Brandwonden

1 / 34
suivant
Slide 1: Vidéo
EHBOMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Vidéo

Brandwonden

Slide 2 - Diapositive

Planning vandaag

  • Theorie
  • Pauze 
  • Quiz
  • Opdrachten maken + zelftoets 

Slide 3 - Diapositive

Wat weet je al van
brandwonden?

Slide 4 - Carte mentale

Aan het einde van deze les...
  • Kun je verschillende soorten brandwonden herkennen
  • Kun je kenmerken van een eerste, tweede én derdegraads brandwond benoemen
  • Weet je hoe je iemand met een brandwond kunt helpen

Slide 5 - Diapositive

5 stappen EHBO
Stap 1: Let op gevaar.​

Stap 2: Wat is er gebeurd? Beoordeel de toestand van het slachtoffer.​
Stap 3: Stel gerust en zorg voor beschutting.​
Stap 4: Zorg voor deskundige hulp.​
Stap 5: Verleen verdere eerste hulp.



Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Eerstegraads brandwonden
  • Pijnlijk
  • Huid is rood en dikker dan normaal

Slide 8 - Diapositive

Wat zou jij doen bij een eerstegraads brandwond?

Slide 9 - Question ouverte

Eerst water, de rest komt later!
  • Lauw, zachtstromend water (niet direct op de wond)

Wat zou je doen als er geen kraan in de buurt is?

Slide 10 - Diapositive

  • Koelen met lauw, zachtstromend water
  • Tijdens het koelen kun je de sieraden af doen
  • Alleen kleding verwijderen die niet vastgeplakt zit
  • Kleding die vastgeplakt zit moet je nat houden
  • Het slachtoffer geruststellen
Wat moet je altijd doen?

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Tweedegraads brandwonden
  • Zeer pijnlijk
  • Huid is rood en dikker dan normal
  • Er ontstaan blaren met geel vocht

Wat zou je doen bij een tweedegraads brandwond?

Slide 13 - Diapositive

  • Koelen, minstens 10 minuten 
  • De brandwond losjes afdekken 
  • Slachtoffer naar de huisarts brengen

Let op! 
De blaren mag je niet doorprikken!
Wat te doen bij een 
tweedegraads brandwond:

Slide 14 - Diapositive

Derdegraads brandwond
  • Geen pijn, de zenuwen zijn verbrand
  • Huid om de wond heen is wel pijnlijk
  • Vuur? -> zwarte huid
  • Water? -> grijze / witte huid

Slide 15 - Diapositive

  • Koelen, minstens 10 minuten
  • De brandwond losjes afdekken
  • Slachtoffer naar de huisarts brengen

Wat doen bij een 
derdegraads brandwond:

Slide 16 - Diapositive

Dit is een:
A
Eerstegraads brandwond
B
Tweedegraads brandwond
C
Derdegraads brandwond

Slide 17 - Quiz

Wat doe je bij een eerstegraads brandwond?
A
Je koelt het met ijs
B
Je plakt de brandwond af met huishoudfolie
C
Je koelt het onder lauw, zacht stromend water
D
Je brengt het slachtoffer naar het ziekenhuis

Slide 18 - Quiz


Is deze brandwond
A
1e graads?
B
2e graads?
C
3e graads?

Slide 19 - Quiz

Wat is het allerbelangrijkste bij een brandwond?
A
Zo snel mogelijk afdekken met huishoudfolie
B
Zorgen dat de wond vet blijft omdat dit de kans op littekenvorming verkleind
C
Eerst water de rest komt later

Slide 20 - Quiz



De oppervlakte van de hand met gesloten vingers staat ​
daarbij voor 1%.​
 ​
Het is belangrijk om te weten hoeveel procent van het ​
lichaam ongeveer verbrand is, omdat dit gevraagd zal ​
worden bij het bellen van 112.





Slide 21 - Diapositive

Ga naar de Spoed Eisende Hulp (SEH) of bel 1-1-2 bij brandwonden:​
  • Aan gezicht, oren, handen voeten, gewrichten of geslachtsdelen.​
  • Die volledig rond de nek, romp of ledematen lopen.​
  • Aan de luchtwegen (bijvoorbeeld door ingeademde rook).​
  • Waarbij de huid tot de diepste laag verbrand is.
  • Die uitgebreider zijn dan 10% van het lichaamsoppervlak (5% bij kinderen jonger dan 5 jaar).​
  • Veroorzaakt door elektriciteit, chemicaliën of stoom.​
  • Bij kinderen jonger dan 5 jaar of ouderen dan 60 jaar.​
  • Bij twijfel over de ernst van de brandwond.




Slide 22 - Diapositive

Pauze 
10 min

Slide 23 - Diapositive

Bij een derdegraads brandwond is alleen de eerste laag beschadigd.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 24 - Quiz

Wat moet je altijd doen tijdens het behandelen van een brandwond?
(meerdere antwoorden zijn goed)
A
Koelen en de losse kleding en sieraden verwijderen
B
Je moet de kleding altijd uit de wond halen
C
Verkoelende zalf op de wond smeren
D
Kleding die vastgeplakt zit moet je nathouden

Slide 25 - Quiz

Waaraan herken je een eerstegraads brandwond?
A
De huid is rood en dik en het doet pijn
B
Er zijn blaren met geel vocht
C
De huid is zwart en doet heel veel pijn
D
het slachtoffer voelt geen pijn

Slide 26 - Quiz

Wat doe je bij een eerstegraads brandwond?
A
Je koelt het met ijs
B
Je plakt de brandwond af met huishoudfolie
C
Je koelt het onder lauw, zacht stromend water
D
Je brengt het slachtoffer naar het ziekenhuis

Slide 27 - Quiz

Welke soort brandwond doet het meeste pijn?
A
De eerstegraads brandwonden
B
De tweedegraads brandwonden
C
De derdegraads brandwonden

Slide 28 - Quiz

Wat mag je absoluut niet doen bij een tweedegraads brandwond?
A
Koelen met lauw water
B
De blaren door prikken
C
Afdekken met huishoudfolie
D
De sieraden af doen

Slide 29 - Quiz

Wat doe je als iemand een brandwond krijgt maar er geen kraan in de buurt is?
A
Dan doe je niks en wacht je tot de pijn weg gaat
B
Dan zoek je een andere waterbron, zoals een sloot
C
Dan blijf je zoeken tot je een kraan hebt gevonden

Slide 30 - Quiz

Denk jij dat je nu de verschillende brandwonden kunt herkennen en behandelen?
Ja, absoluut!
Nee, eigenlijk heb ik weinig van de les onthouden

Slide 31 - Sondage

Aan het einde van deze les...
  • Kun je verschillende soorten brandwonden herkennen
  • Kun je kenmerken van een eerste, tweede én derdegraads brandwond benoemen
  • Weet je hoe je iemand met een brandwond kunt helpen

Slide 32 - Diapositive

maken opdrachten
  1. Edition EHBO en geneesmiddelen H 1 tm 4 afmaken
  2. Zelftoets
  3. Niet af? dan is het huiswerk 

Slide 33 - Diapositive

Bedankt voor jullie aandacht!

Slide 34 - Diapositive