Tekstverbanden en signaalwoorden met uitleg filmpjes

Leesvaardigheid - Signaalwoorden
In deze Lesson-Up les leer je wat signaalwoorden zijn. Je leert ze herkennen, je leert hun tekstverband erbij benoemen en je leert het juiste signaalwoord in een tekstje te plaatsen. 
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Leesvaardigheid - Signaalwoorden
In deze Lesson-Up les leer je wat signaalwoorden zijn. Je leert ze herkennen, je leert hun tekstverband erbij benoemen en je leert het juiste signaalwoord in een tekstje te plaatsen. 

Slide 1 - Diapositive

Leesvaardigheid - Signaalwoorden
Maak deze Lesson-Up les op je laptop. Dan zijn de dia's, uitleg en opdrachten beter leesbaar en beter te maken. 

Slide 2 - Diapositive

Hoe werkt Lesson-Up? Wat kun je verwachten?
Je krijgt uitleg over verwijs- en signaalwoorden. Je bekijkt filmpjes en krijgt daarna vragen. Je leest korte tekstjes en aansluitend krijg je vragen; telkens om te testen of je de uitgelegde theorie begrepen hebt. Ik kan precies zien hoelang je een tekst of een filmpje bekeken hebt en of je vragen correct beantwoord hebt. Maak de opdrachten dus serieus.

Slide 3 - Diapositive

Signaalwoorden

Slide 4 - Diapositive

Wat zijn volgens jou 'signaalwoorden'? Geef hier korte een omschrijving van dit begrip.

Slide 5 - Question ouverte

Een signaalwoord is ... 

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Let op de namen van de tekstverbanden
Soms wordt het toelichtend verband -> voorbeeldgevend tekstverband genoemd of uitleggend tekstverband
Het gaat om signaalwoorden die aangeven dat er een voorbeeld aankomt. Zo, zoals, namelijk, neem nou, bijvoorbeeld, dat wil zeggen, denk aan ...

Slide 8 - Diapositive

1

Slide 9 - Vidéo

Welke signaalwoord zie je in de volgende zin:
Toen hij naar huis reed, regende het
A
chronologisch
B
tegenstellend
C
toelichtend
D
opsommend

Slide 10 - Quiz

Welk signaalwoord zie je in de volgende zin:
De vogel op het dak voelde zich veilig, maar het wist niet dat de kat hem besloop.
A
chronologisch
B
tegenstellend
C
toelichtend
D
opsommend

Slide 11 - Quiz

00:21
Wat is de functie van een signaalwoord?
A
Ze verwijzen naar iets in een zin.
B
Als lezer snap je de tekst beter.
C
Ze geven een verband aan tussen zinnen.
D
Ze maken een tekst makkelijker.

Slide 12 - Quiz

Bij tekstverbanden horen bepaalde signaalwoorden. Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord 'daarnaast'?
A
chronologisch
B
tegenstellend
C
toelichtend
D
opsommend

Slide 13 - Quiz

Welk signaalwoord hoort bij het tekstverband 'tegenstellend'?
A
en
B
daarna
C
toch
D
later

Slide 14 - Quiz

Welk signaalwoord hoort bij het tekstverband 'toelichtend'?
A
zoals
B
daarna
C
en
D
toch

Slide 15 - Quiz

Signaalwoorden in een tekst
Hierna krijg je een dia met een tekstfragement. Zoek in de tekst naar signaalwoorden.

Slide 16 - Diapositive

Inwoners Napels brengen nacht door op straat na zware aardbeving
Inwoners van de Italiaanse stad Napels hebben de nacht van woensdag op donderdag op straat doorgebracht na een zware aardbeving. Met een kracht van 4.4 was die vergelijkbaar met de zwaarste beving in veertig jaar, die afgelopen mei werd gemeten.
De beving was rond 1.25 uur te voelen. Daarna vluchtten honderden mensen in de regio de straat op in de stromende regen, schrijft de Italiaanse krant La Repubblica. De mensen sliepen op straat of in hun auto. De eerste naschok volgde een kwartier later.

Slide 17 - Diapositive

Noteer 2 signaalwoorden die je zag in de tekst over de bewoners van Napels.

Slide 18 - Question ouverte

Schrijf nogmaals de 2 signaalwoorden van het tekstje over de bewoners van Napels op + het tekstverband dat erbij hoort

Slide 19 - Question ouverte

Lees de tekst goed. Het is een vervolg op de tekst over de bewoners van Napels
Volgens de Italiaanse autoriteiten raakten er alleen mensen lichtgewond toen zij hun huis ontvluchtten of onder het puin terechtkwamen. Zo heeft de bandweer in Napels een persoon uit een appartement gered nadat een deel van het plafond was ingestort.
Ook in de naastgelegen plaats kustplaats Pozzuoli is een persoon gered nadat de zolder van zijn huis was ingestort. Verder gaan op sociale media beelden rond van gebroken autoruiten en brokstukken op voertuigen, zoals te zien is op de foto boven het artikel.

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Welk signaalwoord heb je het vaakst gelezen in de eerste 7e zinnen van het tekstfragment over pubers?
A
ook
B
en
C
maar
D
'ook' en 'en' even vaak

Slide 22 - Quiz

Welke 2 signaalwoorden ben je in de eerste 7 zinnen van het tekstfragment over pubers tegengekomen? + Zet het juiste tekstverband erachter.

Slide 23 - Question ouverte

Een signaalwoord van een toelichtend tekstverband is …
A
die
B
omdat
C
zoals
D
maar

Slide 24 - Quiz

In jullie boek in hf. 3 Lezen staan 3 tekstverbanden genoemd welke zijn dat?

Slide 25 - Question ouverte

Welk signaalwoord hoort bij het tekstverband opsommend?
A
daarom
B
immers
C
om …. te
D
verder

Slide 26 - Quiz

Noem een signaalwoord bij een tegenstellend tekstverband

Slide 27 - Carte mentale

Wat is hier geen signaalwoord van het tekstverband 'voorbeeld'?
A
toch
B
zo
C
neem nou
D
onder andere

Slide 28 - Quiz

Wat is hier geen signaalwoord van
het tekstverband 'opsomming'?
A
ook (nog)
B
tevens
C
bovendien
D
ter illustratie

Slide 29 - Quiz

Wat is de functie van een signaalwoord?
A
Ze verwijzen naar een persoon, dier of ding in de tekst.
B
Ze geven structuur/verbanden aan in de tekst, zodat je die beter gaat begrijpen.
C
Ze geven het belangrijkste aan wat er in die alinea wat gezegd.
D
Ze geven het belangrijkste aan wat er in die tekst over het onderwerp wordt gezegd.

Slide 30 - Quiz

Geef nu zo goed mogelijk de definitie (omschrijving) van een 'signaalwoord'. + Geef 2 signaalwoorden die je in tijdens deze les bent tegengekomen en bij welk tekstverband hoort jouw signaalwoord?

Slide 31 - Question ouverte