1K, U5L2B

What are we going to do today? 
  • Previous lesson   
  • Homework check
  • Goals of today
  • Grammar
  • Homework 
  • Evaluation  

1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

What are we going to do today? 
  • Previous lesson   
  • Homework check
  • Goals of today
  • Grammar
  • Homework 
  • Evaluation  

Slide 1 - Diapositive

What do you remember from the previous lesson?

Slide 2 - Carte mentale

Homework
You needed to do ex. 1 till 7 of unit 5.2.  I will check the answers when you are doing your new homework. 

Slide 3 - Diapositive

Goals of today
- Ik kan Engelse aanwijzingen verstaan. 
- Ik kan Engelse getallen en bekende woorden verstaan in korte gesproken teksten.
- Ik weet hoe ik de grammatica over vergelijkingen moet toepassen ( -er, -est).

Words : Sports


Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Vergelijkingen
Als je in het Engels dingen met elkaar wilt vergelijken, dan voeg je -er of -est toe aan het woord. 

slow - slower - slowest
big - bigger - biggest
nice - nicer - nicest

Slide 9 - Diapositive

Vergelijkingen
Er zijn echter wat uitzonderingen. Als het woord bijvoorbeeld uit meerdere lettergrepen bestaat, zet je 'more' of 'most' voor het woord als je iets wilt vergelijken. 

beautiful - more beautiful - most beautiful
expensive - more expensive - most expensive

Slide 10 - Diapositive

Wat komt er op de stippellijn?

(smart) A pig is ..... than a sheep, but a dolphin is the smartest animal of all.

Slide 11 - Question ouverte

Wat komt er op de stippellijn?

(sweet) A cherry is sweeter than an apple, but a mango is the ......

Slide 12 - Question ouverte

Homework
You will have to do ex. 8 till 14 (unit 5.2). This is homework for the next lesson. 







Slide 13 - Diapositive

Evaluation
- Ik kan Engelse aanwijzingen verstaan. 
- Ik kan Engelse getallen en bekende woorden verstaan in korte gesproken teksten.
- Ik weet hoe ik de grammatica van vergelijkingen moet toepassen ( -er/ - est).

Words : Sports


Slide 14 - Diapositive