disk thema 17 bronnen en bouwstenen

• NT2
• Voortgezet speciaal onderwijs
• HBO

disk thema 17 

GELD en WERk 

bronnen groen

 woorden 

hoeveel krijg jij aan
zakgeld?
wat mag je daarvoor kopen

wat is zoveel

1. veel
2. heel weinig
3. onbekend aantal
4. bekend groot aantal

wat is een afspraak

1. iets wat je zeker weet
2. volgens de mensen
3. iets wat je soms moet doen
4. volgens de regel die je hebt gemaakt

tegelijk

1. niet samen
2. soms samen
3. op hetzelfde moment
4. met 2 mensen

verstandig

1. iets wat je samen doet
2. iets waar je over na hebt gedacht
3. een spontane beslissing
4. zonder je verstand

uitgeven
is ?

1. geld aan een ander geven
2. geld krijgen
3. geld veranderen
4. geld verdienen

lenen

1. dat je mag hebben
2. dat je gebruikt
3. gebruiken en terug- geven
4. dat je koopt van iemand

mijn principe

1. de regel
2. iets dat moet
3. daar heb je niks mee
4. een zelf-gekozen regel

hekel

*welke zin is fout !

1. ik heb een hekel met de voet
2. ik heb een hekel aan regen.
3. ik heb een hekel aan schoonmaken
4. ik heb een hekel aan huiswerk.

wat is een hekel ?

1. iets niet hebben
2. iets niet erg leuk vinden
3. iets eten wat lekker is

schulden maak je door .....

1. Te veel extra eten
2. Veel geld uit geven
3. Geld lenen maar niet terug betalen
4. Geld hebben en uitgeven

duur

1. het is te veel geld voor dat voorwerp
2. ies wat goedkoop is
3. goedkoop
4. te weinig geld is

het is heel makkelijk
om het te doen

1. siempel
2. sympel
3. simpel
4. simmpel

rente is ?

1. geld betalen
2. extra geld
3. extra betalen wat je leent
4. extra terug krijgen

wat is een
" goed doel"

1. 
2. 
3. 

wat is een tijdschrift

1. 
2. 
3. 

wat is een budget

1. iets wat je kan opmaken
2. meer dan je kan uitgeven
3. de hoeveelheid over wat je gaat uitgeven
4. de rekening die je moet betalen

korting

1. wat je meer moet betalen
2. wat je minder gaat betalen
3. wat je nu gaat betalen

consequentie

1. reden
2. een beslissing
3. oorzaak
4. het gevolg, wat je moet doen na de tijd

uitverkoop

1. spullen zijn duurder
2. de winkel vekoopt weinig
3. de winkel verkoopt het product met korting
4. de winkel wil het niet meer verkopen

dat scheelt weer zeg.....

1. minder dan je aan verwachte
2. is een nadeel
3. is zonder een afspraak
4. is een schuld