2.2 Soorten aanhanger en lading afdekken

1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
GroenVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3Leerroute 4

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Lesdoel
Aan het einde van de les kun je:

  • Soorten aanhangers herkennen en benoemen.
  • Weten welke aanhanger geschikt is voor welke lading.
  • Uitleggen waarom en hoe je lading veilig afdekt.

Slide 2 - Diapositive

Terugblik
- Wat is transport?
- Noem een transportmiddel.
- Welke transportmiddelen gebruiken we in het groen?

Slide 3 - Diapositive

Wat voor soort
aanhangers ken je?

Slide 4 - Carte mentale

Wat is een aanhanger?
Een aanhanger is een voertuig/transportmiddel zonder motor dat wordt gekoppeld aan een auto of ander trekkend voertuig. Het wordt gebruikt om goederen of voertuigen te vervoeren.

Slide 5 - Diapositive

Enkelassige aanhangers
Klein en wendbaar, geschikt voor licht transport zoals tuinafval.

Slide 6 - Diapositive

Tandemassige aanhangers
Grotere stabiliteit, ideaal voor zwaardere ladingen zoals bouwmaterialen.

Slide 7 - Diapositive

Gesloten aanhangers
Beschermen lading tegen weer en wind, zoals meubels of apparatuur.

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Bagagewagen
Klein en compact, perfect voor vakantie of klein materiaal.

Slide 10 - Diapositive

Kipperaanhangers
Voor het storten van losse materialen zoals zand of grind.

Slide 11 - Diapositive

Autotransporters
Speciaal ontworpen voor het vervoeren van auto's.

Slide 12 - Diapositive

Paardentrailers:
Voor het veilig vervoeren van paarden.

Slide 13 - Diapositive

Belangrijke aspecten
Gewichtslimiet: Elke aanhanger heeft een maximaal laadvermogen.

Kentekenplicht: Aanhangers boven 750 kg hebben een eigen kenteken.

Remsysteem: Aanhangers boven een bepaald gewicht moeten geremd zijn.

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Vidéo

Welke kleuren kentekenplaten zijn er?
A
Blauw
B
Geel
C
Wit
D
Rood

Slide 16 - Quiz

Waar gebruik je de witte kenteken plaat voor?
A
Geremde aanhanger boven de 750 kg
B
De auto
C
Alle aanhangers
D
Ongeremde aanhanger, tot 750 KG

Slide 17 - Quiz

Moet de tekenplaat het zelfde zijn als het voertuig als je rijd met een gele kenteken plaat?
A
Nee
B
Ja

Slide 18 - Quiz

Beladen van de aanhanger

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Vidéo

Waar moet je de lading plaatsen?
A
Recht boven de assen
B
Aan de achterkant
C
Waar ruimte is
D
Aan de voorkant

Slide 21 - Quiz

De meeste ongelukken gebeuren door het verkeerd beladen van de aanhanger.
A
Niet waar
B
Waar

Slide 22 - Quiz

Je kunt de kogeldruk meet
A
Niet waar
B
Waar

Slide 23 - Quiz

Wat zijn voordelen van een gele kenteken plaat?
A
Staat mooier
B
Je kunt met alle auto's ervoor rijden
C
Minder diefstal gevoelig
D
Je mag niet met alle auto's ervoor rijden

Slide 24 - Quiz

Waarom lading afdekken?

  • Veiligheid voor jezelf en anderen.
  • Voorkomen van ongelukken.
  • Bescherming van je lading.

Slide 25 - Diapositive

Gevolgen van slecht afdekken

  • Ongelukken en gevaarlijke situaties.
  • Boetes en aansprakelijkheid.
  • Schade of verlies van goederen.

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Vidéo

Wet- en regelgeving
  • Lading mag niet losliggen of verschuiven.
  • Verplichting om lading af te dekken als er kans is op uitwaaien of vallen.
  • Gebruik netten, zeilen of spanbanden.

Slide 28 - Diapositive

Materialen voor lading afdekken

  • Netten: Voor losse materialen zoals tuinafval. 2 soorten.
  • Zeilen: Voor bescherming tegen regen en wind.
  • Spanbanden: Voor zware objecten die vastgezet moeten worden. 

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Vidéo

Stappenplan

  1. Controleer of de lading stevig ligt.
  2. Kies het juiste materiaal (net, zeil, spanbanden).
  3. Dek de lading af en zorg dat niets kan bewegen.
  4. Controleer of alles goed vastzit.

Slide 31 - Diapositive

Noem 3 soorten
aanhanger
(1 in tekstballon)

Slide 32 - Carte mentale

Einde les
We gaan naar buiten of we kijken wat we in de container
 kunnen doen.
Is afhankelijk van het weer.

Slide 33 - Diapositive