Signalwörter üben

• Duits
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 5,6

Hallo!

Hallo!!

Guten Morgen!

Woordenboekgebruik

Tips woordenboekgebruik l

• Tip 1: Zorg voor een redelijk recent uitgegeven woordenboek

     bijv. Coronakrise

• Tip 2: Leer je woordenboek goed kennen
  bijv. schließen (ringel-S?)
• Tip 3: Minimaliseer je woordenboekgebruik
  voorbereiding: zo groot mogelijke woordenschat
• Tip 4: Heb je de betekenis echt nodig?
  is het nodig om het te begrijpen?

Tips woordenboekgebruik ll

• samengestelde woorden: 'der Bundesgesundheitsminister'
• vervoegingen van werkwoorden: 'er versucht'
• meervoudsvormen: 'die Kanäle'
• afkortingen:  z.B.
• afleiden uit een andere taal: 'die Konkretisierung'
• context: 'Um den Geruch zu fangen, bildete er mit seinen Händen eine Glocke über den Kleidern, in die er wie einen (Klöppel) seine Nase steckte.' 

Tips woordenboekgebruik lll

De meest voorkomende spreekwoorden en uitdrukkingen staan ook in een regulier woordenboek.

Waar vind je ze?

Je kijkt niet naar de eerste letter van het spreekwoord of van de uitdrukking, maar naar de eerste letter van het belangrijkste zelfstandig naamwoord.

vb. Die Geister scheiden sich. 

Woorden raden of hakken

Gedetailleerd lezen; hele/ gedeelte van tekst lezen, op zoek naar verbanden.

Selectief lezen; zoeken naar één bepaald gegeven

Plaatjes, titel, tussenkopjes.

Verbanden tussen delen van de tekst ontdekken m.b.v. signaalwoorden

Snel en globaal lezen 

Gebrek aan woordenschat compenseren.

Woorden afleiden

Intensief lezen

Scannen

Structuur ontdekken en gebruiken

Voorspellen

Skimmen

Voorkennis gebruiken

Signaalwoorden en tekstverbanden

Signaalwoorden - Sleep het juiste signaalwoord naar hun functie in de tekst.

Opsomming

Beperking

Argumentatie

Bevestiging

Conclusie

außerdem – bovendien

dann – dan 

sowohl...als auch - zowel...als (ook)

und - en  

nur - alleen

außer - behalve

 

kaum - nauwelijks

 denn – want

weil – omdat

deswegen - daarom

tatsächlich - inderdaad, werkelijk

also - dus

je ...desto - hoe ...hoe

schließlich - uiteindelijk, tenslotte

Signaalwoorden - Sleep het juiste signaalwoord naar hun taak in de tekst

Opsomming

Tegenstelling

Reden/oorzaak

 Voorbeeld

Conclusie

außerdem 

dann 

auch 

und 

 doch 

trotzdem 

 

aber 

 denn 

weil 

deswegen 

zum Beispiel 

also 

deshalb 

daher 

Wähle das richtige Signalwort

Ich habe keinen Hunger.
Ich werde ... keinen Apfel essen.

1. außerdem
2. sondern
3. obwohl
4. also

Ich werde nicht auf deine Party kommen, ... mein bester Freund nicht kommen darf.

1. außerdem
2. deswegen
3. wenn
4. also

Ich esse gern Gemüse, ... Blumenkohl, Brokkoli oder Bohnen.

1. zum Beispiel
2. deswegen
3. wenn
4. erstens

Wir fahren nicht in die Ukraine, ... es dort einen Krieg gibt..

1. etwa
2. deswegen
3. weil
4. denn auch

Vielen Schülern gefällt die Schulzeit. Das gilt ... nicht für alle Schüler.
(5/15)

1. etwa
2. jedoch
3. weil
4. denn auch

Er wohnt nicht in Amsterdam, ... in Berlin.

1. sondern
2. anscheinend
3. weil
4. danach

Es steht noch nicht fest, aber ... wird seine Partei die Wahlen gewinnen.

1. also
2. denn
3. weil
4. wahrscheinlich

... ich nach Hause fahren kann, muss ich zuerst noch die Arbeit beenden.

1. bevor
2. denn
3. weil
4. obwohl

Ich fahre Mercedes. Fährst du ... einen deutschen Wagen?

1. bevor
2. also
3. auch
4. obwohl

Ich arbeite an einer Schule, ... das macht mir Spaß.
(10/15)

1. bevor
2. also
3. aber
4. denn

Funktionen

Welche Funktion deutet das Signalwort in Klammern an?

Ich habe keinen Hunger. Ich werde [also] keinen Apfel essen.

1. Bedingung (voorwaarde)
2. Bestätigung (bevestiging)
3. Schlussfolgerung (conclusie)
4. Erläuterung (toelichting)

Ich werde nicht auf deine Party kommen, [wenn] mein bester Freund nicht kommen darf.

1. Bedingung (voorwaarde)
2. Bestätigung (bevestiging)
3. Schlussfolgerung (conclusie)
4. Erläuterung (toelichting)

Ich esse gern Gemüse, [etwa] Blumenkohl, Brokkoli oder Bohnen.

1. Bedingung (voorwaarde)
2. Bestätigung (bevestiging)
3. Ergänzung (aanvulling)
4. Beispiel (voorbeeld)

Wir fahren nicht in die Ukraine, [weil] es dort einen Krieg gibt.

1. Bedingung (voorwaarde)
2. Erklärung (verklaring)
3. Ergänzung (aanvulling)
4. Begründung (motivering)

Vielen Schülern gefällt die Schulzeit. Das gilt [jedoch] nicht für alle Schüler.
(15/15)

1. Bedingung (voorwaarde)
2. Erklärung (verklaring)
3. Gegensatz (tegenstelling)
4. generalisatie (Verallgemeinerung)

https://youtu.be/gvGTZlk8DGo 

Examenteksten

Vragen gericht op signaalwoorden en tekstverbanden

Belangrijk! Markeer tijdens het maken van de opdrachten alle signaalwoorden in de alinea's

Wie gut kennst du die Signalwörter?

😒🙁😐🙂😃