THV - H1.1 Organismen

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Organismen 

Planning

• Huiswerk bespreken
• Uitleg
• Leren onderzoeken
• Leerdoelen checken
• Opdrachten maken
• Les afsluiten 

Leerdoelen

Aan het einde van de les kan je:

• Uitleggen wat een organisme is;
• De zeven levenskenmerken noemen;
• Onderscheiden of iets levend, dood of levenloos is;

Huiswerk bespreken

Introductie - opdracht 2

Biologie gaat over leven. Hoe kun je bewijzen dat je leeft?

Lijst met moeilijke woorden bespreken

Organismen

• Een organisme is een levend wezen
• Alle organismen hebben levenskenmerken

Levenskenmerken

Stoffen opnemen en afgeven

Organismen nemen stoffen op door te ademen en te voeden

Door uitademen en uitscheiden geven organismen stoffen af

Welke levenskenmerken horen bij stoffen uitwisselen. Zet die levenskenmerken in het gele vak. 

Uitwisselen van stoffen

(stofwisseling)

Ademen

Bewegen

Groeien

Uitscheiden

Voeden

Voortplanten

Waarnemen

Reageren op de omgeving

Organismen kunnen hun omgeving waarnemen

Veel organismen reageren op hun omgeving door te bewegen

Voortbestaan

Organismen zorgen voor nakomelingen door te voortplanten

De jonge organismen groeien

Groeien en ontwikkelen

Groeien is het groter en zwaarder worden van een organisme

Ontwikkelen is een verandering in de bouw van een organisme

Levend, dood en levenloos

Een organisme met de levenskenmerken is levend

Een organisme wat geen levenskenmerken meer heeft is dood

Iets wat nooit heeft geleefd is levenloos

Levend

Dood

Levenloos

Heeft nooit levenskenmerken gehad

Heeft levenskenmerken

Heeft geen levenskenmerken meer

Leerdoelen

Aan het einde van de les kan je:

• Uitleggen wat een organisme is;
• De zeven levenskenmerken noemen;
• Onderscheiden of iets levend, dood of levenloos is;
• Omschrijven wat groei en wat ontwikkeling is.

Leren onderzoeken

blz. 68 en 69

Opdrachten maken

Je maakt de opdrachten van 'leren onderzoeken' af.

+

Je maakt de opdrachten van Thema 1 - Basisstof 1

Basisstof 1: opdr. 1 t/m 9

Evalueren van de les

• Wat ging er goed?
• Wat kan er beter?

Opruimen