H1 - Samenvatting grammatica leerjaar 1

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Au travail !

Grammatica

Leerjaar 1

Onderwerpen

1. Getallen
2. Lidwoorden en meervoud
3. Onderwerp vervangen door il/elle
4. Ontkenning
5. Bijvoeglijk naamwoord vorm/plaats
6. Bezittelijk voornaamwoord

Getallen

• Noteer 1 tm 20
• Noteer de tientallen
• Noteer wanneer je 'et' gebruikt
• Noteer wanneer je een streepje gebruikt
• Leer 100 en 1000
• Let op meervoud 's' 

Lidwoorden en meervoud

• Onbepaald lidwoord -> un (mnl) / une (vwl) / des (mv)
• Bepaald lidwoord -> le (mnl) / la (vwl) / l' (klinker, h) / les (mv)

• Je ziet aan een 's' (soms een x) aan het eind van een woord dat het meervoud is.
• Mannelijk en vrouwelijk moet je leren.

Onderwerp vervangen

Je kan een onderwerp vervangen door een persoonlijk vnw.

• Chantal = elle (vwl) / Pierre = il (mnl)

Dit kan ook bij dingen/voorwerpen

• la chaise = elle / le vélo = il 

Als het meervoud is, is het -> ils (mnl mv) of elles (vwl mv)

Ontkenning

• niet of geen in het Nederlands
• 2 woorden in het Frans
• NE ... PAS
• 'ne' komt voor de PV en 'pas' erachter
• ne wordt n' als de PV met een klinker/h begint
• denk aan het 'brilletje'

Bijvoeglijk nw (vorm)

• Mannelijk enkelvoud = X   -   Vrouwelijk enkelvoud = e
• Mannelijk meervoud = s    -   Vrouwelijk meervoud = es

• Uitzonderingen: beau- belle            bon- bonne

                                           blanc- blanche    long- longue

                                           vieux- vieille          nouveau- nouvelle

• Let op : Als er al een 's/e' staat, dan komt er niet nog één bij !!!

Bijvoeglijk nw (plaats)

In het Frans staan de meeste bijv nw achter het zelfst nw.

-> un livre français, un vélo vert, une maison moderne

Een aantal staat wel voor het zelfst nw (net als Nederlands) 

-> bon, beau, grand, nouveau, petit, joli

=> un bon livre, un nouveau vélo, une petite maison

Bezittelijk vnw

• Mijn, jouw en zijn/haar hebben meer vormen in het Frans
• Dit is afhankelijk van het zelfst nw -> mnl, vwl of mv

                       mnl     vwl    mv

mijn :           mon - ma - mes
jouw:           ton    - ta   - tes
zijn/haar:   son   - sa  - ses

-> mijn auto = ma voiture / jouw fiets = ton vélo / haar broer = son frère

QUESTIONS ???

Oefenen ???

In elk hoofdstuk kan je in paragraaf 4 oefenen met de verschillende onderdelen...

CHAPITRE 1 - 4