8.1 Arbeid

§8.1 Arbeid
Hoofdstuk 8
Arbeid en Energie
1 / 41
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 41 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

§8.1 Arbeid
Hoofdstuk 8
Arbeid en Energie

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Arbeid
Arbeid is het omzetten van energie. 

Slide 3 - Diapositive

Arbeid
Arbeid is het omzetten van energie. 
Dit gaat altijd door het uitoefenen van een kracht over een bepaalde afstand. 

Slide 4 - Diapositive

Arbeid
Arbeid is het omzetten van energie. 
Dit gaat door het uitoefenen van een kracht over een bepaalde afstand. 
Formule:
W=F•s
(arbeid=kracht x verplaatsing)

Slide 5 - Diapositive

Arbeid
  • Als de kracht en de richting van de verplaatsing dezelfde kant op zijn dan is de arbeid positief.

Slide 6 - Diapositive

Arbeid
  • Als de kracht en de richting van de verplaatsing dezelfde kant op zijn dan is de arbeid positief.
    (Er komt energie bij)



W=F•s

Slide 7 - Diapositive

Arbeid
  • Als de kracht en de richting van de verplaatsing dezelfde kant op zijn dan is de arbeid positief.
    (Er komt energie bij)
  • Als de kracht en de richting van de verplaatsing tegengesteld zijn dan is de arbeid negatief. 


W=F•s

Slide 8 - Diapositive

Arbeid
  • Als de kracht en de richting van de verplaatsing dezelfde kant op zijn dan is de arbeid positief.
    (Er komt energie bij)
  • Als de kracht en de richting van de verplaatsing tegengesteld zijn dan is de arbeid negatief.
    (Er gaat energie uit)

W=F•s
W=-F•s

Slide 9 - Diapositive

Arbeid
  • Als de kracht en de richting van de beweging haaks op elkaar staan dan is de arbeid 0 Nm of 0 J (joule)

Slide 10 - Diapositive

Als een steen naar beneden valt dan is de arbeid van de zwaartekracht:
A
positief
B
negatief
C
0

Slide 11 - Quiz

Als een steen naar beneden valt dan is de arbeid van de wrijvingskracht:
A
positief
B
negatief
C
0

Slide 12 - Quiz

Als een steen naar omhoog beweegt dan is de arbeid van de zwaartekracht:
A
positief
B
negatief
C
0

Slide 13 - Quiz

Als een steen naar omhoog beweegt dan is de arbeid van de wrijvingskracht:
A
positief
B
negatief
C
0

Slide 14 - Quiz

Als Moos over een horizontale weg fietst is de arbeid van de zwaartekracht:
A
positief
B
negatief
C
0

Slide 15 - Quiz

Als Moos over een horizontale weg fietst is de arbeid van de spierkracht:
A
positief
B
negatief
C
0

Slide 16 - Quiz

Als Moos over een horizontale weg fietst is de arbeid van de wrijvingskracht:
A
positief
B
negatief
C
0

Slide 17 - Quiz

Arbeid
  • Krachten die gebruikt worden voor de voortstuwing leveren positieve arbeid.

Slide 18 - Diapositive

Arbeid
  • Krachten die gebruikt worden voor de voortstuwing leveren positieve arbeid.
  • Krachten die gebruikt worden om af te remmen leveren negatieve arbeid.

Slide 19 - Diapositive

Arbeid
  • Krachten die gebruikt worden voor de voortstuwing leveren positieve arbeid.
  • Krachten die gebruikt worden om af te remmen leveren negatieve arbeid.
  • De wrijvingskracht levert (als hij er is) altijd negatieve arbeid. Want de wrijvingskracht is altijd tegen de beweging in.

Slide 20 - Diapositive

Rekenen aan arbeid
De formule voor arbeid was:          W=F•s
Hierin is:
  •  W (Work) de arbeid in Joule (J)
  • F (Force) de kracht in Newton (N)
  • s (spatium) de afgelegde weg in meter (m)


Slide 21 - Diapositive

Rekenen aan arbeid
De formule voor arbeid was:          W=F•s
Hierin is:
  •  W (Work) de arbeid in Joule (J)
  • F (Force) de kracht in Newton (N)
  • s (spatium) de afgelegde weg in meter (m)
Bij Fz is s de verplaatsing (Δh)!!!

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Voorbeeld
Een steen (50 g) valt van 40 m hoogte naar beneden. De gemiddelde wrijvingskracht is 0,25 N.

Bereken de arbeid van de zwaartekracht.
Bereken de arbeid van de wrijvingskracht.

Slide 24 - Diapositive

Voorbeeld
Bereken de arbeid van de zwaartekracht.
Fw=0,25 N
m=50 g   =>   Fz=0,49 N
h=s=40 m

Slide 25 - Diapositive

Voorbeeld
Bereken de arbeid van de zwaartekracht.
Fw=0,25 N
m=50 g => Fz=0,49 N
h=s=40 m
W Fz=?

Slide 26 - Diapositive

Voorbeeld
Bereken de arbeid van de zwaartekracht.
Fw=0,25 N
m=50 g => Fz=0,49 N
h=s=40 m
W Fz=Fz•h=0,49x40=20 J => + 20J;
Dus F en 's' hebben dezelfde richting.

Slide 27 - Diapositive

Voorbeeld
Bereken de arbeid van de wrijvingskracht.
Fw=0,25 N
m=50 g => Fz=0,49 N
h=s=40 m
..
W Fw=Fw•s=0,25x40=10 J => -10J;
F en s hebben een tegengestelde richting.

Slide 28 - Diapositive

Voorbeeld 2
Een steen (50 g) wordt vanaf een hoogte van 10 m tot een hoogte van 15 m omhoog gegooid en valt daarna terug naar 0 m hoogte.
Bereken de arbeid van de zwaartekracht.

Slide 29 - Diapositive

Voorbeeld 2
Een steen (50 g) wordt vanaf een hoogte van 10 m tot een hoogte van 15 m omhoog gegooid en valt daarna terug naar 0 m hoogte.
Bereken de arbeid van de zwaartekracht.
m=50 g => Fz=0,49 N
s=15+25=40 m...?
Δh=10 m...?

Slide 30 - Diapositive

Voorbeeld 2
m=50 g => Fz=0,49 N
s=15+25=40 m...
--> Δh=10 m... <--
Het gaat om Fz, dan is de verplaatsing belangrijk!

Slide 31 - Diapositive

Voorbeeld 2
m=50 g => Fz=0,49 N
s=15+25=40 m...
--> Δh=10 m... <--
Het gaat om Fz, dan is de verplaatsing belangrijk!
W Fz = Fz•Δh=0,49x10=4,9 J 

Slide 32 - Diapositive

Voorbeeld 2
m=50 g => Fz=0,49 N
s=15+25=40 m...
--> Δh=10 m... <--
Het gaat om Fz, dan is de verplaatsing belangrijk!
W Fz = Fz•Δh=0,49x10=4,9 J 
=> + 4,9 J 
(Verplaatsing is in de richting van de kracht dus +)

Slide 33 - Diapositive

Oefenen
Bereken de arbeid die de wrijvingskracht (80 N) verricht op een fietser die 30 min lang met 18 km/h fietst. 

Slide 34 - Diapositive

uitwerking
F=80 N
s=v•t= 0,5 h x 18 km/h = 9 km  
W Fw=F•s=80x9000=720 kJ
wrijvingskracht; dus F en s tegengesteld 
-> -720 kJ

Slide 35 - Diapositive

Oefenen 2
Noud heeft een marsreep gegeten (520 kJ) en gaat daarna fietsen met een snelheid van 24 km/h. Tijdens het fietsen oefent hij een spierkracht uit van 40 N.
Hoelang moet hij fietsen om de energie uit de reep te hebben opgebruikt?

Slide 36 - Diapositive

Oefenen 2
E=W=520 kJ
v=24 km/h=6,67 m/s
F=40 N
W=F•s => s=W/F=520 000/40=13 000 m
t=s/v=13 000/6,67 = 1,95 •10s (0,54 h)

Slide 37 - Diapositive

Samenvatting
Arbeid is het omzetten van energie

Slide 38 - Diapositive

Samenvatting
Arbeid is het omzetten van energie
De grootte bereken je met behulp van W=F•s

Slide 39 - Diapositive

Samenvatting
Arbeid is het omzetten van energie
De grootte bereken je met behulp van W=F•s
Als de kracht en de verplaatsing dezelfde kant op zijn is de arbeid positief. Zijn ze tegengesteld dan is de arbeid negatief. Staan ze haaks op elkaar dan is er geen arbeid door die kracht.

Slide 40 - Diapositive

Samenvatting
Arbeid is het omzetten van energie
De grootte bereken je met behulp van W=F•s
Als de kracht en de verplaatsing dezelfde kant op zijn is de arbeid positief. Zijn ze tegengesteld dan is de arbeid negatief. Staan ze haaks op elkaar dan is er geen arbeid door die kracht.

Slide 41 - Diapositive