Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Persoonsvorm meervoud - enkelvoud
Nederlands
1 / 28
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Cette leçon contient
28 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
55 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Nederlands
Slide 1 - Diapositive
Wat is de persoonsvorm?
Persoonsvorm enkelvoud of meervoud.
Slide 2 - Diapositive
Doel van de les
Aan het eind van deze les weet je:
hoe je de persoonsvorm in de zin moet schrijven
en
of het onderwerp enkelvoud of meervoud is.
Slide 3 - Diapositive
Persoonsvorm
Wat is een persoonsvorm?
Hoe vind ik een persoonsvorm?
Slide 4 - Diapositive
De persoonsvorm (pv)
De persoonsvorm is
altijd
een werkwoord.
Elke zin heeft altijd
één
persoonsvorm.
Staat er maar één werkwoord in de zin? Dan is dat automatisch de persoonsvorm.
Door de zin van tijd te veranderen kan je de persoonsvorm vinden. Het werkwoord dat is veranderd is de persoonsvorm.
Je kunt er ook een vraagzin van maken, dan staat de pv vooraan.
Slide 5 - Diapositive
Persoonsvorm vinden!
het is altijd een werkwoord;
vraagproef;
tijdproef;
enkelvoud meervoud
meervoud enkelvoud.
De persoonsvorm verandert.
Slide 6 - Diapositive
Onderwerp
1. Wie /wat doet iets?
2. Wie/wat + wwg?
Onderwerp en persoonsvorm horen bij elkaar!
Onderwerp enkelvoud? --> persoonsvorm enkelvoud!
Onderwerp meervoud? --> persoonsvorm meervoud!
Het meisje loopt. De meisjes lopen.
Slide 7 - Diapositive
Bij een
enkelvoudig onderwerp
hoort een
enkelvoudige persoonsvorm
en bij een
meervoudig onderwerp
een
meervoudige persoonsvorm
. Dat heet
congruentie
.
Als het
getal
(= enkelvoud of meervoud) van
onderwerp en persoonsvorm
ongelijk
is, heet dat
incongruentie
.
Incongruentie
is een taalfout, die de volgende oorzaken kan hebben:
Slide 8 - Diapositive
apps.noordhoff.nl
Slide 9 - Lien
persoonsvorm enkelvoud of meervoud?
1. De politie staakt/staken.
2. De kudde koeien loopt/lopen.
3. De groep scholieren fietst/fietsen
4. De docenten kijkt na/kijken na.
5. Het team vergadert/vergaderen.
6. De brandweermannen blust/blussen
7. De brandweer blust/blussen
Slide 10 - Diapositive
Persoonsvorm: Enkelvoud en meervoud
- Onderwerpen kunnen meer woorden hebben.
- Als het onderwerp meervoud is, is de persoonsvorm dat ook.
- Als het onderwerp enkelvoud is, is de persoonsvorm dat ook.
Slide 11 - Diapositive
Persoonsvorm: enkelvoud of meervoud ?
De persoonsvorm en het onderwerp horen bij elkaar.
Als het onderwerp enkelvoud is,
dan is de persoonsvorm ook enkelvoud.
Is het onderwerp meervoud,
dan is de persoonsvorm ook meervoud.
Slide 12 - Diapositive
persoonsvorm
onder-
werp
Slide 13 - Diapositive
Lesdoel
Na deze les weten jullie dat er woordgroepen zijn die enkelvoudig zijn.
Slide 14 - Diapositive
Enkelvoud
Soms lijkt een zin meervoud, maar dan staat de persoonsvorm toch in het enkelvoud.
Slide 15 - Diapositive
Dieren
Vooral bij dieren komt het voor.
Dan bedoel je meerdere dieren, maar is het enkelvoud.
Slide 16 - Diapositive
Voorbeelden
een wolf
een roedel
een vis
een school
een leeuw
een troep
een schaap
een kudde
een bij
een zwerm
een mier
een kolonie
een duif
een vlucht
Slide 17 - Diapositive
Wat is het onderwerp in de zin:
De kudde koeien staat/staan in de wei.
Slide 18 - Question ouverte
Wat is het belangrijkste woord in het onderwerp:
de kudde koeien
A
de
B
kudde
C
koeien
Slide 19 - Quiz
Wat is goed?
A
De kudde koeien staan in de wei
B
De kudde koeien staat in de wei
Slide 20 - Quiz
Wat is het onderwerp in de zin:
Een groep wielrenners viel/vielen vlak voor de finish.
Slide 21 - Question ouverte
Wat is het belangrijkste woord in het onderwerp:
een groep wielrenners
A
een
B
groep
C
wielrenners
Slide 22 - Quiz
Wat is goed ?
A
Een groep wielrenners viel vlak voor de finish
B
Een groep wielrenners vielen vlak voor de finish
Slide 23 - Quiz
Wat is het onderwerp in de zin:
Voor het voetbalveld staat/staan een grote groep met hooligans.
Slide 24 - Question ouverte
Wat is het belangrijkste woord in het onderwerp:
een grote groep hooligans
A
een
B
grote
C
groep
D
hooligans
Slide 25 - Quiz
Wat is goed?
A
Voor het voetbalveld staat een grote groep met hooligans.
B
Voor het voetbalveld staan een grote groep met hooligans.
Slide 26 - Quiz
Wat is goed?
A
Er stonden nog drie pakken rijst in de voorraadkamer
B
Er stond nog drie pakken rijst in de voorraadkamer
Slide 27 - Quiz
Doelen deze les
Volgende les
Afsluiting
Zijn er nog vragen?
Controleer of je huiswerk hebt
Slide 28 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Week 44 Ne 3B/K H3 Formuleren: persoonsvorm: enkelvoud of meervoud
Janvier 2024
- Leçon avec
31 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 3
Week 44 Ne 3B/K H3 Formuleren: persoonsvorm: enkelvoud of meervoud
Décembre 2022
- Leçon avec
35 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 3
Week 47Ne 3B/K H3 Formuleren: persoonsvorm: enkelvoud of meervoud
il y a 8 jours
- Leçon avec
35 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 3
Week 44 Ne 3B/K H3 Formuleren: persoonsvorm: enkelvoud of meervoud
Janvier 2024
- Leçon avec
29 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 3
Incongruentie 3e klas
Décembre 2022
- Leçon avec
25 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 3
Cursus 6 § 3 Persoonsvorm meervoud - enkelvoud
il y a 22 jours
- Leçon avec
25 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Cursus 6 § 3 Persoonsvorm meervoud - enkelvoud
il y a 14 jours
- Leçon avec
25 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Incongruentie 3e klas
Septembre 2024
- Leçon avec
25 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 3