Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
Afkortingen
Slide 1 - Diapositive
Leerdoelen:
- Je kunt verschillende leesstrategieën toepassen op een tekst.
- Je (her)kent verschillende afkortingen.
Slide 2 - Diapositive
Afkortingen
Slide 3 - Carte mentale
Afkortingen:
Een afkorting is een vereenvoudigde schrijfwijze van een woord. Ze worden vaak gebruikt om namen, woorden en termen mee af te korten. 'Met uitzondering van' wordt bijvoorbeeld afgekort tot 'm.u.v.', terwijl enzovoorts afgekort wordt tot 'enz.
Slide 4 - Diapositive
Gebruik je zelf wel eens afkortingen? Zo ja, wanneer?
Slide 5 - Question ouverte
Slide 6 - Vidéo
Waar staat de afkorting "horeca" voor?
A
hotel, recreatie, camping
B
hotel, restaurant, camping
C
hotel, recreatie, café
D
hotel, restaurant, café
Slide 7 - Quiz
Waar staat de afkorting 'radar' voor?
A
Radio Device As Required
B
Radiation And Resolution
C
Radio Detection And Ranging
D
Radiation Detection As Required
Slide 8 - Quiz
Let op!:
Voor de vragen die hierna volgen, krijg je per vraag 15 seconden bedenktijd om je antwoord in te vullen.
Slide 9 - Diapositive
Waar staat "z.s.m." voor?
timer
0:15
Slide 10 - Question ouverte
Waar staat "a.u.b." voor?
timer
0:15
Slide 11 - Question ouverte
Waar staat "z.o.z." voor?
timer
0:15
Slide 12 - Question ouverte
Waar staat "m.b.t." voor?
timer
0:15
Slide 13 - Question ouverte
Waar staat "i.v.m." voor?
timer
0:15
Slide 14 - Question ouverte
Waar staat "o.a." voor?
timer
0:15
Slide 15 - Question ouverte
Waar staat "btw" voor?
timer
0:15
Slide 16 - Question ouverte
Waar staat "KLM" voor?
timer
0:15
Slide 17 - Question ouverte
Wist je dat...
... sommige bedrijfsnamen eigenlijk ook afkortingen zijn?
Slide 18 - Diapositive
Opdracht:
Zoek in je tafelgroepje uit waar onderstaande bedrijfsnamen een afkorting van zijn en schrijf dit op: