4.7 - Vorm en functie van botten (a1)

2.5 Skelet en levenswijze
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 17 diapositives, avec diapositives de texte et 3 vidéos.

Éléments de cette leçon

2.5 Skelet en levenswijze

Slide 1 - Diapositive

Doelen van de paragraaf
  • Je kunt uitleggen hoe het skelet van een dier past bij zijn leefwijze.
  • Je kunt beschrijven hoe gewervelde dieren in het water en op het land bewegen.
  • Je kunt uitleggen hoe ongewervelde dieren stevig zijn en hoe ze kunnen bewegen.

Slide 2 - Diapositive

Bouwplan
  • Er is een overeenkomst in het bouwplan.
  • De vorm of de lengte van verschillende botten kunnen verschillen.
  • Afhankelijk van zijn manier van leven is er een aanpassing aan het skelet.

Slide 3 - Diapositive

Vorm en functie

Slide 4 - Diapositive

Vorm en Functie
Aanpassingen aan
  • omgeving
  • voedsel
  • klimaat
  • manier van leven

Slide 5 - Diapositive

Voeten/poten
  • Voeten bij zoogdieren
  • Onze voeten zijn gewelfd, geboogd
  • Zo kunnen ze beter gewicht dragen

Slide 6 - Diapositive

Zoolganger
Beer

Slide 7 - Diapositive

Leeuw
teenganger

Slide 8 - Diapositive

Topganger 
topganger

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Opdracht 
  • Werk in 2- tallen.
  • Kies een dier van de ongewervelde uit van blz. 24 van je boek.
  • Beantwoord de vragen op de volgende dia.
  • tijd: 10 min.

Slide 11 - Diapositive

Vragen
  1. Op welke manier kan het dier zich voortbewegen?Goede uitleg geven!
  2. Heeft dit dier een 'skelet' en op welke manier zorgt het voor stevigheid? 
  3. Op welke manier is het dier aangepast aan zijn leefomgeving? Noem daarbij zijn manier van bewegen en of hij spieren heeft en/ of gebruikt en of ademhaling.  

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Vidéo

Slide 14 - Vidéo

En de regenworm?

Slide 15 - Diapositive

Bewegingscyclus van de worm
  • De regenworm zet zich vast met de borstels aan de achterzijde.
  • De kringspieren trekken samen, waardoor het voorste deel van het lichaam naar voren schuift.
  • Daarna zet de worm zich vast met de borstels aan de voorzijde.
  • Vervolgens trekken de lengtespieren samen, waardoor het achterste deel naar voren wordt getrokken.
  • Door dit herhaaldelijk te doen, kruipt de regenworm golvend door de grond. Dit helpt hem bij het graven van tunnels,

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Vidéo