Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.
Éléments de cette leçon
Verslavingszorg les 6
Alcohol verslaving
Djamila Atlaoui
Slide 1 - Diapositive
Hoe voel je je?
Slide 2 - Sondage
Planning
Nabespreking documentaire
Presentatie Djamilla en Ashley
Oorzaken van alcoholgebruik
Gevolgen van alcoholgebruik
Afsluiten
Slide 3 - Diapositive
verdoofd
Wat zie je aan gevolgen van verslaving?
Waaraan zie je dat deze personen verslaafd zijn?
Waarom denk je dat deze mensen zijn gaan gebruiken?
Slide 4 - Diapositive
Lesdoelen
De student kan de gevolgen van alcohol verslaving presenteren.
De studenten werken samen om tot een eindpresentatie te komen.
De student weet eerdere theorie aan de praktijk te koppelen.
Slide 5 - Diapositive
Hoeveel drink jij?
A
Bijna nooit
B
Elke week wel een paar glazen
C
Elke week meer dan 10 glazen
D
Bijna elke dag
Slide 6 - Quiz
Wat is volgens jou de oorzaak van een alcoholverslaving?
Slide 7 - Question ouverte
Oorzaken
Erfelijkheid en sociale factoren
Slide 8 - Diapositive
Erfelijkheid
Risico op alcoholverslaving wordt voor 50% verklaard uit erfelijke factoren (genen).
Beloningscentrum werkt anders (minder dopamine receptoren)
Uit onderzoek blijkt dat als één van de ouders alcoholist is er 34% meer kans is om zelf ook alcoholverslaafd te worden.
Onderzoek adoptie Denemarken (genen)
Slide 9 - Diapositive
Gen CYP2EI
Gen CYP2EI ervoor kan zorgen dat mensen zich na enkele glazen sterke drank meer dronken voelen dan anderen.
Bij Aziatische mensen mist het ALDH-enzym waardoor de alcohol slechts gedeeltelijk afgebroken wordt en giftige stoffen in het bloed blijven circuleren. Zie worden ziek en dit werkt dan als een rem om veel te drinken.
Slide 10 - Diapositive
Niet alleen genen
Niet alleen genen spelen een rol
Als je erfelijk belast bent en in je in een dorp woont waar geen alcohol gedronken wordt, zul je geen verslaving ontwikkelen.
Als je in een dorp opgroeit waar het normaal is om iedere dag te drinken is de kans groot dat je wél alcoholverslaafd raakt.
Slide 11 - Diapositive
Omgeving
Drinken is een sociale aangelegenheid: het is ‘ongezellig’ als je niet drinkt
Wat zijn volgens jou de gevolgen van een alcohol verslaving?
Slide 15 - Question ouverte
Korte termijn gevolgen
Black out (alcohol verstoort werking geheugen, informatie niet opgeslagen in lange termijn geheugen)
Ontremming (agressie)
Afname reactie snelheid
Nachtrust (sneller inslapen, vaker wakker)
Out gaan (bewusteloos door alcohol)
Wanneer dit gebeurt loop je een vergrote kans op onderkoeling, orgaanschade, ademhalingsproblemen en in sommige gevallen zelfs een coma
Slide 16 - Diapositive
Gevolgen op langer termijn
Alcoholhepatitis = leverontsteking
Levercirrose
Ernstig ziek: hevige pijn, koorts, slechte eetlust en geelzucht.
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Vidéo
Gevolgen voor de hersenen
Bij zes glazen per dag krimp in de frontaalkwab (10 - 15%)
Geheugen, de concentratie en het kritisch en analytisch kunnen denken.
Vroegtijdige dementie
Korsakov syndroom
Slide 19 - Diapositive
Korsakov syndroom
De oorzaak van het syndroom van Korsakov is een ernstig vitamine B1-tekort, dat ontstaat bij langdurig alcoholgebruik in combinatie met slechte voeding.
Ook kan de lever zo beschadigd raken dat deze de vitamine B1 (ook thiamine genoemd) niet meer kan omzetten.
Slide 20 - Diapositive
Symptomen
Geheugenverlies
Desoriëntatie in tijd en ruimte
Loop -en evenwichtsstoornissen
Gebrek aan initiatief
Depressief
Snel paranoïde
Agressief gedrag
Slide 21 - Diapositive
Symptomen
Er kan nog maar weinig nieuwe informatie voor langere tijd worden opgeslagen.
Ook informatie van langer geleden raken mensen met dit syndroom kwijt.
Wel lukt het nog om nieuwe informatie voor 5 à 10 minuten vast te houden.
Slide 22 - Diapositive
Confabuleren
Gaten in geheugen opvullen met verzonnen informatie
Geen bewuste leugen, het confabuleren gebeurd onbewust
Slide 23 - Diapositive
Korsakov en dementie
Korsakov lijkt door symptomen op dementie
Verschil: bij Korsakov staat de geheugenstoornis centraal (aantasting korte termijn geheugen). De intellectuele vermogens blijven relatief gespaard.
Bij dementie worden zowel het korte- als lange termijn geheugen aangetast en gaat het algemeen intellectueel functioneren ook achteruit.