Woensdag 29 mei

• NT2
• ISK

Woensdag 29 mei 2024

08.30 - 09.20 uur Inloop beroepen	12.10 - 12.40 uur Pauze
09.20 - 10.10 uur woordenschat thema geld en werk	12.40 - 13.30 uur luisteren - journaal nieuwsitems
10.10 - 10.30 uur Pauze	13.30 - 14.20 uur Engels
10.30 - 11.20 uur schema geld en werk invullen disk - zelfstandig werken thema geld en werk
11.20 - 12.10 uur creatief schrijven

Woordenschat

Vandaag leer je vijf nieuwe woorden bij het thema GELD en WERK

Schrijf het woord op en ook de betekenis.

heerlijk

• erg lekker; heel fijn 
• heerlijke dingen zijn erg lekker
• heerlijke dingen zijn erg fijn
• Zin: De soep die mijn oma heeft gemaakt was heerlijk.
• Zin: Wij hebben heerlijk van het mooie weer genoten.

kosten

• voor een bepaald bedrag te koop zijn
•  het geld dat voor iets betaald moet worden
• de kost verdienen = zodat je boodschappen kunt doen
• Zin: Door de hoge kosten van hun trouwfeest konden ze niet op vakantie.
• Zin: Hoeveel kost een kilo aardappels?

het nettoloon

• het loon nadat er geld voor de belasting vanaf is gehaald 
  
• dit geld krijg je op je rekening
• dit is wat je kunt besteden
• Zin: Mijn nettoloon is minder dan ik dacht, ik moet zuinig doen.
• Zin: Op het afschrift van de bank staat het nettoloon.

het overzicht

• de situatie dat je alles goed en in juist verband kunt zien 
• iets wat duidelijk is
• een agenda, een planning op het bord
• géén overzicht; onduidelijk
• Zin: Op het bord staat een overzicht van wat we moeten doen deze week.
• Zin: Hij was het overzicht kwijt, het was erg verwarrend.

de pinautomaat

• een apparaat waarmee je met een bankpas kunt betalen of geld van je rekening kunt halen
• werkwoord: pinnen
• Zin: De pinautomaat is buiten gebruik, nu kan ik geen geld opnemen.
• Zin: Er staat een lange rij mensen voor de pinautomaat, ze willen allemaal geld opnemen.

Wat betekent :
heerlijk

1. iets wat vies is
2. iets wat je niet lust
3. iets wat je erg lekker vind
4. iets wat niet fijn is

Waar wordt het woord:
het overzicht
goed gebruikt?

1. alles door elkaar
2. alles op elkaar
3. alles netjes onder elkaar
4. alles netjes naast elkaar

Bij welke zin past het woord:
het nettoloon

1. mijn nettoloon is hoger dan mijn brutoloon
2. het nettoloon is lager dan het brutoloon
3. het nettoloon is gelijk aan het brutoloon
4. Oh nee, we hebben morgen weer school...

Wat voor kosten heb jij? Waar betaal je elke maand voor?

zoek een foto van een pinautomaat

Opdracht: welk woord hoort in de zin?

Welk woord hoort in de zin? Schrijf alleen het woord op, niet de hele zin!

Ik vind het ................ om op vakantie te gaan, dan rust ik lekker uit.

De ............... van dat telefoon- abonnement zijn erg hoog.

...... ........................ van deze week klopt niet, er zit een fout in.

Er zit geen geld meer in .... ........................ , nu kan ik geen geld halen.

Het ................... van een scholier die een bijbaan heeft, is niet zo hoog.

Zinnen maken

Het rad draait een naam. Zie je jouw naam? Dan maak je 1 zin met één of meer woorden: 

opvallend, het geloof, de angst, voorzichtig, uiteindelijk

Pauze

Disk

Werken aan bronnen en bouwstenen Disk thema geld en werk.

Wil je een andere kleur of een toets maken? Vraag het je docent!

Pauze

Engels

De docent vertelt wat we vandaag gaan doen.

Good luck!