betoog

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Betoog

• Doel: overtuigen
• Kenmerken: standpunt & argumenten
• Doelgroep: taalgebruik, hoeveelheid uitleg en gebruik van vaktermen aanpassen aan je doelgroep

Opbouw

• Titel
• Inleiding:         - onderwerp introduceren + aandacht lezer trekken
                                - formuleer het standpunt
• Middenstuk:  - argument voor
                                - argument voor
                                - tegenargument + weerlegging
• Slot:                   - samenvatting/conclusie (geen nieuwe informatie +               
                                   terugkomen op het standpunt)

Voorbereiding: gebruik een schrijfschema

Inleiding	Belangstelling wekken: Standpunt:
Middenstuk	Argument 1: Argument 2: Tegenargument & weerlegging:
Slot

Structuur: verbanden & signaalwoorden

• Titel
• Inleiding         
• Middenstuk
  - Ten eerste > argument 1
  - Daarnaast/bovendien/verder/ten tweede > argument 2
  - Maar/echter/daarentegen/hoewel > tegenargument
  - Maar/echter/daarentgen/hoewel/toch > weerlegging tegenargument
• Slot 
  - Kortom,/al met al/dus > samenvatting/conclusie

Lees de opdracht op Starttaal 3F

Examentraining instellingsexamens

Hoofdstuk 4 oefenexamens

Oefenexamen 2 opdracht 1

Schrijf nu het betoog

Tip: zie ook de voorbeelden op Teams.

kanalen, Nederlands, bestanden, mapje schrijven

Controleer je betoog

Gebruik het controleformulier betoog.

blz. 262 - 263 van je werkboek.

Lever je betoog in via Teams.