Cursus 3 - Fictie - paragraaf 1 - setting en sfeer

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b, k, g
• Leerjaar 2

Nederlands

• Op tafel

  -  werkboek Nederlands

  -  pen    

•  Laptop

   - moet in je tas blijven   

Programma deze les

• Doel van deze les
  
• Voorkennis
  
• Instructie
  
• Aan de slag
  
• Huiswerk volgende week les

Doel

Ik leer over de setting en sfeer 

van een verhaal.

Voorkennis

De afgelopen les zijn we bezig geweest met het onderdeel 'spelling'. Vandaag maken we een start met het onderdeel 'fictie'. 

Bij fictie leer je over verhalen en gedichten. 

Instructie 

Setting in een verhaal =

De plaats, de tijd en de omstandigheden waarin een verhaal zich afspeelt. 

Instructie 

Plaatsen =

Landen: Bulgarije, Amerika, Engeland

Steden/dorpen: Amsterdam, Londen, Emmen

Plek: in een restaurant, in een zwembad, in het bos, op school

Instructie 

Tijd =

Voorbeelden: 

in het verleden, in de Gouden Eeuw, in de toekomst, in 2023, in de zomer, in de maand augustus, in de avond, rond middernacht

Instructie 

Omstandigheden =

Voorbeelden: 

tijdens een oorlog, tijdens een sneeuwstorm, tijdens een vakantie

Instructie 

De plaats, de tijd en de omstandigheden zijn vaak heel bepalend voor de sfeer. 

Voorbeelden van een sfeer:

griezelig - bedreigend - benauwend - kil - geheimzinnig - ontspannend - verveeld - romantisch - onbezorgd

Filmpje

apps.noordhoff.nl

Aan de slag

Ga aan de slag met opdracht 1 t/m 3 op bladzijde 60-63.

Klaar?

Pak je laptop:

Cursus 3 Fictie > 

Maak § 7 Lezen voor school

maken.wikiwijs.nl