuren?
A
gebeurt
B
gebeurd

Slide 25 - Quiz

Wat is het voltooid deelwoord van "verduren"?
A
geduurd
B
verduurd
C
geverduurd

Slide 26 - Quiz

Wat is het voltooid deelwoord van:

jagen
A
gejaagt
B
gejaagd

Slide 27 - Quiz

Infinitief 
Het infinitief is het hele werkwoord. 

Voorbeeld: 
Zij staan op de bus te wachten. Wachten is het infinitief.
Zij stonden op de bus te wachten.
Staan is dus geen infinitief, want dat verandert als je het in een andere tijd zet. 

Slide 28 - Diapositive

Zelfstandig oefenen + leeroverzicht maken:
Oefen met de onderdelen die je lastig vindt op de vorige dia. 

  • jufmelis.nl
  • cambiumned.nl
  • opdrachten opnieuw maken uit de methode

Slide 29 - Diapositive

Wat is de infinitief van 'is'?

Slide 30 - Question ouverte

Wat is het infinitief?

Slide 31 - Question ouverte

Lezen in je leesboek 
timer
10:00

Slide 32 - Diapositive