Hoofdstuk 6 breuken en procenten (6.5 t/m 6.7)

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 1

Hoofdstuk 6 breuken en procenten (6.5 t/m 6.7)

brugklas

Als 1 % = 1 op de 100,
wat betekent 3 % dan?

En wat betekent 5% dan?

Rekenen met procenten

Rekenen met procenten

Rekenen met procenten

Rekenen met procenten

Rekenen met procenten

Rekenen met procenten

Rekenen met procenten

Rekenen met procenten

Hoeveel procent is 2/3 ?

1. 100 %
2. 50 %
3. 66,6 %
4. 70%

Welke breuk hoort bij 70%

1. 1/10
2. 7/10
3. 3/5
4. 1/5

prijsverhoging betekent dat ...

1. de nieuwe prijs minder wordt
2. de nieuwe prijs meer wordt

De rente ...

1. komt erbij
2. gaat eraf

de nieuwe prijs na de korting bereken je, door het uitrekenen van de korting in Euro's en

1. optellen deze bij de oude prijs
2. aftrekken deze van de oude prijs

Opgave 4 (blz. 147)

aantal

240

aantal

Oefenopgave nummer 1

schrijf mee op het bord/bordje

Opgave 4 (blz. 147)

aantal

240

aantal

Antwoord oefenopgave 1

kijk na

Nieuwe prijs berekenen

Astrid koop een spijkerbroek van €49,95.

Ze krijgt 15% korting. Bereken de nieuwe prijs.

Nieuwe prijs berekenen

Astrid koop een spijkerbroek van €49,95.

Ze krijgt 15% korting. Bereken de nieuwe prijs.

                                       

                                              Astrid betaalt nu:

                                                €49,95 - €7,49 = €42,46

Nieuwe prijs berekenen 

Mariëlle koopt het horloge uit de advertentie.

Hoeveel moet Marielle voor het horloge betalen?

€54,95

Nieuwe prijs berekenen 

Mariëlle koopt het horloge uit de advertentie.

Hoeveel moet Marielle voor het horloge betalen?

                                                 Mariëlle betaalt nu:

                                                 €54,95 - €8,24 = €46,71

€54,95

€8,24

6.7 procenten berekenen 

blz. 80

lezen + oefenen

Theorie J:  lezen

Testopgave klassikaal 

Procenten berekenen

Regel 

opdrachten

86, 87, 90, 92 en 93

 Procenten berekenen

P

Percentages rond je altijd af op 1 decimaal!

1. 1/4 = 0,25 0,25 x 100 = 25 dus 25% van de parkieten is blauw
2. 3/4 = 0,75 0,75 x 100% = 75% dus 75% van de parkieten is blauw

Een fiets van €750,- wordt 8% duurder
Hoe bereken je de prijsverhoging?

1. 758 : 100 x 8
2. 750 x 108
3. 750 : 100 x 8
4. 758 : 100 x 108

Van de 20 leerlingen zijn 4 een jongen.

Het geheel is?

1. 4
2. 16
3. 24
4. 20

Van de 20 leerlingen zijn 4 een jongen.

Het deel is?

1. 4
2. 16
3. 24
4. 20

Wat is de juiste berekening voor: hoeveel procent is €6 van €24?

1. €24 : €6 x 100 =
2. 100 : €24 x €6 =
3. €6 : €24 x 100 =
4. Geen enkel antwoord is goed

Van de 20 leerlingen zijn 4 een jongen.

Het percentage bereken je zo!

1. geheel:deel x 100
2. deel :geheel x 100
3. 100 x deel:geheel
4. 100: deel x geheel

Van de 20 leerlingen zijn 4 een jongen.

Dit is dan de som

1. 4:20 x 100
2. 100:20x4
3. 20:4 x100
4. 100 x4 :20

Wat is de juiste berekening?
Bereken hoeveel procent 12 van 84 is.

1. 12 : 84 x 100
2. 0,12 x 84
3. 84 : 12 x 100
4. 0,012 x 84 %

In een klas van 20 leerlingen komen er 4 leerlingen met de bus. Hoeveel procent is dit? Maak een berekening.

1. 4 %
2. 20 %
3. 50 %
4. 10 %

Aan de slag

blz. 81

opdrachten 83 t/m 94

+ testopgave 

+leerdoelencheck