Filosofie Reader Antieke filosofie Plato

Aan het einde van deze les: 

  • Ken je de ontwikkeling van mythe naar "kennis"
  • Ken je ideeën van de klassieke folosofen
  • Heb je vraag 1 t/m 7 uit de reader afgemaakt 
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
FilosofieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Aan het einde van deze les: 

  • Ken je de ontwikkeling van mythe naar "kennis"
  • Ken je ideeën van de klassieke folosofen
  • Heb je vraag 1 t/m 7 uit de reader afgemaakt 

Slide 1 - Diapositive

Van mythe naar wetenschap

Slide 2 - Diapositive

Wetenschap 
  • Mythen gaven verklaringen over ontstaan mens en natuur.

  • Bliksem,ziektes,  hongersnood.

  • Verklaringen zoeken in de natuur.

  • Wetenschap: het verzamelen van kennis door een verschijnsel nauwkeurig te bestuderen. 

Slide 3 - Diapositive

Wetenschap 
  • Grieken hebben hun kennis van het oude Egypte. 

  • Ontstaan van wiskunde, natuurkunde en geneeskunde. 

  • Maar nog geen echte bewijzen. 

Slide 4 - Diapositive

Filosofie
  • Denken over levensvragen: 
    'Wat is waar?'
    'Wat is schoonheid?'
    'Wat is goed of fout?'

  • Filosofen: iemand die zoekt naar wijsheid en kennis om de wereld en de mens beter te begrijpen

  • Sofisten: leraren die les gaven in welsprekendheid. 

Slide 5 - Diapositive

SOFISTEN rond 450 voor onze jaartelling: wat weten we nu eigenlijk wel/niet precies ???
  • Is kennis wel mogelijk?
  • Objectieve kennis bestaat niet, de waarheid is subjectief
  • Je moet de ander van jouw waarheid overtuigen: retorica
  • Normen en waarden hebben relatieve betekenis
  • Protagoras: 'De mens is de maat van alle dingen'
  • Bijvoorbeeld: als er een wind waait, zal de één dat koud vinden, de ander niet (relativisme)

Slide 6 - Diapositive

Hippocrates
  • Grondlegger medische wetenschap

  • Hippocrates: gezond eten, veel bewegen

  • Heeft basis gelegd voor aspirine. 

  • Lichaam bestond uit humoren: bloed, slijm, gele gal, zwarte gal. 

  • De eed van Hippocrates

Slide 7 - Diapositive

Socrates
  • Schreef niets op papier maar voerde gesprekken: stellen van vragen. 

  • In gesprek deed hij alsof hij niets wist. 

  • Alleen door veel kennis kon je goede besluiten maken. 

  • Doodstraf voor 'het misleiden van de jeugd': gifbeker.  

Slide 8 - Diapositive

Plato 
  • Wie of wat is de mens? 
    1. Stoffelijk: het lichaam.
    2. Onstoffelijk: de ziel.

  • De ziel bestaat uit drie delen:
    1. Het verstand.
    2. De gevoelens.
    3. Begeerte (=wil naar lichamelijk genot).

  • Het verstand, de gevoelens en begeert voeren telkens een innerlijke strijd. 

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Slide 11 - Vidéo

God
  • Plato gelooft niet in een persoonlijk God, hoewel zijn gedachten erg 
    religieus zijn.  
  • Hij gelooft in een Demiurg.
  • (een middelaar tussen God en de lage sferen).



Slide 12 - Diapositive

Wie zouden volgens Plato het beste in staat zijn om een land goed te regeren?
A
filosofen
B
onderwijzers
C
dichters
D
gekozen ministers

Slide 13 - Quiz

Waarom stelt Plato immaterie boven materie.
A
Omdat je deze werkelijkheid niet kunt zien.
B
Omdat je niet veel spullen mag bezitten.
C
Omdat God immaterie is.
D
Omdat in de onzichtbare werkelijkheid alles perfect is.

Slide 14 - Quiz

The Matrix
  •  Plato’s ontsnapte gevangene  uit de grot (Neo) staat symbool voor “de verlichte filosoof”.
  • Volgens Plato’s visie zijn deze verlichte filosofen degenen die het volk (de gevangenen) moeten redden van hun eigen onwetendheid.


Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo

Slide 17 - Vidéo

Demiurg
  • Schept vanuit ongeordende materie (of bewegende chaos) de wereld naar het beeld van de Ideeën.
  • Hierbij is dus geen sprake van een schepping uit het niets.

Slide 18 - Diapositive

Voorbeeld
  • Op het moment dat de 'stoel' werd uitgevonden, ontstond toen de tijdloze Idee Stoel ? 

  • Of is het zo dat de Ideeën van Trein, Vliegtuig, Computer etc. er altijd al waren, maar geduldig wachtten op hun ontdekking door ons?

Slide 19 - Diapositive

Hoe zou Plato denken over de christelijke voorstelling van wie God is? Motiveer je antwoord.

Slide 20 - Question ouverte

Zelfstandig werken 
  • maken vraag 1 t/m 7 uit de reader

  • Verder met de gekozen werkkaart 

Slide 21 - Diapositive