Herhaling thema 8

Lesplan
1) Schrijven: Advies geven. 
2) Herhalen: 
thema 15. 
3) Speurtocht. 
 

 

1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2ISK

Cette leçon contient 19 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 165 min

Éléments de cette leçon

Lesplan
1) Schrijven: Advies geven. 
2) Herhalen: 
thema 15. 
3) Speurtocht. 
 

 

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Na deze les...
.... kun je informatie vragen en begrijpen over de huisartsenpraktijk; 
... kun je een afspraak verzetten met de huisarts;
... kun je informatie over medicijnen begrijpen. 
 


Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Huisarts/Dokter
Schrijf binnen 2 minuten zo veel mogelijk woorden over het thema "Huisarts". 

Wie weet de meeste woorden over het thema "Huisarts" ? 

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De huisarts
Waar kun je medicijnen kopen in jouw land?
Wat vind je van jouw huisarts?
Waar is de huisartsenpraktijk?
Wat doe je in jouw land als je gezondheidsklachten hebt?
Wat is de huisartsenpost? 

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De huisartsenpost
- 's avonds/'s nachts/ in het weekend/ op feestdagen;
- meerdere artsen bij elkaar in een gebouw.

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De huisarts en de apotheek
de pijnstiller
de huisartsenpraktijk
bellen voor een afspraak - het spreekuur
in het weekend - de huisartsenpost
De dokter schrijft een medicijn voor.
Je brengt het recept naar de apotheek.
Je kan ook een herhaalrecept vragen bij de dokter.

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ga naar de website van je huisartsenpraktijk. Beantwoord deze vragen: 

1. Hoe heet je huisartsenpraktijk?
2. Hoe heet je huisarts? 
3. Wat zijn de openingstijden?
4. Wat is het telefoonnummer?
5. Wat kun je doen bij een spoedgeval? 
6. Wanneer is het spreekuur?
7.  Kun je 's avonds en in het weekend naar de huisarts? Waar moet je naartoe? Naar welk telefoonnummer moet je bellen?

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

verzetten
veranderen / naar een andere tijd verplaatsen
Ik wil graag mijn afspraak verzetten, want ik kan vandaag niet.

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Schrijven
Situatie: Over 2 dagen heb je een afspraak bij de tandarts.
Op dat moment heb je ook een belangrijke afspraak bij de IND. Je moet daarom de afspraak bij de tandarts verzetten. Schrijf een kort bericht naar de tandartspraktijk. 
Schrijf waarom je niet kunt komen en bedenk zelf een andere datum
Begin met een groet en eindig je bericht op de juiste manier.

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Beste mevrouw..... 

Op vrijdag 13 december heb ik een afspraak bij uw praktijk. Helaas kan ik die dag niet komen, omdat ik een belangrijke afspraak bij de IND heb. Ik wil graag onze afspraak verzetten. Kan dat op vrijdag 20 december? 

Ik hoor het graag. 
Met vriendelijke groet, 
Amir Loren. 

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Beantwoord de vragen:
1. Hoe heet het medicijn?
2. Wat voor soort medicijn is dit? 
3. Hoeveel pillen per dag mag je innemen?
4. Hoeveel pillen per dag mag een kind van 11 jaar innemen?
5. Wanneer moet je dit medicijn innemen? 
6. Hoe moet je dit medicijn bewaren? 

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

adjectief       -        comparatief      -       superlatief
groot
groter 
het grootst
mooi
mooier
het 
lief
liever
snel

Slide 12 - Diapositive

De comparatief gebruik je als je iets wil vergelijken met iets anders.
let op!
adjectief       -        comparatief      -       superlatief
goed
beter
het best
graag
liever
het liefst
veel
meer
meest
weinig
minder
minst

Slide 13 - Diapositive

De comparatief gebruik je als je iets wil vergelijken met iets anders.

Slide 14 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 15 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 17 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk
Huiswerk voor donderdag:
16. 1 (online 1-6)

Huiswerk na de kerstvakantie: 
Lees een artikel uit het tijdschrift en vertel waarover het gaat. Maak 10 zinnen. Gebruik de verleden tijd (voorbeeld: ging/kwam/maakte/danste)

 


Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Goed gedaan!

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions