20220117 GEMA320MH leerjaar 1 schrijven

Nederlands
GEMA320MK
17 januari 2022
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 27 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Nederlands
GEMA320MK
17 januari 2022

Slide 1 - Diapositive

Planning GEMA320MH
1. CENTRAAL EXAMEN LEZEN & LUISTEREN – LOCATIE SPORTLAAN – 90 MINUTEN: individueel

2. EXAMEN SCHRIJVEN – LOCATIE HOFSTRAAT – 60 MINUTEN (3 opdrachten): nog niet bekend

3. EXAMEN SPREKEN – HHW – PRESENTATIE 4-6 MINUTEN: nog niet bekend

4. EXAMEN GESPREKKEN – HHW – GESPREK 6-8 MINUTEN: nog niet bekend

                       Onderdeel LEZEN & LUISTEREN:                              50% eindcijfer Nederlands
                       Onderdeel Schrijven, spreken en gesprekken: 50% eindcijfer Nederlands




Slide 2 - Diapositive

Lesdoelen
  • Voorbereiding richting het examen schrijven.

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Zelfwerktijd: Schrijven - zakelijke brief


Starttaal Compact Werkboek 2F:                              Starttaal Compact Handboek:
-Niet van toepassing-                                                     pagina 92-109.



Slide 5 - Diapositive

Zakelijke brief

Slide 6 - Diapositive

Zelfwerktijd: Schrijven - zakelijke brief

TIPS:             1. Pagina 103: de drie vragen.
                       2. Opmaak: pagina 107.
                       3. Ben je klaar: lees de brief door en let op spelling, stijl en                                               grammaticafouten. 




Slide 7 - Diapositive

Zelfwerktijd: Schrijven - zakelijke brief

De opdracht van vandaag bestaat uit het schrijven van een zakelijke brief. De brief is gericht aan de reisorganisatie Kras. Denk je in dat deze organisatie jou slecht heeft behandeld, jou niet tijdig heeft geïnstrueerd dat de vakantie niet doorgaat en dat jij nu (wederom) een voucher ontvangt. 
De brief is overtuigend van aard en mag vaak in de gebiedende wijs. Jij benoemt in deze brief alle belangrijke informatie over de geboekte reis, de wijzigingen en de regels waar de reisorganisatie zich niet aan heeft gehouden. Vermeldt waarom jij van mening bent dat zij jou het geld retour moeten storten en waarom jij geen vertrouwen meer hebt in de reisorganisatie. 





Slide 8 - Diapositive

Zelfwerktijd: Schrijven - zakelijke brief 1v2
Schrijf de formele brief in 3 fases: voorbereiden, schrijven en controleren. 

Voorbereiden: pagina 104 
1. Doelgroep.
2. Wat te bereiken. (5W vragen + 1H vraag)
3. Boodschap overbrengen.

Schrijven (inhoud): pagina 104 
1. Alinea 1: aanleiding.
2. Alinea 2 (en 3 en 4 en enzovoort): argumentatie.
3. Laatste alinea: afsluiting en slotzin.




Slide 9 - Diapositive

Zelfwerktijd: Schrijven - zakelijke brief 2v2
Controleren:
1. Naam en adres afzender.
2. Plaats en datum (plaats + komma + datum (uitgeschreven).
3. Naam en adres geadresseerde.
4. Onderwerp. (Onderwerp/betreft + : + omschrijving).
5. Aanhef (Geachte + heer/mevrouw + achternaam).
6. Verdeling in meerdere alinea's met logica. 
7. De afsluiting/slotzin.
8. De groet.
9. De afzender.






Slide 10 - Diapositive

Voorbeeld van een zakelijke brief 1v3
David Lindenaar
De Hoper 57
1511HR Oostzaan

Schagen, 17 januari 2022

Kras vakanties
Volmerlaan 3
2288GC Rijswijk

Betreft: annuleren vakantie en geld terug

Geachte heer Puk,

Slide 11 - Diapositive

Voorbeeld van een zakelijke brief 2v3
Naar aanleiding van uw email betreffende de annulering van onze vakantie gedurende de aankomende voorjaarsvakantie schrijf ik u deze brief. Ik ben van mening dat ik recht heb op het volledig retourneren van mijn betaling betreffende deze vakantie in tegen- stelling tot de door u aangeboden voucher. ik deel graag met u hoe ik tot deze conclusie ben gekomen.

Wij hebben onze reis geboekt in november 2019. Vervolgens hebben wij helaas buiten onze schuld om tot drie maal onze reisplannen moeten wijzigen. Nu zijn wij zelf bereid onze vakantie te wijzigen naar een ander vakantiepark. Helaas besluit u eenzijdig dat onze vakantie niet door kunt gaan. Dat meldt u ons ook nog geen twee weken voor vertrek van onze vakantie. Wij zijn van mening dat u zich niet aan de regels houdt en wij wensen dan ook het volledige bedrag van de boeking retour te ontvangen. Wij gaan niet akkoord met de door u aangeboden vouchers. Wij hebben voldoende rust getracht te behouden. Na twee jaar wensen wij ons geld anders in te zetten. Mijn rekeningnummer is: BLA, BLA, BLA





Slide 12 - Diapositive

Voorbeeld van een zakelijke brief 3v3
Ik verwacht een snelle reactie van uw zijde.


Hoogachtend,


David Lindenaar


Slide 13 - Diapositive

Zelfwerktijd: Schrijven - zakelijke brief

Opdracht: 
Schrijf een zakelijke brief. Overtuigend met gebiedende wijs.
Eis: Minimaal 250 woorden.
Informatie: Starttaal Compact Handboek: pagina 92-109.
Inleveren: in tweetallen per mail.
Deadline: 17-01-2022.






Slide 14 - Diapositive

Artikel

Slide 15 - Diapositive

Zelfwerktijd: Schrijven - artikel


Starttaal Compact Werkboek 2F:                              Starttaal Compact Handboek:
-Niet van toepassing-                                                     pagina 109-111.



Slide 16 - Diapositive

Zelfwerktijd: Schrijven - artikel

TIPS:             1. Pagina 108: het stappenplan.
                       2. Voorbeeld: pagina 109.
                       3. Ben je klaar: lees de brief door en let op spelling, stijl en                                               grammaticafouten. 




Slide 17 - Diapositive

Artikel: stappenplan (pagina 108)
  1. Onderwerp, schrijfdoel en doelgroep.
  2. Deelvragen.
  3. Zoek en selecteer informatie.
  4. Inhoud: inleiding, middendeel en slot. Maak een schrijfschema.

  • Je moet signaalzinnen en signaalwoorden gebruiken om verbanden tussen zinnen en alinea's duidelijk te maken.
  • Tussenkopjes zijn ook altijd van belang.

Slide 18 - Diapositive

Tekstdoelen 

Tekstdoelen (ook wel schrijfdoelen):
  1.  Informeren: feiten op een rij zetten. Gebeurtenissen benoemen. Voorbeeld: nieuwsberichten en schoolboeken. 
  2. Mening geven: de schrijver deelt zijn mening, zonder de lezer te overtuigen. Nadruk op mening. Voorbeeld: ingezonden brief of artikel opiniepagina. 
  3. Overtuigen: de schrijver heeft tot doel de lezer te overtuigen. Nadruk op overtuigen. Voorbeeld: Betoog of een klachtenbrief
  4. Activeren/overhalen: de schrijver wil de lezer overtuigen en aanzetten tot actie. Voorbeeld: Reclames of politieke pamfletten.
  5. Amuseren: tekst om de lezer te vermaken. Voorbeeld: Columns of stripverhalen.
  6. Gevoelens uitdrukken/oproepen: de schrijver drukt eigen emotie uit of wil emotie oproepen bij lezer. Voorbeeld: gedichten of songteksten. 
  7. Instrueren: de schrijver wil de lezer een instructie meegeven. Voorbeelden: recepten of gebruiksaanwijzingen.

Slide 19 - Diapositive

Tekstverbanden, signaalwoorden en kernzin
Tekstverband:  Een tekst heeft structuur nodig om begrijpelijk en leesbaar te zijn. De volgorde van en de verbanden tussen de alinea's zijn daarbij heel belangrijk.

Signaalwoorden: De signaalwoorden geven de lezer een teken, een signaal: tussen deze alinea's, zinnen of delen van zinnen bestaat een bepaald verband. Het signaalwoord helpt je om dat verband te herkennen.

Kernzin: Dit is de zin in een alinea die het belangrijkste is. De andere zinnen staan in dienst van deze zin. Om een goede samenvatting te kunnen maken, moet je weten wat de kernzin van een alinea is. Meestal is de kernzin de eerste of de laatste zin van de alinea.

Slide 20 - Diapositive

Tekstverbanden en signaalwoorden 
1. Tekstverband: Opsomming: er worden gelijksoortige dingen na elkaar benoemd.
Signaalwoorden: ten eerste, ten tweede, ten slotte, om te beginnen, bovendien, dan, daarna, daarnaast, eerst...dan, verder, niet alleen...maar ook, noch...noch, ook, tevens, toen, vervolgens, zowel...als.

2. Tekstverband: Toelichting, uitleg: er wordt een toelichting of uitleg gegeven. 
Signaalwoorden: dat betekend, dat houd in, dat wil zeggen, met andere woorden, op deze wijze/manier. 

3. Tekstverband: Tegenstelling: er worden twee of meerdere tegenovergestelde zaken of meningen genoemd.
Signaalwoorden: (al)hoewel, anders dan, daarentegen, daar staat tegenover dat, (desal) niettemin, doch, echter, enerzijds...anderzijds, in plaats van, in tegenstelling tot, integendeel, maar, of, ofschoon, toch, terwijl, weliswaar.

4. Tekstverband: Reden, verklaring: de schrijver legt een oorzaak van een verschijnsel of gebeurtenis uit.
Signaalwoorden: aangezien, daarom, immers, namelijk, omdat, want. 

Slide 21 - Diapositive

Tekstverbanden en signaalwoorden 
5. Tekstverband: oorzaak - gevolg: er is iets gebeurd (oorzaak) wat er voor heeft gezorgd dat er iets anders gebeurde (gevolg). 
Signaalwoorden: aangezet door, daardoor, door, doordat, dus, gestimuleerd/geïnspireerd door, hierdoor, met als gevolg, naar aanleiding van, op het idee gebracht door, vanwege, wegens, zodoende.

6. Tekstverband: doel - middel: er worden in alinea's een doel en een middel om dat doel te bereiken benoemd.
Signaalwoorden: daartoe, door middel van, met als doel om, met behulp van, met het oog op, om, via, waarmee. 

7. Tekstverband: voorbeeld, bewijs: de schrijver geeft extra kracht aan wat hij vlak daarvoor gesteld heeft.
Signaalwoorden: als/ter illustratie, bijvoorbeeld, dat is het geval bij, denk maar aan, een voorbeeld daarvan is, kijk maar naar, zo, zoals. 

8. Tekstverband: voorwaarde: er wordt genoemd wat de voorwaarde is voor wat ervoor of erna wordt voorgesteld.
Signaalwoorden: aangenomen dat...dan, als, indien, in het geval dat, mits, op voorwaarde dat, stel dat...dan, tenzij, wanneer.

Slide 22 - Diapositive

Tekstverbanden en signaalwoorden 
9. Tekstverband: Vergelijking: er worden twee of meer zaken met elkaar vergeleken. 
Signaalwoorden: als, dan, doet denken aan, evenals, net als, vergeleken met, zoals, zo...als.

10. Tekstverband: Samenvatting, conclusie: de schrijver herhaalt in het kort de hoofdpunten uit een tekst. 
Signaalwoorden: alles bij elkaar genomen, al met al, concluderend, dan ook, de slotsom is, dus, kortom, om kort te gaan, samenvattend.  

Slide 23 - Diapositive

Zelfwerktijd: Schrijven - artikel
Opdracht: 

Schrijf een artikel. Het tekstdoel is gevoelens uitdrukken/oproepen en/of overtuigen. Zoek bij het tekstverband oorzaak - gevolg naar de juiste signaalwoorden.
Eis: Minimaal 250 woorden. Met inzet van twee argumenten die jouw standpunt ondersteunen en een tegenargument. Het tegenargument moet worden weerlegd.
Informatie: Starttaal Compact Handboek: pagina 108-110.
Controleren: in tweetallen.
Inleveren: per mail bij de docent.
Deadline: 20-12-2021.






Slide 24 - Diapositive

Schrijven: Artikel

  • Corona.
  • Gericht aan de directeur.
  • Hoe nu verder?

Slide 25 - Diapositive

Planning GEMA320MH
1. CENTRAAL EXAMEN LEZEN & LUISTEREN – LOCATIE SPORTLAAN – 90 MINUTEN: individueel

2. EXAMEN SCHRIJVEN – LOCATIE HOFSTRAAT – 60 MINUTEN (3 opdrachten): nog niet bekend

3. EXAMEN SPREKEN – HHW – PRESENTATIE 4-6 MINUTEN: nog niet bekend

4. EXAMEN GESPREKKEN – HHW – GESPREK 6-8 MINUTEN: nog niet bekend

                       Onderdeel LEZEN & LUISTEREN:                              50% eindcijfer Nederlands
                       Onderdeel Schrijven, spreken en gesprekken: 50% eindcijfer Nederlands




Slide 26 - Diapositive

Terugblik
  • Voorbereiding richting het examen schrijven.

              

Slide 27 - Diapositive