Functies van kunst, Vitusmavo

Autonome kunst
Toegepaste kunst
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
Beeldende vormingMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Autonome kunst
Toegepaste kunst

Slide 1 - Diapositive

Bij toegepaste kunst krijgt de kunstenaar vaak de opdracht iets te maken en moet het ontwerp een nuttige functie hebben.

Slide 2 - Diapositive

Bij autonome kunst krijgt de kunstenaar zelf het idee of de behoefte om iets te maken, het kunstwerk hoeft geen functie te hebben. 

Slide 3 - Diapositive

Kunst kan meerdere functies hebben.
Bijvoorbeeld ook:

decoratief, educatief, esthetisch, gebruik, mythologisch  verhalend, verwijzend, waarschuwend, wervend praktisch, religieus, voor status of symbolisch

Slide 4 - Diapositive

Uitleg begrippen in filmpje (link: studiewijzer)

Slide 5 - Diapositive

Bekijk het EYE filmmuseum in Amsterdam. Dit gebouw heeft een gebruiksfunctie. Noem 5 dingen die bezoekers in dit gebouw kunnen doen of waar ze gebruik van kunnen maken.

Slide 6 - Question ouverte

De vorm van het gebouw past bij de naam en de functie. Welke vorm kun je in dit gebouw herkennen?

Slide 7 - Question ouverte

Leg uit waarom de vorm van het gebouw een symbolische functie heeft.

Slide 8 - Question ouverte

Achter de grote ramen in het midden van het gebouw bevindt zich het restaurant.
Je kunt tijdens het eten naar buiten kijken en dan heb je een mooi uitzicht over het water van het IJ en de stad daarachter. Leg uit dat de plek van het restaurant goed past bij de vorm van het gebouw.

Slide 9 - Question ouverte

In het EYE filmmuseum kun je naar films kijken en uit eten gaan. Je kunt je er dus vermaken. Maar het gebouw heeft ook een educatieve functie. Leg uit wat de educatieve functie van het gebouw inhoudt

Slide 10 - Question ouverte

Educatieve functie
Gebruiksfunctie,
praktische functie


Slide 11 - Diapositive

Wervende functie
Decoratieve functie

Slide 12 - Diapositive

Religieuze functie
Dit beeld vertelt een deel van een verhaal uit de griekse mythologie. De god atlas kwam in opstand tegen de oppergod Zeus. Als straf moest hij voor altijd het hemelgewelf op zijn schouders dragen.

Slide 13 - Diapositive

Bekijk het beeld van Atlas.
Het beeld laat Atlas zien die voor altijd het hemelgewelf op zijn schouders moet dragen.

Noem 2 aspecten van de voorstelling waaraan je kan zien dat dit een zware straf is.

Slide 14 - Question ouverte

De oude grieken gebruikten kunst om hun huizen en tempels te versieren, maar ook om de macht van hun goden te tonen.

Leg uit dat het beeld van Atlas een waarschuwende functie heeft.

Slide 15 - Question ouverte

Slide 16 - Diapositive

Jurriaan Kok, een Nederlandse kunstenaar, ontwierp rond 1900 de kop en schotel.
Het ontwerp werd uitgevoerd in eierschaalporselein. Dit porselein is uiterst breekbaar.
Kop en schotel hadden niet zozeer een praktische functie: ze waren vooral decoratief.

Slide 17 - Diapositive

Ondanks hun breekbaarheid zijn er - na meer dan honderd jaar - relatief veel
exemplaren van deze kop en schotel bewaard gebleven.

Leg aan de hand van de functie uit dat er nu nog relatief veel exemplaren
van deze kop en schotel zijn.

Slide 18 - Question ouverte

Slide 19 - Diapositive

Deze kop en schotel zijn handig in gebruik.

- Geef voor deze bewering vier argumenten.

Slide 20 - Question ouverte

Het maken van de kop en schotel op afbeelding 1 is kostbaar; de productie van de kop en schotel op afbeelding 2 is redelijk goedkoop.

Vergelijk beide afbeeldingen
- Leg uit aan de hand van twee van de handelingen die bij het maken moeten worden uitgevoerd, dat de kop en de schotel op afbeelding 1 kostbaar zijn.

Slide 21 - Question ouverte

Het maken van de kop en schotel op afbeelding 1 is kostbaar; de productie van de kop en schotel op afbeelding 2 is redelijk goedkoop.

Leg uit aan de hand van twee van de handelingen die bij het maken moeten worden uitgevoerd, dat de kop en de schotel op afbeelding 2 redelijk goedkoop zijn.


Slide 22 - Question ouverte