Herhaling unité 4: grammaire 1 (regelmatige ww op -RE) + vocabulaire

BONJOUR ET BIENVENUE
Bonjour
et 
bienvenue!!
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

BONJOUR ET BIENVENUE
Bonjour
et 
bienvenue!!

Slide 1 - Diapositive

la tâche de début
Je mag in tweetallen overleggen
Traduisez:

  • Vous avez de la fièvre?
  • Ça fait mal où?
  • J'ai mal aux oreilles.
  • Tu as attrapé un rhume.

Tip: Kijk op pagina 40/41


timer
1:00

Slide 2 - Diapositive

Aujourd'hui

Programme:
  • La tâche de début 
  • Herhaling : grammaire 1 (regelmatige ww op -RE)
  • Vocabulaire 
  • Au travail

Slide 3 - Diapositive

Prenez ton chromebook
Log in sur lessonup.app.

Gebruik je eigen naam.



Slide 4 - Diapositive


Inhoud
  • Herhaling regelmatige werkwoorden op -RE
  • Vocabulaire van Unité 4

Slide 5 - Diapositive

Welke werkwoorden ken je die eindigen op -RE?
(kijk eventueel in je boek: blz 16)

Slide 6 - Carte mentale

Verbes en -re
Onderwerp 
Uitgang 
Voorbeeld 
Je
- s
Je rend
Tu 
- s
Tu rends
Il / Elle / On 
               / 
On rend
Nous
- ons
Nous rendons  
Vous 
- ez
Vous rendez 
Ils / Elles
- ent
Ils rendent

Slide 7 - Diapositive

répondre
attendre
entendre 
vendre
perdre
décendre
De werkwoorden op –RE :
verkopen
antwoorden
wachten
horen
verliezen
uitstappen

Slide 8 - Question de remorquage

Vous _______(geven antwoord)
A
entendez
B
répondez
C
rendez
D
perdez

Slide 9 - Quiz

Vertaal:
Jij hoort. (entendre)

Slide 10 - Question ouverte

Vertaal:
U stapt uit

Slide 11 - Question ouverte

Het voltooid deelwoord
(passé composé)
 Maak je als volgt:



Haal de laatste -re weg en voeg een u toe -->

vendre -  verkopen --> 
vend- verkocht
Par exemple:
J'ai vendu
Nous avons répondu
Ils ont perdu
etc...

Slide 12 - Diapositive

Vertaal:
Wij hebben gehoord. (entendre)

Slide 13 - Question ouverte

Vertaal:
Ik heb verkocht

Slide 14 - Question ouverte


Inhoud
  • Herhaling regelmatige werkwoorden op -RE
  • Vocabulaire van Unité 4

Slide 15 - Diapositive

Le corps
La tête
La main
Le bras
La jambe
le pied
Le ventre

Slide 16 - Question de remorquage

l'aspirine
la fièvre
la pharmacie
le ventre
la tête
malade

Slide 17 - Question de remorquage

Traduisez:
Qu'est-ce que je peux faire pour vous?
A
Wat kan ik voor u doen?
B
Heeft u een afspraak?
C
Waar heeft u pijn/last van?
D
Heeft u een doorverwijzing?

Slide 18 - Quiz

''J'ai un rhume qui ne guérit pas.''

Wat betekent 'guérit'?
A
overgeven
B
geneest
C
medicijn
D
een recept

Slide 19 - Quiz

Traduisez:
J'ai mal à la gorge
A
Ik heb buikpijn
B
ik heb hoofdpijn
C
ik heb keelpijn
D
ik heb oorpijn

Slide 20 - Quiz

Vertaal:
Ik heb hoofdpijn

Slide 21 - Question ouverte

Au travail !
Wat?
exercices 3, 4, 5 & 6 (lire) aux pages 11 - 14
Met wie en hoe?
- je mag in tweetallen overleggen/samenwerken
Na 15 minuten gaan we klassikaal nakijken.
Tijd?

Tip:
Kijk op pagina 37-38
Klaar? 
- Verbuga.eu
(regelmatige ww op -RE)
timer
10:00

Slide 22 - Diapositive

Klassikaal nakijken
Exercices 4 & 6

Slide 23 - Diapositive