Nederlands Nieuwsbegrip week 7

• Nederlands
• Voortgezet speciaal onderwijs

Nieuwsbegrip

We gaan begrijpend lezen oefenen.

We kijken een filmpje, lezen de tekst samen en gaan daarna de vragen beantwoorden.

Schaken wordt steeds populaider

https:

Schaken is een prima tijdverdrijf. Veel mensen zijn er graag de hele dag mee bezig.
Wat betekent het tijdverdrijf

1. Iets nieuws wat je nog nooit hebt gedaan.
2. Iets moeilijks wat erg veel tijd kost om te doen.
3. Iets leuks waar je tijd mee doorbrengt.
4. Iets stoms waar je liever niet mee bezig bent.

Veel mensen hebben het bordspel weer voor de dag gehaald. Ze hebben het schaakspel weer uit de kast gepakt om ermee te spelen.
Wat betekent: voor de dag halen?

1. goed verstoppen
2. ergens afleveren
3. tevoorschijn halen
4. per ongeluk kwijtraken

Als je je tegenstander schaakmat hebt gezet, heb je de partij gewonnen. Je bent de winnaar van dit potje.
Wat betekent: de partij?

1. het spel
2. het probleem
3. de vraag
4. de tekening

Schaken is geschikt voor jong en oud. Mensen van verschillende leeftijden kunnen het spel spelen.
Wat betekent: geschikt?

1. bijzonder
2. verplicht
3. passend
4. gratis

Bij online schaken kan je tegen een willekeurig iemand spelen. Iedereen zou dan jouw tegenstander kunnen zijn.
Wat betekent: willekeurig?

1. Iets wat vaak kapot gaat.
2. Iets wat veel aandacht krijgt.
3. Iets wat zomaar gekozen is.
4. Iets wat heel ingewikkeld is.

Bij online schaken kun je zelf het niveau van jouw tegenstander kiezen. Je kunt b.v. tegen iemand spelen die net zo goed kan schaken als jij.
Wat betekent: het niveau?

1. Wat je niet leuk vindt om te doen.
2. Wat vaak besproken wordt.
3. Wat je al weet of wat je al kunt.
4. Wat je nog graag wilt leren.

Eline Roebers is wereldkampioen in de categorie tot en met 14 jaar. Ze is de beste schaakster van alle kinderen tot en met 14 jaar.
Wat betekent: de categorie?

1. De groep waar niemand iets over weet.
2. De mensen die je heel aardig vindt.
3. De mensen met wie je op vakantie gaat.
4. De groep waar iets of iemand bij hoort.

Eline besteedt veel tijd aan het schaken. Ze was de afgelopen jaren wel vier uur per dag bezig met schaken.
Wat betekent: besteden aan?

1. gebruiken voor
2. praten over
3. zoeken naar
4. uitlenen aan

Bij schaken doet leeftijd er niet toe. Het maakt niet uit hoe oud je bent.
Wat betekent: ertoe doen?

1. alleen zijn
2. belangrijk zijn
3. de beste zijn
4. geschrokken zijn

Met schaken kun je thuis aan de slag gaan, zelfs als je geen schaakbord hebt. Je kunt namelijk ook online schaken.
Wat betekent: aan de slag gaan?

1. met elkaar overleggen
2. aan het werk gaan
3. aan een ander geven
4. elkaar hard slaan

De film "Corgi" is geschikt voor mensen die van honden houden.
Wie zullen er waarschijnlijk naar de film kijken?

1. Umberto die dieren niet leuk vindt.
2. Lilly-Angelee die bang is voor honden.
3. Jelle die graag de honden van de buren uitlaat.

Ik hoop dat ik zo snel mogelijk aan de slag kan gaan met die klus.
Welke zin betekent ongeveer hetzelfde?

1. Ik hoop dat ik nog veel tijd heb om die klus voor te bereiden.
2. Ik hoop dat ik zo snel mogelijk kan stoppen met die klus.
3. Ik hoop dat ik zelf mag bedenken hoe ik die klus ga aanpakken.
4. Ik hoop dat ik zo snel mogelijk kan beginnen met die klus.

Bobo heeft vandaag de hele dag getekend. Tekenen is zijn favoriete........
Welk woord past het best op de open plek?

1. categorie
2. partij
3. niveau
4. tijdverdrijf

Mevrouw Plens moet naar buiten, maar het regent hard.
Wat kan zij niet voor de dag halen?

1. een regenjas
2. een paraplu
3. laarzen
4. zonneschijn

Bij het spel Triviant stel je elkaar vragen, bijvoorbeeld over geschiedenis of aardrijkskunde. Uit elke......moet je een vraag beantwoorden.
Welk woord past op de open plek in de zin?

1. speler
2. categorie
3. beurt
4. niveau

Welke woorden horen bij: het niveau?

1. weten-kunnen-hoeveel
2. meedoen-de groep-erbij horen
3. kiezen-het onderwerp-zomaar
4. spelen-het spel-voor je plezier

Jayda werkt in een verpleeghuis. Volgens haar doet het ertoe om aandacht te geven aan ouderen.
Wat is waar?

1. Jayda doet haar werk zo snel mogelijk.
2. Jayda is op zoek naar een andere baan.
3. Jayda vindt ouderen niet belangrijk.
4. Jayda neemt veel tijd voor de ouderen.

Herbert neemt een willekeurig getal in zijn hoofd. Zijn klasgenoten proberen dit getal te raden.
Wat is waar?

1. Herbert heeft een getal gekozen dat ertoe doet.
2. Herbert heeft zomaar een getal uitgekozen.
3. Herbert heeft een passend getal gekozen.
4. Herbert heeft een getal gekozen dat iedereen kent.

Klaar.

Je cijfer is het aantal goede antwoorden gedeeld door 1,8

Wat heb jij gehaald?
Je hoort het de volgende keer.