Herhaling 4.1 en 4.2

Herhaling 4.1 en 4.2
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Herhaling 4.1 en 4.2

Slide 1 - Diapositive

Eva spreekt aan de telefoon met haar huurbaas af wat ze gaat betalen voor de huur. Is dat geldig?
A
Ja, want mondelinge afspraken gelden ook
B
Nee, want mondelinge afspraken gelden niet.

Slide 2 - Quiz

Hoe heten de huizen die een huur hebben lager dan de inkomensgrens?

Slide 3 - Question ouverte

Eva huurt een huis van Marieke. Wie is wie?
A
Eva is de huurder en Marieke is de verhuurder
B
Eva is de verhuurder en Marieke is de huurder

Slide 4 - Quiz

De dakgoot van een huurwoning is lek. Wie moet de kosten betalen?
A
De huurder
B
De verhuurder

Slide 5 - Quiz

Het gordijn in een huurhuis is kapot. Wie moet dit (laten) maken?
A
De huurder
B
De verhuurder

Slide 6 - Quiz

Wat betekent 'opzegtermijn'?

Slide 7 - Question ouverte

Hoe heten de woningen met een huurprijs boven de huurgrens?
A
Huurtoeslag
B
Maximale huur
C
Vrije sector
D
Sociale huur

Slide 8 - Quiz

Opzegtermijn
Vrije sector
Huurovereenkomst
Sociale huurwoning
Woning met een lage huur, bestemd voor mensen met weinig inkomen.
Huurwoningen met een huur boven de huurgrens
Contract waarin de rechten en plichten van de huurder en verhuurder zijn vastgelegd.
Periode tussen het opzeggen van een overeenkomst en het einde van de overeenkomst.

Slide 9 - Question de remorquage

Als je een huis koopt, kun je een expert inhuren die jou helpt een mooi huis te vinden. Wat is het beroep van deze expert?

Slide 10 - Question ouverte

Wat doet de makelaar NIET?
A
Een taxatierapport opstellen
B
Kijken of er bijv geen schuren in de muren zitten.
C
Adviseren welke huizen bij jou passen
D
Onderhandelen over de prijs van de woning

Slide 11 - Quiz

Waar kan ik zien wie eigenaar is van de Amersfoortseweg 15?
A
Bij de makelaar
B
Bij de notaris
C
In het kadaster
D
In het wetboek

Slide 12 - Quiz

Welke kosten moet je nog meer betalen bij het kopen van een huis, behalve de prijs van het huis?

Slide 13 - Carte mentale

Wat betekent 'financiering'?
A
Geld op je bankrekening
B
De manier waarop een aankoop wordt betaald
C
Rapport waarin de waarde van de woning is berekend
D
Een vorm van belasting

Slide 14 - Quiz

Welke ontbindende voorwaarde kun je in een koopcontract zetten? Dat de koop niet doorgaat als ...
A
...je de financiering niet rondkrijgt.
B
...je een goedkoper huis ziet.
C
... je op vakantie gaat
D
... je partner overlijdt

Slide 15 - Quiz

Taxatierapport
Overdrachtsbelasting
Onroerende zaak
Transportakte
Hierin staat de waarde van een woning
Dit wordt betaald aan de overheid bij de koop van een woning of gebouw
De definitieve koopovereenkomst
Grond en alles wat daarop gebouwd is

Slide 16 - Question de remorquage

Wist je het meeste nog?
😒🙁😐🙂😃

Slide 17 - Sondage