week 48 -1 en 2

• Wiskunde
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

 30-11-2021: KT2B 2 lessen

11.00-11.02 uur:

zitplaats afhankelijk van keuze voor  of 

1. werken aan weektaak (deurkant)

of

2. bespreken bloktoets (raamkant)

Keuze uit 1 of 2

1. werken aan weektaak: https://youtu.be/DFODtAq5mQk

2. bespreken bloktoets

vandaag (2de les) / woensdag huiswerkcontrole H2.1 t/m 2.3

weektaak: H2.4: 49 t/m 64

Vrijdag: bloktoets herkansing H2.1 t/m 2.3

bespreken bloktoets H2

Opdracht 1

Twee heteluchtballonnen zijn aan het dalen. Hierbij horen formules.        ballon 1: hoogte in m = 1200 – 125t

ballon 2: hoogte in m = 1500 – 200t                t: tijd in minuten

A. Teken de grafieken bij de formules. Schrijf erbij ballon 1 en ballon 2.

B. Na hoeveel minuten zijn de ballonnen op dezelfde hoogte?

C. Op welke hoogte zijn de ballonnen dan?

D. Hoeveel hoogteverschil is er na 5 minuten dalen?

ballon 1: hoogte in m = 1200 – 125t

ballon 2: hoogte in m = 1500 – 200t

ballon 1: hoogte in m = 1200 – 125t

ballon 2: hoogte in m = 1500 – 200t

B. Na hoeveel minuten zijn de ballonnen op dezelfde hoogte?

C. Op welke hoogte zijn de ballonnen dan?

D. Hoeveel hoogteverschil is er na 5 minuten dalen?

ballon 1: hoogte in m = 1200 – 125t            1200 - 125 x 5 = 575

ballon 2: hoogte in m = 1500 – 200t          1500 - 200 x 5 = 500

575 - 500 = 75 meter

Opdracht 2

Joost spaart voor een fiets van € 750. Hij spaart volgens de formule: spaarbedrag in € = 75 + 12,50t.          t: tijd in weken

Hierbij hoort de vergelijking 750 = 75 + 12,50t.

Kan Joost binnen een jaar genoeg geld sparen om de fiets te kopen?

Gebruik inklemmen.

vergelijking: 750 = 75 + 12,50t

1. "binnen een jaar" - hoeveel weken zitten er in een jaar?

2. Vul in de formule in:  

75 + 12,50 x 52 = 725    te weinig 

75 + 12,50 x 54 = 750 klopt, dus na 54 weken heeft hij de fiets. Dat is meer dan een jaar. 

3. Geef antwoord op de vraag: Kan Joost binnen een jaar genoeg geld sparen om de fiets te kopen? Nee

Opdracht 3

Los de volgende vergelijkingen op met de balansmethode.

Schrijf de tussenstappen onder elkaar.

A. 2k + 3 = 12

B. 4t − 5 = 11

A. 2k + 3 = 12

2k     + 3      = 12

                                                                   k = 4,5

B. 4t − 5 = 11

4t − 5 = 11

                                                                        t = 4

Heb je de uitleg gesnapt?

Wat heb je 

vandaag 

geleerd?

                 

Ik kan .....                                         de oppervlakte van een

                                                            trapezium berekenen