2.1 productie. 2.2 productiefunctie

§ 2.1 Productie
Wat heb je nodig om te produceren?

Kernwoorden:
- productiefactor
- meeropbrengst
- toe- en afnemende meeropbrengsten

1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 10 min

Éléments de cette leçon

§ 2.1 Productie
Wat heb je nodig om te produceren?

Kernwoorden:
- productiefactor
- meeropbrengst
- toe- en afnemende meeropbrengsten

Slide 1 - Diapositive

1

Slide 2 - Vidéo

00:30
Welke productiefactoren zie je hier?

Slide 3 - Question ouverte

Slide 4 - Vidéo

Productiefactoren
Om te produceren zijn productiefactoren nodig. Deze zijn:

  • arbeid: alle geestelijke en lichamelijke inspanning van mensen (die daarvoor loon krijgen). 

  • kapitaal(goederen): bijvoorbeeld grondstoffen, machines, transportmiddelen, gebouwen, olie, gas, ijzererts


Slide 5 - Diapositive

  • Kennis: alle kennis en vaardigheden van de werknemers en eigenaren

  • Locatie: Een stuk grond, fabriekshal, etage in een gebouw

Slide 6 - Diapositive

Maak opgave 1 op blz 43 en upload de foto
timer
5:00

Slide 7 - Question ouverte

Lees 'arbeidsproductiviteit en omgevingsfactoren' en maak 2 A

Slide 8 - Question ouverte

Antwoord
Als de arbeidsproductiviteit hoog is kun je ook een hoger loon ontvangen (eisen) 
Jongeren zijn vaak minder gebonden aan een land omdat ze nog geen gezin hebben. Mobiliteit is dus hoger

Slide 9 - Diapositive

Lees bron 3. Welke productiefactor past het beste bij deze bron?
timer
2:00
A
Arbeid
B
Kapitaal
C
Kennis
D
Locatie

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

§ 2.1 Productie
Wat heb je nodig om te produceren?

Kernwoorden:
- productiefactor
- meeropbrengst
- toe- en afnemende meeropbrengsten

Slide 16 - Diapositive