Chapitre 6 H aller

Bonjour & bienvenue!
Bonjour & bienvenue!
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactif, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Bonjour & bienvenue!
Bonjour & bienvenue!

Slide 1 - Diapositive

Présence

Slide 2 - Diapositive

le programme
1. parler français & indiquer le chemin
2. les devoirs E
3. H: aller
4. les devoirs




Slide 3 - Diapositive

SO 
1G op 19 april
1B op 20 april
1C op 21 april

proefwerk in de 1e week na de meivakantie

Slide 4 - Diapositive

ça va?

Slide 5 - Diapositive

le dernier cours
wat hebben we de vorige keer gedaan?

...Picasso...

Slide 6 - Diapositive

demander/indiquer le chemin
où est... 

(montez [montee] = omhoog gaan
descendez [dessandee]= omlaag gaan)

Slide 7 - Diapositive

lesdoel
Aan het eind van de les .....
heb je het werkwoord 'gaan' geleerd en geoefend


Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Le verbe 'aller' 

Het werkwoord gaan is in het Frans aller.

Aller is een onregelmatig werkwoord. 

Neem je schrift en schrijf het werkwoord aller over!

Slide 10 - Diapositive

ALLER - GAAN
Wat betekent Aller?

Slide 11 - Diapositive

Apprendre
Aller

timer
10:00

Slide 12 - Diapositive

toekomst (gaat nog gebeuren)
ik ga praten


wij gaan eten

Slide 13 - Diapositive

toekomst (futur proche)
ik ga spelen: je vais jouer
hij gaat eten: il va manger
wij gaan praten: nous allons parler
GOEDE VORM VAN ALLER + EEN HEEL WERKWOORD

Slide 14 - Diapositive

aller 
klas 1BC maken: H page 77:30de, 31abcd 
32 volgende keer samen

klas 1G maken: H page 75 30d, 31abcdef
samen volgende keer: 32
31e/f: onderwerp-werkwoorden-lijdend voorwerp!

Slide 15 - Diapositive

jeu du pendu 

Slide 16 - Diapositive

kwizl.eu
testje aller

Slide 17 - Diapositive

les devoirs
leren: woordjes ABE
chapitre 6
opdrachten H


Slide 18 - Diapositive

Au revoir!

Slide 19 - Diapositive

aller




Sleep de juiste vorm van aller naar het bijbehorende persoonlijk voornaamwoord
il/elle
nous
vous
ils/elles
tu
je
allons
vont
vais
allez
vas
va

Slide 20 - Question de remorquage