2.3 De Romeinse samenleving

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen wie de macht hadden in de Romeinse Republiek en wie in het Romeinse Keizerrijk.
  • Je kunt vier sociale lagen in de Romeinse samenleving beschrijven.
  • Je kunt twee voorbeelden noemen van de Grieks-Romeinse cultuur.
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 10 diapositives, avec diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen wie de macht hadden in de Romeinse Republiek en wie in het Romeinse Keizerrijk.
  • Je kunt vier sociale lagen in de Romeinse samenleving beschrijven.
  • Je kunt twee voorbeelden noemen van de Grieks-Romeinse cultuur.

Slide 1 - Diapositive

Van republiek naar keizerrijk
  • Bijna 250 jaar lang werden Rome en het omliggende gebied bestuurd door koningen. 
  • Maar in 509 v.C. kwam daar verandering in. De bevolking vond dat de koning zich te wreed gedroeg en joeg hem de stad uit.
  • Rome een republiek. Een republiek is een land zonder koning, dat wordt bestuurd door een of meer gekozen leiders.
  • Rome werd bestuurd door leiders uit rijke families in de senaat. Deze vergadering maakte besluiten over nieuwe wetten.
  • Maar het machtigst waren de twee consuls: zij waren de belangrijkste bestuurders en de legeraanvoerders. Elk jaar opnieuw werden deze door het Romeinse volk gekozen!

Slide 2 - Diapositive

Consuls, Caesar en de senaat!
  • consuls  leidden de vergaderingen van de senaat en mochten voorstellen voor nieuwe wetten doen. 
  •  Ze konden ook een besluit van de senaat of de andere consul tegenhouden.
  • Bovendien gaven de consuls tijdens een oorlog leiding aan het leger.
  • Door de vele veroveringen werden de legerleiders belangrijker dan de kleine groep bestuurders in Rome. 
  • De soldaten kregen na de verovering van een gebied of stad een deel van de buit van hun legerleider.
  • Julius Caesar was zo'n legerleider/consul en was heel populair onder zijn soldaten en daar maakte hij gebruik van.
  • Met zijn sterke leger greep Caesar de macht in Rome. In 48 v.C. werd hij alleenheerser en verloor de senaat zijn macht. 
  • In 44 v.C. werd hij door senatoren vermoord!

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Rome wordt een keizerrijk!
  • Caesar had een geadopteerde zoon, Augustus. Die versloeg de vijanden van zijn vader een voor een. 
  •  In 27 v.C. had Augustus alle macht. Hij noemde zichzelf ‘caesar’. In het Nederlands betekent dat keizer. Rome werd een keizerrijk.
  • Augustus zorgde ervoor dat de Romeinen niet meer tegen elkaar vochten, zoals in de tijd van Caesar 
  • Onder zijn bestuur begon een periode van rust en vrede, die uiteindelijk 200 jaar duurde.
  •  In die twee eeuwen legden de Romeinen overal in hun rijk wegen en bruggen aan. 
  • Ook liet hij de grenzen goed bewaken.
  • Steden werden gesticht en de handel bloeide op en de welvaart nam toe. 
  • Rond 500 n.C. viel het W-Romeinse Rijk uit elkaar

Slide 5 - Diapositive

Vier sociale lagen
  1. Een kleine groep rijken vormde de hoogste sociale laag. Deze rijke en belangrijke mensen bezaten veel land, zaten in het bestuur of waren legeraanvoerder (patriciërs).
  2. De tweede sociale laag bestond uit handelaren en ambachtslieden. Zij leefden in de steden.
  3.  Een derde groep vormden de armen zonder vast werk. Dat waren vaak boeren die op zoek naar werk naar de stad waren getrokken.
  4. De vierde sociale laag bestond uit slaven. Slaven waren bezit van hun meester. Ze werkten op het land, in de mijnen of in de huishouding. De meeste slaven waren gevangengenomen tijdens oorlogen en als slaaf verkocht.

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

De Grieks-Romeinse cultuur
  • De Romeinen vonden de Griekse tempels en beelden prachtig en gingen deze namaken.
  •  De Romeinen vereerden ook dezelfde goden als de Grieken. Ze kregen wel andere namen. Zo werd de Griekse oppergod Zeus door de Romeinen Jupiter genoemd. De god van de zee, Poseidon, werd Neptunus.
  • Verder namen de Romeinen Griekse gewoontes over, zoals het gebruik van olijfolie en het nemen van een warmwaterbad.
  • De Romeinen hadden natuurlijk ook eigen gewoontes en gebouwen: paardenrennen, gladiatorenspelen, voedsel voor de armen, aquaducten.
  • De Romeinse en de Griekse cultuur raakten dus met elkaar vermengd. Deze cultuur heet de Grieks-Romeinse cultuur.

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Begrippen
  • republiek: een land zonder koning, dat bestuurd wordt door een of meer gekozen leiders.
  • senaat: een groep mensen die de Romeinse Republiek bestuurde. De leden van de senaat kwamen uit de rijkste en belangrijkste Romeinse families.
  • consul: belangrijkste bestuurder en legeraanvoerder in de Romeinse Republiek.
  • Keizer: de hoogste bestuurder van het Romeinse Rijk.
  • Keizerrijk: een land waar een keizer de baas is.
  • Grieks-Romeinse cultuur: de Romeinse manier van leven, die door de Grieken beïnvloed was.




Slide 10 - Diapositive